Tweede editie Mei Plasticvrij: ‘Met een blauwe PMD-zak kom ik een jaar toe’

Rachida Bouganzir: 'Er zijn genoeg spullen op deze wereld.' © CARMEN DE VOS

Mei Plasticvrij, het initiatief dat ons bewust wil maken van de immer groeiende afvalberg en de plastic soup in de oceanen, is bezig aan zijn tweede editie. Dit jaar zet de campagne in op hergebruik. Knack sprak met drie Vlamingen die resoluut zijn gestopt met nieuwe spullen kopen.

Van bedrijfsvloeren tot schoolkantines: de campagne Mei Plasticvrij is een begrip, ook al is ze nog maar aan haar tweede editie bezig. Vorig jaar registreerden 63.000 deelnemers zich op de website van de organisatie. Bewustmaking was toen het eerste opzet. Dat lijkt gelukt te zijn – herinner u de terugnameactie van Delhaize, na de verontwaardiging over de hoeveelheid plastic verpakking bij gratis bouwsteentjes.

‘De ogen zijn opengegaan over de hoeveelheid nutteloos plastic dat in omloop is. Veel mensen hebben hun manier van leven bijgestuurd’, zegt initiatiefneemster Ineke Van Nieuwenhove. ‘En ja, het blijft belangrijk dat iedereen zich registreert op onze website, want dat cijfer gebruiken we als pressiemiddel bij producenten en overheden.’

Dit jaar ligt de nadruk op een mentaliteitswijziging over het gebruik van plastic. De wegwerpcultuur moet de wereld uit. Van Nieuwenhove: ‘Waarom hebben we rietjes nodig? We kunnen toch perfect zonder. En roerstaafjes? Wat is er mis met een lepel?’ Voor Mei Plasticvrij 2019 wordt de Billie Cup een van de blikvangers: een herbruikbare kop voor koffie, thee, sapjes en ijs die gelanceerd wordt in dertig zaken in Antwerpen en Gent.

Knack sprak met drie mensen die genoeg hebben van het teveel aan spullen, en voor wie het een persoonlijke missie is om de afvalberg te verkleinen. Ze kopen zo weinig mogelijk. Vereenvoudigen, hergebruiken, ruilen, delen en weggeven: daar is het hun om te doen. En dat schenkt voldoening.

Knack sprak met drie mensen die genoeg hebben van het teveel aan spullen, en voor wie het een persoonlijke missie is om de afvalberg te verkleinen.

Rachida Bouganzir (37) Onderneemster

‘Ik wil principieel niet kopen. Er zijn genoeg spullen op deze wereld. Eerst begon ik bewust te consuminderen, tegen het kapitalisme en tegen de verspilling. De filosoof Pierre Rabhi, auteur van Het geluk van het genoeg, werd mijn rolmodel. Daarna kwam mijn bezorgdheid voor het milieu erbij.

‘Als ik iets nodig heb, laat ik dat weten aan vrienden. En ik krijg het altijd. Een telefoon, bijvoorbeeld: veel mensen hebben er twee liggen die ze niet meer gebruiken. Mijn kleren komen van een deelinitiatief. We komen samen en bieden onze kleding te geef of te ruil aan. Ik ben ook vrijwilligster bij FreeGo, waar mensen voedseloverschotten naartoe brengen. Voor boeken is er de bibliotheek, voor spelletjes de ludotheek en voor gereedschap heb je Peerby, Tournevie en Usitoo.

‘Toen ik zwanger was van mijn zoon maakte ik me de bedenking: met een baby is het onmogelijk om ecologisch te leven. Maar het lukt perfect. Al zijn kleertjes heb ik gekregen. Noodzakelijk materiaal haal ik bij de babytheek, en ik gebruik uitwasbare luiers.

‘En als iets stuk is, ga ik naar een repaircafé. Daar leer je van elkaar en maak je deel uit van een groter geheel. Veel mensen zoeken op deze manier verbinding. Door te geven, te delen en elkaar te helpen willen ze samen werken aan een betere wereld.’

Simon Bultynck
Simon Bultynck© CARMEN DE VOS

Simon Bultynck (26) Kunstenaar

‘Ik streef naar zo weinig mogelijk bezit. Het begon in mijn studio, een ruimte die ik zo leeg mogelijk probeer te houden om vrij te kunnen denken en werken. Die lijn heb ik een paar jaar geleden doorgetrokken naar mijn persoonlijke leven. De meeste van mijn kleren heb ik weggegeven. Ik hield één winterbroek over, twee zomerbroeken en één short. De keuzestress valt weg, dat geeft me rust. Ik heb maar twee stuks beddengoed. Mijn herinneringen zijn herleid tot de inhoud van twee dozen.

‘Wat me boeit aan zo’n minimalistische levenshouding is de zoektocht naar de essentie der dingen. De paar voorwerpen waarmee ik me nog omring, koester ik echt. Als je bewust kiest voor dat ene keukenmes of die ene jas, dan ontwikkel je daar ook een band mee. Elk stuk krijgt een unieke waarde. Soms koop ik iets bij, maar dan is het duurzaam en verantwoord. Door minder te hebben, kun je iets tot in zijn essentie proeven, waarnemen en waarderen.

‘Bovendien overschrijdt ons huidig consumptiegedrag de draagkracht van deze planeet. Dat is onhoudbaar. Ik wil permanent het gevoel hebben dat ik meteen kan vertrekken, en ik wil ook zo weinig mogelijk mensen belasten met wat ik hier achterlaat. Hoe minder ik bezit, hoe vrijer ik me voel.’

Elsje Claessens
Elsje Claessens© CARMEN DE VOS

Elsje Claessens (51) Stagiaire

‘Als kind dacht ik al: we kunnen niet zomaar blijven weggooien, zeker geen dingen die nog bruikbaar zijn. Ik vind van alles op straat, ik koop op rommelmarktjes. Mijn huis staat vol met spullen met een verhaal. Maar als ik morgen alles kwijt zou zijn, ga ik niet panikeren, want ik weet dat er genoeg te vinden is. Als ik iets niet meer kan gebruiken, geef ik het door of zet ik het buiten met een bordje erbij: “gratis”.

‘Alles wat wordt weggegooid, komt op de afvalberg terecht. Dat is jammer. Ik begeleid voor de vzw Stormkop mensen die waste waven, dat is weven met plastic afval dat we vinden aan de oevers van de Schelde. Eerst gaan we Scheldejutten, daarna weven we er tapijtjes van.

‘Uiteraard neem ik al jaren mijn eigen zakken mee naar de supermarkt. Als ik al eens iets met een plastic verpakking koop, gebruik ik die als poepzakje voor de hond. Alle verpakkingen zijn daar prima voor geschikt: zakjes van chips, van brood… Met een blauwe PMD-zak kom ik een jaar toe. Groente- en fruitafval recycleer ik tot compost in mijn wormenbak. Heel wat gereedschap en materieel, tot mijn fiets toe, deel ik met mijn buren.

Ik geef toe: ik ben een beetje neurotisch, maar anderzijds geeft dat me veel voldoening.’

Simon Bultynck
Simon Bultynck© CARMEN DE VOS

Simon Bultynck (26) Kunstenaar

‘Ik streef naar zo weinig mogelijk bezit. Het begon in mijn studio, een ruimte die ik zo leeg mogelijk probeer te houden om vrij te kunnen denken en werken. Die lijn heb ik een paar jaar geleden doorgetrokken naar mijn persoonlijke leven. De meeste van mijn kleren heb ik weggegeven. Ik hield één winterbroek over, twee zomerbroeken en één short. De keuzestress valt weg, dat geeft me rust. Ik heb maar twee stuks beddengoed. Mijn herinneringen zijn herleid tot de inhoud van twee dozen.

‘Wat me boeit aan zo’n minimalistische levenshouding is de zoektocht naar de essentie der dingen. De paar voorwerpen waarmee ik me nog omring, koester ik echt. Als je bewust kiest voor dat ene keukenmes of die ene jas, dan ontwikkel je daar ook een band mee. Elk stuk krijgt een unieke waarde. Soms koop ik iets bij, maar dan is het duurzaam en verantwoord. Door minder te hebben, kun je iets tot in zijn essentie proeven, waarnemen en waarderen.

‘Bovendien overschrijdt ons huidig consumptiegedrag de draagkracht van deze planeet. Dat is onhoudbaar. Ik wil permanent het gevoel hebben dat ik meteen kan vertrekken, en ik wil ook zo weinig mogelijk mensen belasten met wat ik hier achterlaat. Hoe minder ik bezit, hoe vrijer ik me voel.’

Elsje Claessens
Elsje Claessens© CARMEN DE VOS

Elsje Claessens (51) Stagiaire

‘Als kind dacht ik al: we kunnen niet zomaar blijven weggooien, zeker geen dingen die nog bruikbaar zijn. Ik vind van alles op straat, ik koop op rommelmarktjes. Mijn huis staat vol met spullen met een verhaal. Maar als ik morgen alles kwijt zou zijn, ga ik niet panikeren, want ik weet dat er genoeg te vinden is. Als ik iets niet meer kan gebruiken, geef ik het door of zet ik het buiten met een bordje erbij: “gratis”.

‘Alles wat wordt weggegooid, komt op de afvalberg terecht. Dat is jammer. Ik begeleid voor de vzw Stormkop mensen die waste waven, dat is weven met plastic afval dat we vinden aan de oevers van de Schelde. Eerst gaan we Scheldejutten, daarna weven we er tapijtjes van.

‘Uiteraard neem ik al jaren mijn eigen zakken mee naar de supermarkt. Als ik al eens iets met een plastic verpakking koop, gebruik ik die als poepzakje voor de hond. Alle verpakkingen zijn daar prima voor geschikt: zakjes van chips, van brood… Met een blauwe PMD-zak kom ik een jaar toe. Groente- en fruitafval recycleer ik tot compost in mijn wormenbak. Heel wat gereedschap en materieel, tot mijn fiets toe, deel ik met mijn buren.

Ik geef toe: ik ben een beetje neurotisch, maar anderzijds geeft dat me veel voldoening.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content