De auteur is gewoon hoogleraar logica en wetenschapsfilosofie aan de VUB, en ere-voorzitter van SKEPP, de Studiekring voor Kritische Evaluatie van Pseudo-wetenschap en het Paranormale.

Ik rook (matig en dan nog alleen thuis in de kelder), ik drink (maar niet fanatiek), ik slaap te weinig (hoe krijg je anders al dat werk gedaan?), ik eet veel te onregelmatig (ja, sorry, gewoon geen tijd voor) – kortom, deze beschrijving is afkomstig van een, naar huidige standaarden niet anders in te vullen, ziek mens. Nochtans voel ik mij goed (maar niet fanatiek). Over die huidige standaarden wil ik het graag even hebben, vooral omdat ze de weg wijzen naar een weinig aantrekkelijke toekomst.

Met het roken hebben we het nu wel ongeveer gehad. Dat je als roker heel erg ziek bent, is nu wel duidelijk, nog afgezien van de aanslagen die je pleegt op je medemens, die je manifest tot een regelrechte moordenaar maken. De treinen zijn rookvrij, de bedrijven zijn bijna rookvrij, het is nog even wachten op het verbod om op straat te roken.

En wat nu? Ligt het niet voor de hand dat er verder moet worden gekeken? Want tenslotte is een niet-rokende mens niet per se een gezonde mens. De tekenen dienen zich nu al aan, wat mij betreft. Overgewicht! Natuurlijk, we zijn allemaal te zwaar. Daar moet dringend iets aan gebeuren. We hebben al een magisch cijfer om het simpel uitgedrukt te krijgen: de BMI, de body-mass-index. Tot mijn uiterste verbazing deelde Rob Vanoudenhoven in Het Rob-rapport rond gezondheid mee dat zijn BMI 24,07 bedraagt. Men zegt dat je vanaf 25 eigenlijk wel een probleem hebt (probeer maar eens uit te zoeken wie die ‘men’ is). Al eens gekeken naar Robs lijf? Zit hij tegen overgewicht aan? (Ik schrijf dit ook omdat ikzelf een BMI heb van 23,8 zodat ik mezelf al heb betrapt op de gedachte: ‘Oei, hier moet ik iets aan doen.’)

Wat zeker zal volgen is alcohol, en onvermijdelijk ook seks, om maar deze twee te noemen. Onvermijdelijk? Ik denk het wel. Wat is namelijk een van de meest gebruikte argumenten bij het debat over het roken? Hoeveel het de werkgever kost. Om eerlijk te zijn, ik gruwel van dit argument. Eén sigaret kost de werkgever zoveel, wat een verkwisting. Enfin, voor het bedrijf dan toch. Want ik kan mij zeer goed voorstellen dat het voor de werknemer een reddende hand is om de dag door te komen aan de lopende band.

Dit economisch argument laat zich schaamteloos veralgemenen. Overgewicht is toch duidelijk een economisch probleem: zware werknemers zijn trager dan slanke werknemers, ze verslijten de trappen meer omdat ze meer druk op de treden uitoefenen, deuren moeten voldoende breed zijn wat meer kosten meebrengt. Dat is toch economisch onverantwoord? Dus vermageren of eruit!

Alcohol hoeft geen betoog, denk ik. Maar seks ook? Stel dat de werknemer de avond tevoren heeft liggen rollebollen met wie dan ook, en met nauwelijks één of twee uur slaap aan de werkdag begint: wat een economisch gevaar, dat mag je toch niet toelaten. Dit brengt mee dat men zal moeten binnendringen in het privé-leven van de mensen, want hoe kun je anders nagaan of de werknemer wel in optimale omstandigheden op de werkvloer verschijnt, wat overigens in de VS al hier en daar gebeurt.

Waarom begin ik nu spontaan te denken aan Metropolis van Fritz Lang, aan 1984 van George Orwell en aan The Principles of Scientific Management van F.W. Taylor, de grondlegger van het Taylorisme? Omdat ik in naam van de gezondheid een ‘ideaal’ zie groeien van de perfecte werknemer waar menig robot razend jaloers op moet zijn.

Jean Paul Van Bendegem

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content