Klimaatoverleg in Bonn levert weinig op

De conferentie over klimaatverandering in Bonn, 2018 © ENB

Tien dagen lang hebben afgevaardigden van de 195 staten die het klimaataakkoord van Parijs hebben getekend in het Duitse Bonn overlegd over hoe de kernpunten daarvan best in de praktijk worden omgezet, opdat de globale opwarming beperkt blijft tot minder dan twee graden. Er werd amper vooruitgang geboekt.

Bonn gold als voorbereiding voor de conferentie van COP24, die in december in het Poolse Katowice plaatsvindt. Daar moet het ‘rule book’ worden goedgekeurd, het geheel aan regels om het Akkoord van Parijs tot uitvoering te brengen.

Eens die grote lijnen zijn uitgetekend, staan nog wat zware dosiers op de plank: de nationale bijdragen van landen om hun uitstoot van broeikasgassen in te perken, transparantieregels die de lidstaten moeten hanteren om hun daden te verantwoorden en de financiering van de overgang in de landen van het Zuiden.

In Bonn verliep het overleg “erg langzaam”, stelde Amjad Abdulla, afgevaardigde vor de groep van kleine eilandstaten. Die traagheid begroef elke hoop om nu al enkele volwaardige teksten bijeen te schrijven. Ook EU-afgevaardigde transparatieregels toonde zich ontgoocheld over het gebrek aan progressie.

Eén van de knelpunten blijft de kwestie van de financiële staatshulp aan de zogenaamde ontwikkelingslanden. De landen van het rijke Noorden aarzelen om hun portefeuille al te ver te openen. “Op de door de ontwikkelde landen beloofde, jaarlijkse steun van 100 miljard dollar blijft het wachten”, merkte Véronique Rigot op. Rigot leidt het onderzoek naar klimaatkwesties bij CNCD-11.11.11, de koepelorganisatie van Franstalige en Duitstalige Belgische ontwikkelings-ngo’s en -verenigingen. Zij volgde het overleg in Bonn vanuit België. Sommige landen -Frankrijk, Duitsland en Nederland- breken een lans voor hogere klimatologische doelstellingen door Europa. België houdt zich in deze kwestie op de vlakte.

Partner Content