Voor het eerst sinds de val van de Syrische dictator Bashar al-Assad, eind vorig jaar, trekt een deel van Syrië zondag naar de stembus voor parlementsverkiezingen. Volgens de nationale kiescommissies zijn er in het hele land ongeveer 50 stembureaus ingericht, in Damascus is er één stembureau.
Het nieuwe parlement moet 210 leden tellen, van wie een derde wordt benoemd door overgangspresident Ahmad al-Sharaa. De overige leden worden onrechtstreeks verkozen, door Syriërs die op voorhand werden aangesteld door regionale kiescommissies. Voor de 140 parlementszetels zijn 1.576 kandidaten. Rond de stembureaus zijn de veiligheidsdiensten masaal ontplooid.
Op die procedure kwam kritiek. Ook omdat in de zuidelijke regio As-Suwayda en in delen van de noordoostelijke provincies Al-Hasakah en Raqqa zondag niet gestemd wordt, vanwege de slechte veiligheid in die streken. Al-Hasakah en Raqqa staan onder controle van de Syrische Democratische Krachten, die geleid worden door Koerden. In As-Suwayda staat de druzische minderheid dan weer sterk. De relaties tussen Koerden en druzen enerzijdes en het regime in Damascus zijn gespannen.
In een korte toespraak tijdens de telling van de resultaten zei al-Sharaa dat Syrië er ‘in slechts enkele maanden erin geslaagd is een verkiezingsprocedure op gang te brengen in overeenstemming met de omstandigheden waarin het land zich bevindt. Dit historische moment voor Syriërs is op dit moment erg belangrijk, en alle Syriërs moeten hun land weer opbouwen.’ De overgangspresident wees er ook op dat veel wetten nog goedgekeurd moeten worden ‘om het proces van opbouw en welvaart te bevorderen’.
De telling is zondagnamiddag al gestart, de volledige resultaten worden maandag of dinsdag verwacht. Volgens het Syrische staatspersagentschap Sana wordt van het nieuwe parlement verwacht dat het de ‘basis legt voor het bredere democratische proces’. Daarmee zou het moeten verderwerken op de grondslag die de interim-regering sinds maart aan het leggen is.