Joke Schauvliege

Integraal: Speech Joke Schauvliege op boekvoorstelling Dirk Draulans

Joke Schauvliege Vlaams parlementslid voor CD&V

Joke Schauvliege sprak op de boekvoorstelling van Dirk Draulans’ In de putten – zijn nieuw boek, waarin de Knack-journalist kritisch is voor Schauvlieges natuurbeleid. Dit is haar integrale speech. ‘Iedereen hier aanwezig kent Dirk en iedereen kent zijn provocatieve, enigszins hyperbolische stijl.’

Beste Dirk,

Dames en heren,

Als minister van cultuur was ik geregeld te gast bij boekpresentaties. Ik heb vele avonden en weekends doorgebracht op evenementen van uitgeverijen. Sindsdien gebeurt dat eigenlijk nog zelden. Er verschijnen sowieso niet veel boeken met persoonlijke natuurreflecties, maar ik word bij die zeldzame gelegenheden ook niet zo vaak uitgenodigd. Dat vind ik jammer, want de gevoelens van bewondering, verwondering en enthousiasme voor de natuur die Dirk in zijn boek over dit polderland zo treffend beschrijft, zijn mij goed bekend.

Ik heb heel mijn jeugd namelijk doorgebracht als een spreekwoordelijke “groene jongen”. Elke grote vakantie trok ik op natuurkamp en in mijn vrije tijd was ik vaak – als wandelend cliché uitgedost met rubberlaarzen en verrekijker – te vinden in velden en bossen op zoek naar een bijzonder stuk fauna en flora. Dat is natuurlijk geen hobby van de doorsnee-tiener, maar ik beken het graag: ik was aangestoken door het groene virus.

Intussen is veel veranderd, ben ik in de advocatuur en later in de politiek terechtgekomen, en sedert zeven jaar zetel ik in de Vlaamse regering als minister van Natuur. Ik breng nu minder effectieve tijd in de natuur door, maar ben er eigenlijk veel meer mee bezig dan vroeger. Dat heeft mij helaas niet dichter gebracht tot mijn vrienden van weleer, integendeel zelfs.

De reacties van de natuurbeweging op mijn beleid zijn, om het eufemistisch uit te drukken, gemengd. Een militant gedeelte gebruikt gretig de megafoons van de media om, in overdreven bewoordingen en met onheilspellende cijfers, een haast persoonlijke hetze te voeren tegen hun voogdijminister. Toppunt was de gepersonaliseerde actie ‘Het is nog niet te laat, Joke’ in 200 kleine natuurgebieden die door mijn beleid zouden gaan verdwijnen, maar waarvan de verdwijning zich alleen in de fantasie van de campagneleiders heeft afgespeeld. De borden met ‘Bedankt, Joke’ heb ik voorlopig nog nergens gezien.

‘Iedereen kent Dirk Draulans en zijn provocatieve, enigszins hyperbolische stijl’

En zo is mijn hartelijk en veelvuldig contact met mijn natuurlijk milieu van groene jongens, mijn ‘habitat’ om in het jargon te blijven, geleidelijk vertroebeld geraakt. Gelukkig probeert Dirk Draulans deze kromme situatie vandaag recht te trekken door “Hare Hoogheid”, zoals hij mij in het boek een paar keer noemt, uit te nodigen op zijn boekpresentatie. Dat is de eerste verdienste van Dirk die ik vandaag wil citeren. Hij heeft de 165 centimeter hoogheid die voor u staat, opnieuw in contact gebracht met wat eigenlijk haar natuurlijke achterban zou moeten zijn.

De tweede verdienste van Dirk bestaat in de grote aandacht die hij in zijn boek schenkt aan mijn beleid. Iedereen hier aanwezig kent Dirk en iedereen kent zijn provocatieve, enigszins hyperbolische stijl. Het zal u dus niet verwonderen dat het boek heel wat kritiek bevat op mijn persoon, op mijn opleiding, op mijn woonplaats, op mijn politieke partij, op mijn verkiezingsfolder… maar daar ga ik allemaal vrolijk aan voorbij. Over kleuren en smaken valt niet zinvol te discussiëren.

Maar zijn kritiek op mijn beleid als minister, waarvan u de fraaie verwoordingen vanavond allemaal uitgebreid kan nalezen in het boek, ga ik toch even kort contrasteren met een aantal sprekende cijfers. Omdat ik sedert 2009 minister van Natuur ben, tekenen zich stilaan een paar tendensen af.

  • De oppervlakte natuur onder effectief beheer is tussen 2009 en vandaag gestegen van 50.000 naar 80.000 hectare
  • Hiervoor keerde ik toen 5 miljoen euro beheerssubsidies uit, vandaag 8,5 miljoen euro
  • Intussen heb ik voor 33.000 hectare natuur een toegankelijkheidsregeling goedgekeurd. In 2009 bestond die slechts voor 400 hectare
  • Als onderdeel van die toegankelijksregelingen heb ik het aantal speelzones van 420 naar 694 opgedreven
  • Het aantal natuurreservaten is in die periode gestegen van 330 naar 360, hun totale oppervlakte van 14.000 naar 18.000 hectare en hun subsidies van 5 miljoen naar 7 miljoen euro
  • De quick win-subsidies voor instandhoudingsdoelstellingen zijn gegroeid van 100.000 euro naar 1,5 miljoen euro
  • En tot slot heb ik verschillende bijkomende projectoproepen in het leven geroepen: 500.000 euro voor “Natuur in je buurt”, 100.000 euro voor “Pimp je speelplaats”, 300.000 euro voor extra volkstuintjes.

Dames en heren,

Het is maar een greep van enkele cijfers uit hele boekhoudingen, en iedereen weet dat men met cijfers alles kan bewijzen, maar ik daag de aanwezigen uit om deze afgeronde cijfers later toch maar eens te verifiëren met alle punten en komma’s.

En misschien om dan tegelijk naar maatschappelijke sectoren te zoeken die de jongste jaren – in een ernstig economische crisis met een forse weerslag op de overheidsbudgetten – een gelijkaardig parcours hebben kunnen rijden van steeds stijgende indicatoren en van steeds groeiende budgetten.

En, terwijl u dan toch bezig bent, om zich even af te vragen of de feitelijke realisaties in het natuurbeleid eigenlijk wel in verhouding staan tot het krasse woordgebruik over mijn beleid en mijn persoon.

Maar zoals ik al zei, natuurliefhebbers komen in maten en soorten. En, gelukkig, deelt niet iedereen dezelfde meningen. In zijn boek staat Dirk bijvoorbeeld uitgebreid stil bij een ander interessant boek, dat van zijn Knack-collega Chris De Stoop. Een sterkere uiting van botsende visies onder natuurmensen kan men niet vinden: twee redacteurs van hetzelfde blad – een blad voor weldenkende mensen dan nog – schrijven over de natuur in dit zelfde stukje Beveren en komen tot volstrekt tegengestelde conclusies. Terzijde: die vaststelling maakt mij, en wellicht nog andere lezers, stiekem benieuwd naar de gesprekken over natuur en milieu op de vergaderingen van de Knack-redactie.

Maar dat gebeurt natuurlijk ook onder professoren en onder politici en ambtenaren, en overal in de ‘echte’ wereld die wij als Vlaamse regering horen te besturen: voor sommigen zal elke cent voor natuur een cent te weinig zijn, voor anderen een cent te veel, en voor nog anderen de verkeerde cent. Ik doe niet mee aan opbod aan deze of gene zijde van het spectrum, maar zoek een evenwicht tussen verschillende belangen in samenleving. Ik laat mij niet uit het lood slaan door de luidste schreeuwers en blijf met grote onverzettelijkheid het midden opzoeken.

Daarom ben ik Dirk dankbaar voor de kans om vandaag in het hol van de leeuw, of eerder: in de poelen en grachten van De Putten, aan u te komen vertellen wat wij de jongste jaren reëel voor natuur hebben gedaan.

Ik dank u.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content