Beestenboel: vervuiling en overexploitatie brengt de wilde oester in gevaar

© ISOPIX
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

De culinair geroemde Europese platte oester gaat ten onder. Maar er wordt gewerkt aan het herstel van natuurlijke oesterbanken.

Het zijn slechte tijden voor oesters: de eindejaarsfeesten komen eraan. Niet dat de wilde platte oester uit de Noordzee er wakker van zal liggen. Ze heeft grotere zorgen want haar populatie krijgt al lang zware klappen, onder meer als gevolg van vervuiling en van overexploitatie voor menselijke consumptie – het is altijd hetzelfde verhaal.

Om de tanende oogst te compenseren (want de consumptie mag niet gehypothekeerd worden) werd in de jaren zestig de Japanse oester geïmporteerd in de Zeeuwse Scheldedelta als kweekproduct. Helaas overwoekerde de uitgenodigde migrant, die wat groter en robuuster is dan onze soort en naar verluidt minder lekker, in sneltempo de delta. Voor wilde oesters lijkt er geen plaats meer te zijn. De Japanners zitten in de weg.

De natuur eventjes op adem laten komen, is voor de vele kortzichtigen onder ons geen optie.

De geïmporteerde migranten brachten ook verstekelingen mee, zoals een herpesachtig virus en een eencellige parasiet die een ramp zijn voor Europese oesters. In tegenstelling tot de Japanners hadden ze er geen weerstand tegen. Om het nóg erger te maken, zijn er nog ongenode gasten in het spel, zoals de Amerikaanse oesterboorder: een grote slak die een gat in een oesterschelp boort om het diertje op te kunnen zuigen. Niet alleen mensen slurpen graag oesters leeg.

Er zijn plannen om het bestand van de wilde oester in de Noordzee nieuw leven in te blazen. Marien expert Krien Hansen van Natuurpunt hamert daarbij op het belang van grindbedden. Ze omschrijft het Belgische deel van de Noordzee als ‘een grote ondergelopen zandvlakte, onderbroken door hellingen van zandbanken, occasionele wrakken en sokkels van windmolens’. Grindbedden zijn concentraties van keien en rotsblokken die vooral over het westelijk deel van onze zee verspreid liggen.

In principe zijn de grindbedden wettelijk beschermd, maar ze worden bedreigd door onderwaterstofwolken veroorzaakt door zandwinning op zee en bodemvisserij. Het blijkt niet makkelijk om die praktijken te stoppen, ondanks het inzicht dat grindbedden en oesterbanken van uitzonderlijk belang zijn voor de biodiversiteit, want veel soorten vinden er een heel leefbare omgeving. Zelfs de visserij zou ervan kunnen profiteren, want vislarfjes en garnalen vinden er bescherming. Maar ecologisch langetermijndenken krijg je moeilijk in de koppen gehamerd van mensen die per se wil blijven vissen. Eventjes stoppen om de natuur op adem te laten komen, is voor de vele kortzichtigen onder ons geen optie.

Recent is bovendien ontdekt dat wilde oesters op een bepaalde manier kunnen horen: ze hebben speciale cellen die reageren op geluidsgolven. Volgens een studie in het vakblad Public Library of Science ONE zouden ze dat zintuig gebruiken om getijdestromingen te volgen, zodat ze weten wanneer de omstandigheden geschikt zijn om te eten. Ze zouden er ook de komst van roofdieren mee kunnen detecteren, hoewel het onduidelijk is of ze daar veel mee zijn want ontsnappen is niet aan de orde – het enige wat ze kunnen doen is hun schelp stevig sluiten. Wetenschappers waarschuwen ervoor dat geluidsvervuiling, die wordt veroorzaakt door bijvoorbeeld de schepen van vissers en zandbaggeraars, extra druk kan leggen op de fragiele oesterpopulaties.

Partner Content