Biobrandstof uit afval kan emissies reduceren en de import van fossiele brandstoffen inperken. De brandstof zou voor 16 procent van het wegtransport in Europa kunnen instaan.
Een studie van de industrie en een aantal ngo’s toont aan dat brandstof gemaakt uit afval, 16 procent van alle brandstof die op Europese wegen verbruikt wordt, kan vervangen tegen 2030. Dat zou de uitgaven voor olie-import verminderen en de rurale economie met tot 15 miljard euro een flinke duw in de rug geven.
Het rapport, dat onder andere gesteund wordt door BA, Novozymes, WWF en Virgin Airways, vindt dat duurzaam afval van boerderijen, bossen, huishoudens en de industrie kan worden omgezet in brandstof voor transport. Ze verwerpen de opmerkingen dat er onvoldoende organisch afval zou zijn om een betekenisvolle of kostenefficiënte bijdrage te leveren aan de grote vraag naar brandstof.
900 miljoen ton afval, 300.000 jobs
De onderzoekers berekenden dat Europeanen jaarlijks tot 900 miljoen ton aan papier, voeding, hout en planten voortbrengen. Een kwart daarvan – ongeveer 220 miljoen ton – is beschikbaar voor energiegebruik, zolang de duurzaamheid ervan wordt verzekerd.
De enorme afvalberg kan genoeg materiaal leveren om elk jaar tot 2030, 37 miljoen ton olie-import te vermijden. Op die manier ontstaat een industrie die tot 300.000 jobs kan creëren en de uitstoot van broeikasgassen drastisch kan verminderen.
Zelfs een beperkte doelstelling die tegen 2020 slechts 2 procent van de transportbrandstof wil vervangen door brandstof uit afval, zou 40.000 jobs verzekeren en tot 2,4 miljard euro aan inkomsten opbrengen voor de landbouw- en bosbouwsector.
60 procent minder uitstoot
Sommige onderzoeken hebben aangewezen dat biobrandstoffen die verkregen worden door indirecte landgebruiksverandering (ILUC) eigenlijk hogere emissies hebben dan de fossiele brandstoffen die ze horen te vervangen. Bepaalde brandstoffen die uit palmolie gehaald worden zouden bijvoorbeeld meer uitstoten dan benzine of diesel.
Maar de huidige studie zegt dat als de biobrandstof uit afval op een duurzame manier wordt verkregen, dat tot 60 procent mindere emissies produceert dan fossiele brandstoffen. In bepaalde omstandigheden kan er zelfs tot 85 procent bespaard worden.
Beleidsverandering EU
Het rapport zegt wel dat een succesvolle commercialisering van de technologie rond biobrandstof afhankelijk is van het beleid van de Europese Unie. Velen vrezen dat een beleidsverandering nog veraf is.
De Europese Commissie heeft recent namelijk nog voorgesteld de doelstelling voor de reductie met 6 procent van broeikasgassen uit transport, die in 2020 afloopt, te verzwakken. De industrie vreest nu dat het de investeringen in biobrandstoffen zal schaden.
De onzekerheid over een beleid op lange termijn voor biobrandstoffen, weerhoudt de geavanceerde brandstoffen ervan verder te ontwikkelen, stelt het rapport. Zelfs met kleine stimuli zouden de EU-lidstaten ervoor kunnen zorgen dat biobrandstoffen uit goedkopere grondstoffen kunnen concurreren met de fossiele equivalenten op de markt.
Europa steunt reeds een commerciële centrale van geavanceerde biobrandstoffen in Crescentino in Italië. De bedrijven die bij het rapport betrokken zijn, dringen er bij de EU op aan de industrie te helpen groeien om de concurrentie uit de VS en Zuid-Amerika te kunnen tegengaan. Ten slotte willen ze weer ambitieuze doelstellingen voor een reductie van de CO2-uitstoot door transport tegen 2030.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier