Beestenboel: de zeekat blijkt een uitstekende planner

© belga
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

De zeekat is een inktvis die over een batterij technieken beschikt om aan belagers te ontsnappen.

U hebt waarschijnlijk al wel eens een zeekat gezien. Of toch minstens het harde deel van het dier dat regelmatig op het strand aanspoelt. Dat is het ovale zeeschuim waar vogels dol op zijn, omdat het vol kalk zit. Die platte schelp is het enige harde deel in het weke lichaam van de zeekat, die behoort tot de inktvissen. Niet alleen biedt de schelp structuur aan het zeekattenlijf, ze verzorgt ook het drijfvermogen van het dier – daarom is ze poreus.

Die vondsten op het strand doen denken dat zeekatten wijdverspreid zijn in de Noordzee, maar de populatie krijgt al een halve eeuw zware klappen door overbevissing. Tegen de netten van menselijke vissers helpen de doorwrochte camouflagetechnieken van de dieren niet.

Zeekatten kunnen tot een halve meter lang worden, dus biedt hun weke lijf meer dan een stevige hap voor roofvissen. Daarom zijn ze geweldig goed gecamoufleerd op de zeebodem. Als ze zwemmen, kunnen ze zich pijlsnel aanpassen aan een verandering van het uitzicht van de ondergrond dankzij een massa speciale pigmentcellen in hun huid. Als ze rustig zitten, kunnen ze uitsteeksels op hun huid produceren, die de indruk geven dat ze een vaste structuur zijn. En ze zijn in staat om het elektrisch veld te ontregelen dat haaien, hun voornaamste belagers, voor de jacht gebruiken.

Zeekatten lijken slimmer dan kleuters in een klassieke psychologietest.

Worden zeekatten toch opgemerkt? Dan zijn er hun fameuze inktwolken waarmee ze letterlijk in het duister verdwijnen. Dat was zo’n succesvolle innovatie dat de inkt al minstens 160 miljoen jaar in dezelfde vorm meegaat. Want iets wat jaar in jaar uit zijn nut bewijst, moet niet worden bijgestuurd.

De zeekat gebruikt de inkt ook voor de bescherming van de eitjes. Die zijn van nature wit, waardoor ze sterk opvallen als ze zonder meer worden achtergelaten. Daarom spuit een vrouwtje na de leg haar laatste inkt over haar twee- tot driehonderd eitjes. En vervolgens sterft ze – inktvisvrouwtjes planten zich slechts één keer voort.

De mannetjes gebruiken hun capaciteit om van kleur te veranderen om vrouwtjes te imponeren. Ze gebruiken die strategie op specifieke paaiplaatsen, meestal in de buurt van waar ze zelf uit hun eitje kropen. Veel zeekatten uit ons deel van de Noordzee paaien in de Scheldedelta. Een mannetje blijft tot de eileg bij het vrouwtje waarmee hij paarde. Vooral om te vermijden dat ze zich na zijn vertrek door een andere onverlaat zou laten verleiden.

Inktvissen hebben de reputatie slimme dieren te zijn. Dat geldt zeker voor de zeekat. Een experiment dat beschreven wordt in het vakblad Biology Letters toont aan dat zeekatten niet alleen een goed geheugen hebben, maar ook kunnen plannen in functie van hun ervaringen.

Zeekatten eten vooral krabben en garnalen, maar ze hebben duidelijk een voorkeur voor de laatste prooisoort. Als zeekatten in gevangenschap leren dat ze elke avond garnalen krijgen, eten ze overdag minder van het krabbenvlees dat ze zien passeren. Als ze niet zeker zijn dat ze ’s avonds garnalen krijgen, laten ze de krabben niet links liggen. Zo lijken ze slimmer dan kleuters in een klassieke psychologietest: veel kleuters zijn niet in staat een snoepje te laten liggen, ook al weten ze dat ze er later meer krijgen als ze de verleiding weerstaan. Aan zoiets laat een zeekat zich niet vangen.

Partner Content