Koen Meulenaere

Nee aan de video

Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

“Wij zijn tegen het gebruik van videobeelden. Uit praktische en karaktergebonden overwegingen.”

De FIFA-board, enkele oudere heren uit Engeland, Schotland en Wales, gaat de hulp van technische middelen bij de arbitrage toch niet op de agenda zetten. Zij worden gesteund – en ze zullen blij zijn het te vernemen – door een andere oudere heer: uw Scout. Behalve om schandalige overtredingen met een flinke schorsing te honoreren, zijn wij tegen het gebruik van videobeelden. Uit praktische en karaktergebonden overwegingen.

Beginnen we met dit laatste. Als iedereen voor is, zijn wij tegen. Dat is aangeboren. Het is ook wettelijk beschermd, door het beruchte artikel 71 uit het strafwetboek, het enige dat Jef Vermassen kent: de innerlijke drang! ‘Er is geen misdrijf wanneer de beschuldigde op het ogenblik van het feit in staat van krankzinnigheid was, of wanneer hij gedwongen werd door een macht die hij niet heeft kunnen weerstaan.’ Uw Scout beantwoordt aan beide voorwaarden.

De praktische overweging is dat de beoogde hulpmiddelen veel te duur zijn voor wat ze maar bijbrengen. En we hebben al gewezen op de macht van regisseurs en beeldschermtechnici. De hoek waaruit zij een betwiste fase weergeven, het moment waarop zij het beeld stilzetten, de tegenwoordig heilige buitenspellijn die door een computer wordt getrokken… het gaat doorgaans om centimeters en tienden van een seconde, geloof maar niet dat de tv-beelden zo nauwkeurig zijn als men u probeert wijs te maken.

Denk niet dat de moderne televisietechnologie onaanvechtbaar had aangetoond of de bal van Geoff Hurst over de lijn was. Het handspel van Thierry Henry: opzettelijk of niet, geen beeld zal het kunnen uitmaken. Bij flaters als het niet toegekende doelpunt van Frank Lampard tegen Duitsland had de vierde ref na consultatie van een monitor inderdaad kunnen corrigeren, maar een zo flagrante fout van én de scheidsrechter én de assistent doet zich op topniveau bijna nooit voor. Eén keer om de vijfenveertig jaar. Moeten we daarvoor het doel vol censoren hangen?

Waar? Bovenaan de paal? Onderaan de paal? Over de hele hoogte van de paal? Over de hele onderkant van de lat? Op de lijn? Het volstaat dat er een speler voor, onder of op gaat staan en al die elektronische ogen zijn waardeloos. Chips in de bal? Zelfde probleem. Bovendien wordt niet meer met één bal gespeeld, maar met twintig.

Om fouten als in Engeland-Duitsland te voorkomen reikt uw Scout een veel goedkopere oplossing aan: graaf achter de doellijn een put van drie meter diep. Het zal dan wel duidelijk zijn of de bal de lijn heeft overschreden. De ‘sjotterkesbak’ mag hier, eens te meer, als te volgen voorbeeld dienen.

Ter beperking van gebroken ledematen kan de put eventueel gevuld worden met water. Dat zal het spektakel zeker ten goede komen. We zitten dan dicht in de buurt van Spel Zonder Grenzen, maar dat doet voetbal sowieso. Guido Pancaldi en Gennaro Olivieri leiden de arbiters op.

(Koen Meulenaere)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content