Varkensstallen en kippenhokken mogen niet meer stinken

© Belga

Varkensstallen en kippenhokken mogen niet mee stinken. Boeren moeten zelf maatregelen nemen tegen geurhinder, zo heeft minister van Leefmilieu Joke Schauvliege beslist.

Boeren tegen wie al een klacht is ingediend wegens geurhinder, moeten voortaan maatregelen nemen om de stank te verminderen. Anders krijgen ze geen vergunning meer voor hun stallen. Dat staat in een rondzendbrief van Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege (CD&V), die geldt vanaf 1 september, zo bericht De Standaard.

Maatregelen

“De richtlijnen gelden specifiek voor boeren met varkens- of pluimveestallen die al gegronde klachten hebben gekregen”, verduidelijkt de Boerenbond. “Als zij voor hun stallen een nieuwe milieuvergunning willen krijgen, dan moeten ze een dossier indienen waarin ze aantonen welke maatregelen ze al hebben genomen om de geurhinder te beperken en welke maatregelen ze nog zullen nemen.”

De vergunnende overheid, de gemeente of de provincie, kan maatregelen voorstellen. Zo kan het zijn dat de boer het ventilatiesysteem van zijn stallen beter moet onderhouden of afstellen, dat hij mest of natte voeding na elke ronde uit de stal moet verwijderen, of dat hij de dieren voeder met minder eiwit moet geven.

Willekeur

Volgens de Boerenbond zijn de meeste maatregelen haalbaar. De landbouworganisatie is blij dat er regels zijn, “want tot nu toe was er sprake van willekeur”. Zo hing een vergunning volgens haar vaak af van “de politieke kleur van de burgemeester of van hoe goed de buurman bij de schepen kon klagen”.

Vijf procent van de Vlamingen heeft last van geurhinder van een land- of tuinbouwactiviteit, twee procent zelfs extreem veel. “In het

dichtbevolkte Vlaanderen is dat moeilijk te vermijden. Een boerderij ligt nog altijd in landbouwgebied. En er is geen enkele mest die goed ruikt”, zegt de vereniging voor varkenshouders daarover. (Belga/EE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content