Hubert van Humbeeck

Chinese schimmen

Een dissident die de Nobelprijs krijgt, is geen goed nieuws voor wie China tot een soepelere economische politiek wil bewegen.

Eigenlijk mag Europa de Chinese premier Wen Jiabao dankbaar zijn. Zijn opgemerkte passage in Brussel zorgde ervoor dat de Asia-Europe Meeting (ASEM) vorige week niet, zoals gebruikelijk, tussen de plooien van het internationale nieuws viel. De ASEM is een informeel dialoogplatform waarop Europese en Aziatische landen elkaar sinds 1996 regelmatig ontmoeten. Zeker in de Angelsaksische media, die in het economische nieuws de toon zetten, weegt de Asia-Pacific Economic Cooperation (APEC) zwaarder. Daarin spelen de Verenigde Staten een hoofdrol.

Premier Wen verzocht de Europeanen nadrukkelijk om zijn land niet zo onder druk te zetten om zijn munt in waarde te laten stijgen. Peking heeft er geen baat bij dat de yuan duurder wordt tegenover de dollar en de euro, zei Wen met een in dit milieu opmerkelijke eerlijkheid. Een laaggeprijsde yuan houdt Chinese producten goedkoop op de westerse markten en westerse producten duur op de eigen immense, Chinese markt. ‘Als we onze munt duur maken, komen bedrijven in problemen en verliezen veel mensen hun baan. Meer sociale onrust kunnen we niet hebben.’

De Amerikanen klagen al enige tijd over de manke handelsbalans met China en de goedkope Chinese munt. Financiënminister Tim Geithner hamert erop dat de yuan te goedkoop is in vergelijking met het economische gewicht van China in de wereld. In de campagne voor de tussentijdse verkiezingen van 2 november verwijten alle partijen elkaar dat ze te lief zijn voor de Chinezen, ‘die er schuld aan hebben dat zo veel Amerikanen werkloos zijn’.

Twintig jaar geleden vonden de VS op dezelfde manier dat Japan met een goedkope yen voor oneerlijke concurrentie zorgde. Tegelijk zijn ze zelf ook niet vies van enige manipulatie van de koers van de dollar, als het hen uitkomt.

Directeur Dominique Strauss-Kahn van het Internationaal Muntfonds waarschuwt voor een echte valutaoorlog. Hij zette de kwestie op de agenda van de jaarvergadering van de organisatie, die toevallig vorig weekend in New York bijeen was. Veel beweging in de standpunten kwam er niet. Dat Peking net nu niet plooide, mag ook niet verbazen. De Nobelprijs voor de veroordeelde hervormer Liu Xiaobo zit de Chinezen dwars. Maar westerse zakenlui stellen al enige tijd vast dat het moeilijker wordt om in China te werken. Ze vinden dat ze geen eerlijke kans krijgen op de Chinese markt. China, zeggen ze, vormt nu meer een bedreiging dan een opportuniteit. De Europese handelscommissaris Karel De Gucht dreigde er van de weeromstuit al mee om de toegang van Chinese bedrijven tot Europese overheidsopdrachten moeilijker te maken.

Peking gedraagt zich trouwens niet alleen eigenzinnig op economisch vlak. Het kiest ook in de internationale diplomatie voor een meer assertief discours. Op de klimaatconferentie in Kopenhagen schrok zelfs VS-president Barack Obama van de manier waarop hij door de Chinese delegatie werd behandeld. Het is een oud probleem: China wil zich niet opnieuw laten verdelen. Het wil niet dansen naar het pijpen van wie dan ook. Dat was de boodschap van Mao Zedong, bij de stichting van de Volksrepubliek in 1949. Dat is nog altijd de boodschap vandaag.

Hubert van Humbeeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content