Centraal stond het buitenlands beleid, met thema’s als Europa, Afghanistan, migratie en klimaatverwarming.
De kopstukken van de drie grote Britse politieke partijen hebben donderdagavond het tweede van drie debatten gehouden in aanloop naar de parlementsverkiezingen van 6 mei. Centraal stond het buitenlands beleid (Europa, Afghanistan, migratie, klimaatverandering). Het debat was levendig, zonder dat iemand een beslissende voorsprong kon nemen.
Premier Gordon Brown, die in het eerste debat eerder hoffelijk was tegenover Nick Clegg, de leider van de liberaal-democraten, verweet hem bij te dragen tot het verzwakken van het Verenigd Koninkrijk. David Cameron, de leider van de conservatieven, verweet hij Groot-Brittannië in Europa te willen isoleren.
Verschillende malen leken Clegg en Brown een tactische alliantie te vormen om op de risico’s te wijzen van een terugkeer van de conservatieven naar de macht na dertien jaar in de oppositie.
Cameron zei ‘in Europa te willen zijn, maar niet gedirigeerd te willen door Europa’.
Clegg spaarde de Tories niet en verwees onder meer naar het feit dat ze uit de Europese Volkspartij zijn gestapt om aan te sluiten bij het kleine anti-federalistische blok, met kleine Tsjechische en Poolse partijen. Volgens Clegg gaat het om een bende antisemitische ‘gekken’.
Een gemiddelde van de vijf peilingen dat meteen na het debat werd verspreid, gaf Clegg en Cameron met respectievelijk 33,8 pct en 32,8 pct stemvoordeel een vrijwel gelijke score. Brown haalde 27,6 pct.
‘Gordon Brown was veel beter, Nick Clegg bleef sterk en David Cameron heeft zich beter verdedigd’, aldus The Guardian in haar
editoriaal.
Het debat werd gevolgd door naar schatting vier miljoen kijkers.
