Magali Michiels

‘Schaduwvloot en kritieke infrastructuur: hoe kunnen we gepast reageren?’

Magali Michiels Doctoraatsstudent politicologie (VUB)

Magali Michiels staat stil bij de gevaren van de schaduwvloot in de internationale wateren, en legt uit hoe we kunnen reageren op militair, juridisch en economisch vlak.

Plots duikt de naam Admiral Vladimirsky op in het nieuws, een Russisch schip dat tot de beruchte schaduwvloot behoort. Deze vloot bestaat uit oudere schepen die bewust regels overtreden, zoals het omzeilen van sancties, het ontwijken van veiligheids- en milieuregels of het vermijden van verzekeringskosten. Wereldwijd neemt de bezorgdheid toe, zeker omdat deze vaartuigen steeds vaker in verband worden gebracht met spionage en sabotage op zee. Rusland is koploper, goed voor ongeveer 40% van de wereldwijde schaduwvloot.

De oorlog in Oekraïne heeft dit fenomeen in een stroomversnelling gebracht. Moskou gebruikt de schaduwvloot niet alleen om sancties te omzeilen en inkomsten veilig te stellen, maar ook voor inlichtingenoperaties. In 2024 werd op de Eagle S, een ander Russisch schip, spionageapparatuur gevonden nadat het vermoedelijk kabels in de Baltische Zee had doorgesneden.

Ook in onze wateren is de activiteit toegenomen. Russische schepen uit de schaduwvloot worden drie keer zo vaak gespot als enkele jaren geleden. Dat is zorgwekkend, want de Noordzee is doorspekt met kwetsbare infrastructuur zoals elektriciteits- en datakabels, pijpleidingen en offshore windparken. Deze installaties zijn essentieel voor onze economie en relatief eenvoudig te saboteren, bijvoorbeeld door een anker over de zeebodem te slepen.

Geen reden tot paniek, wel tot waakzaamheid


Een enkele kabelbreuk veroorzaakt zelden grote problemen omdat er voldoende redundantie is, waardoor de impact beperkt blijft tot trager internet. Pas bij meerdere gelijktijdige beschadigingen wordt de situatie ernstig. Voor energievoorziening ligt dat gevoeliger. België is sterk afhankelijk van zijn offshore windparken en de pijpleiding naar Noorwegen, terwijl er minder alternatieve routes zijn dan bij dataverbindingen.

Kabelincidenten komen overigens vaker voor dan men denkt: het Internationaal Comité voor Kabelbescherming telt jaarlijks 100 tot 200 gevallen, vaak door slecht weer, vissersnetten of ankers. Toch roept het slepen van een anker over lange afstanden, zoals bij sommige Baltische incidenten, vragen op. Ankers mogen slechts in bepaalde zones worden gelost, en langdurig slepen vereist constante koerscorrecties. Of dat per ongeluk of opzettelijk gebeurt, blijft soms onduidelijk, maar dergelijke voorvallen worden nauwlettend gevolgd.

Wat doet de Belgische Marine?


De Belgische marine houdt 24/7 toezicht op activiteiten in onze Exclusieve Economische Zone (EEZ). Bij verdachte schepen wordt er een patrouillevaartuig uitgestuurd om de situatie te bekijken of het schip te schaduwen. Onder water monitoren is echter complexer. NAVO breed is er een tekort aan geavanceerde sensoren, en geen enkele technologie biedt momenteel een sluitende oplossing.

Drones voor mijnenbestrijding kunnen tijdelijk worden ingezet voor controles, maar dat mag niet ten koste gaan van hun primaire taak. Ook boven water zijn de middelen beperkt: België beschikt over slechts twee operationele patrouilleschepen, met een derde gepland voor 2027. Ook andere marines kampen met een groeiend takenpakket zonder de nodige middelen. Daarom heeft Nederland bijvoorbeeld een civiel patrouilleschip met bemanning ingehuurd als tijdelijke versterking.

Juridische uitdagingen

Internationaal recht staat optreden tegen bedreigingen voor onderzeese infrastructuur doorgaans alleen toe bij risico op milieuschade. Finland hanteert inmiddels een assertievere aanpak. Het onderschepte de Eagle S buiten haar territoriale wateren en kondigde deze week aan dat ze de kapitein en twee officieren zullen vervolgen voor het kabelincident.

Inspecties louter op basis van spionageverdenking zijn lastiger, maar soms mogelijk via milieu- of veiligheidsargumenten. Schepen uit de schaduwvloot varen vaak zonder verzekering, kampen met technische gebreken of schakelen hun identificatiesignaal (AIS) uit – allemaal overtredingen in de scheepvaart.

Het blijft belangrijk dat het maritiem recht gehanteerd blijft, maar overinterpretaties van verdragen draagt ook niet bij aan de veiligheid. Interne afspraken tussen de regering en de marine zijn hierbij cruciaal, zodat operationele eenheden precies weten in welke gevallen ze mogen optreden en welke steun ze daarbij krijgen.

De vergeten schakel: reparatie

Zelfs met goed toezicht is schade nooit volledig te voorkomen. Het herstel is grotendeels afhankelijk van private bedrijven met een beperkt aantal gespecialiseerde reparatieschepen. De EU pleit voor een gecoördineerd kabelreparatieplan, maar energiepijpleidingen blijven onderbelicht. Hun ligging, omvang en technische complexiteit maken reparatie moeilijker, terwijl er vaak geen redundantie is.

Een duidelijk overzicht van beschikbare reparatieschepen, bedrijven en noodcontracten is essentieel om hersteltijden te verkorten en de weerbaarheid te verhogen.

Meer dan de marine alleen

Private kabel- en energiebedrijven zijn primair verantwoordelijk voor hun infrastructuur, maar defensie kan ondersteunen. Bedrijven beschikken vaak over geavanceerde monitoringtechnologie, terwijl de marine expertise en training kan bieden. Structureel overleg en gezamenlijke oefeningen versterken deze samenwerking.

Ook verzekeraars spelen een stille maar belangrijke rol. Schepen zonder dekking bij de International Group of P&I Clubs zijn vaak risicogevoelig. Europa heeft al gesteund op deze Club om sancties tegen de schaduwvloot te handhaven. Noorwegen gaat nu zelf inzetten op verzekeringscontroles in haar EEZ om de schaduwvloot tegen te gaan.

Daarnaast kan er ook gekeken worden naar scheepsregisters. Panama, ’s werelds grootste scheepsregister, heeft haar schepen nu ook verplicht gemaakt om scheepstransfers op zee te traceren. Zulke scheepstransfers op zee zijn niet noodzakelijk illegaal, maar kunnen gebruikt worden om de oorsprong van goederen te verdoezelen. De traceerbaarheid van deze transfers verhogen is dus ook een eerste stap.

Tussen paraatheid en overreactie

De schaduwvloot vormt een reëel risico, maar niet elk incident is kwaadwillig. Overhaaste reacties kunnen diplomatiek, juridisch en operationeel averechts werken. De uitdaging is een evenwicht te vinden: voldoende paraatheid om snel te handelen, zonder te vervallen in een permanente crisishouding.

Belgische patrouilleschepen en internationale samenwerking lijken voorlopig voldoende om verdachte activiteiten af te schrikken. Toch zijn de middelen beperkt en gaat langdurige inzet ten koste van andere kerntaken

Daarom moet de blik ook naar andere actoren: de industrie kan bijdragen met technologische monitoringoplossingen en inzicht in de beschikbare reparatiecapaciteit. Op juridisch vlak kan preventief worden gewerkt via een pragmatische aanpak, met duidelijke interne afspraken tussen de Wetstraat en de marine over hoe en wanneer mag worden opgetreden in specifieke scenario’s.

Door samen te werken met buurlanden, gegevens van publieke en private partijen te integreren, reparatiecapaciteit te versterken en juridische kaders pragmatisch toe te passen, kan België zijn maritieme weerbaarheid vergroten: alert en doortastend, maar zonder overreactie.

Magali Michiels doctoreert aan de VUB. Ze doet onderzoek naar hoe de VS zich voorbereidt op een oorlog met China, met name in het maritieme domein.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise