Onderzoek NASA-satellietbeelden: in Schaarbeek was de grond na een hittegolf 7 graden warmer dan in Ukkel

Een man zit te zonnen in het Jubelpark op 1 juli 2025 in Brussel. Die namiddag rees de temperatuur tot 35,9 °C. © Getty Images
Wolf France
Wolf France Journalist en Factchecker

Als u in een stad woont, hebt u het in de voorbije hittegolven warmer gehad dan uw vrienden op het platteland. Maar hoe warm precies, dat hangt af van de wijk waar u woont. Uit Knack-onderzoek op basis van satellietbeelden blijkt dat het verschil in oppervlaktetemperatuur tussen twee wijken in dezelfde stad 10 graden en meer kan zijn.

We maakten dit jaar in België al twee hittegolven mee: een periode van meer dan vijf dagen waarbij het meer dan 25 graden Celsius is, drie van die vijf dagen moet het kwik zelfs over de 30 graden gaan. Hittegolven, zo meldt Sciensano, het federaal onderzoekscentrum voor volksgezondheid, gaan meestal gepaard met oversterfte. Tijdens de eerste hittegolf van 2025 stierven volgens een schatting van het Grantham Institute in twaalf grote Europese steden 2300 mensen. 1500 van hen zouden zonder de klimaatverandering volgens de onderzoekers niet gestorven zijn.

‘Niet alleen je huis warm krijgen, ook je huis koel houden wordt een belangrijk sociaal probleem.’

Wie in een stad woont, voelt de impact van de hittegolven meer, want in steden is het opvallend warmer dan in meer landelijke gebieden. ‘Dat is het stedelijk hitte-eiland’, legt Eva Beele uit, postdoctoraal onderzoeker aan de KU Leuven. ‘De stad warmt op, door de materialen waarmee ze gebouwd wordt, door de menselijke activiteit en door de manier waarop gebouwen bij elkaar staan. Als gebouwen, bijvoorbeeld, dicht bij elkaar staan, blijft de warmte er ’s nachts langer hangen.’ Dat kan grote gevolgen hebben: ‘In een grootstad als Brussel is het gemiddeld een volledige graad warmer dan in andere Belgische steden’, weet Niels Souverijns van het onderzoeksbureau VITO.

Voor ons onderzoek gebruikten we data van Landsat, Amerikaanse NASA-satellieten die foto’s maken van het aardoppervlak. De beelden geven de temperatuur van het aardoppervlak weer, terwijl andere onderzoeksprojecten vaak lucht- of gevoelstemperatuur gebruiken. De Landsatdata geven een indicatie van verschillen in een stad en het effect van bijvoorbeeld parken of water in een stadswijk. Dat geeft inzicht in de impact van verharding op hitte in een stad

Want de hoge verhardings- en bebouwingsgraad van Vlaanderen en Brussel is een groot obstakel in de strijd tegen de hitte. 15,2 procent van de Vlaamse bodem was in 2023 ondoorlaatbaar – dat is een van de hoogste percentages van Europa. Voor Brussel was dat in 2022 zelfs 53,2 procent. Ter vergelijking: in een landelijk dorp als het West-Vlaamse Lo-Reninge is slechts 5 procent verhard.

De verschillen in een stad kunnen groot zijn, zo maakt de analyse van de Landsatdata duidelijk. Wat is bijvoorbeeld het effect van grote groene ruimtes en stromend water? En is er een verband tussen de gemiddelde grondtemperatuur en de sociaal-economische status van een wijk?

Brussel: koel dankzij het Zoniënwoud

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest leggen de Landsatdata grote verschillen bloot tussen de Brusselse gemeenten. De grondoppervlakte in Sint-Joost-ten-Node was op 4 juli, bijvoorbeeld, bijna 4 graden warmer dan het gemiddelde voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en ook in de gemeenten Schaarbeek en Sint-Jans -Molenbeek was het opvallend warmer. Niet toevallig zijn dat de armere gemeenten waar mensen op een kleine oppervlakte leven en publiek en privaat groen schaars is.

In de gemeente Watermaal-Bosvoorde was het op 4 juli maar liefst 8,5 graden frisser dan het gemiddelde, en ook in Oudergem en Ukkel was de grondoppervlakte een pak koeler. Voor die gemeenten speelt de nabijheid van het Zoniënwoud een belangrijke rol. Bovendien zijn het rijkere gemeentes: huizen staan er verder uit elkaar en er is meer stedelijk groen aanwezig. 

Simon De Muynck (ULB, Centre d’écologie urbaine) onderzoekt het stedelijk hitte-eilandeffect in Brussel. Er is een fundamenteel probleem, zucht hij: ‘Er is een duidelijk causaal verband tussen de verstedelijking van Brussel en de toename van de gevoelstemperatuur. Maar dat is het Brusselse systeem: gemeenten verdienen geld via de onroerende voorheffing op grond en dus moet er net meer verstedelijkt worden.’

‘Parken spelen een enorm belangrijke rol’, zegt De Muynck, die voor ons gesprek zelf een Brussels park opgezocht had, want op zijn kantoor was het te warm, ‘kijk bijvoorbeeld naar Vorst.’ Volgens de Landsatdata scoort Vorst eerder gemiddeld, ook al liggen er twee grote parken op het grondgebied. ‘Maar de gemiddelden op gemeenteniveau verhullen ook verschillen. Op fijnmazigere data zien we dat Vorst in twee is gedeeld: er is een armer en een rijker deel. De parken liggen in het rijkere deel en daar zijn de oppervlaktetemperaturen lager.’

Antwerpen: warmst aan de rand

Ook in de grootste stad van Vlaanderen is het stedelijk hitte-eilandeffect goed voelbaar. Maar liefst 77,9 procent van de Antwerpse oppervlakte is bebouwd – dat is nauwelijks minder dan Brussel. De wijken met de warmste oppervlakte zijn Petroleum-zuid, Ekeren-Centrum en Ekeren-Leugenberg, waar het bijna 10 graden warmer is dan het gemiddelde van de stad. Ook in het Antwerpse stadscentrum is het warm, maar toch liggen de warmste delen van de stad dus aan de rand.

Volgens een analyse van onderzoeksbureau VITO zou de luchttemperatuur in de binnenstad gemiddeld 4 graden Celsius hoger liggen dan in niet-stedelijk gebied, wat onze analyse van de grondtemperatuur in Antwerpen bevestigt.

Antwerpenaren op zoek naar verkoeling zoeken het best een huis in Wilrijk, waar de grondoppervlakte op 4 juli maar liefst 9,09 graden kouder was dan het Antwerpse gemiddelde. Dankzij de aanwezigheid van water en groen scoorden ook de wijken Eilandje en Rivierenhof goed.

Gent: warm betekent niet arm

In de tweede grootste stad van Vlaanderen is 67,3 procent van de oppervlakte bebouwd, maar ook daar zijn de verschillen groot. In Wondelgem, Gentbrugge en Sint-Amandsberg waren de grondtemperaturen het hoogst. De drie warmste wijken liggen dus net zoals in Antwerpen niet in het centrum van de stad. Sint-Denijs-Westrem & Afsnee, Watersportbaan-Ekkergem en Drongen waren op 4 juli de meest frisse delen van Gent. Ook deze wijken liggen aan de rand van de stad, maar in het koelere zuid-westen van Gent.

Karel Van den Berghe, professor ruimtelijke planning (TU Delft), ziet geen grote verschillen met de resultaten van zijn onderzoek naar het hitte-eilandeffect in Gent uit 2013. Maar hij maakt wel een belangrijke nuance: ‘De delen van Gent waar mensen het meest kwetsbaar zijn voor de hitte, zijn niet per se de delen met de hoogste temperaturen. Dat zijn de wijken waar de meest kwetsbare mensen leven, zoals Muide en de Brugsepoort.’

Van den Berghe pleit ervoor om ook socio-economische parameters in rekening te brengen: ‘Anders loop je het risico dat je investeert in de warmste wijken, en niet in de meest kwetsbare. Historische centra van steden hebben best hoge temperaturen. Een middeleeuwse stad als Gent, met nauwe straten en hoge gebouwen, houdt makkelijk warmte vast. Maar in het centrum wonen meestal kapitaalkrachtigere mensen en zij kunnen makkelijker “vluchten” voor de warmte. Ze hebben beter geïsoleerde huizen, grotere tuinen en vaak ook een airco.’ 

Ook water speelt volgens Van den Berghe een belangrijke rol. ‘Gent heeft veel water, maar dat staat grotendeels stil. Als stil water opwarmt, krijgt het een warme bovenlaag. Stromend water heeft dus een groter verkoelend effect.’

Leuven: overdag bomen, ’s nachts struiken

In de kleinere stad Leuven scoren vooral bepaalde straten in het centrum slecht, zoals de winkelstraat Diestsestraat waar het 8,8 graden warmer is dan het Leuvense gemiddelde. Net zoals Gent heeft Leuven (57,7 procent bebouwd) een historisch centrum met weinig publiek groen. De meest verharde delen zijn ook hier de wijken met de warmste oppervlakte. In Leuven is de rand van de stad frisser dan het centrum: rond het bos en het park van Heverlee was het opmerkelijk koeler.

Leuven.cool onderzocht het hitte-eilandeffect met een dicht netwerk van weerstations, die voornamelijk bij burgers geplaatst werden. Hun conclusie? Bomen koelen vooral overdag de stad via verdamping en schaduw, grassen en struiken bieden ’s nachts verkoeling. ‘De grootste verschillen tussen wijken’, zo legt onderzoeker Eva Beele uit, ‘zijn te verklaren door aaneengesloten stukken groen. Een enkele boom maakt op wijkniveau niet zoveel verschil, maar volledige straten ontharden of parken aanleggen wel.’

‘Elk huis een airco geven, warmt de stad nog meer op’


Vooral stadsbewoners voelen de impact van de hitte en dus gaan zij op zoek naar oplossingen. Vaak is dat een airco installeren: ‘Maar elk huis een airco geven, zal de stad niet afkoelen, integendeel’, waarschuwen experts. Wat helpt wel? Op lange termijn het uitzicht van de stad wijzigen en op korte termijn ontharden en vergroenen waar mogelijk.

Simon De Muynck (ULB) kijkt naar de renovatie van woningen: ‘In België zijn er meer mensen die hun woning niet koel kunnen houden in de zomer dan mensen die in de winter moeite hebben om hun woning te verwarmen. Naast koude wordt ook warmte een belangrijk sociaal probleem.’

Voor Eva Beele (KU Leuven) kunnen ‘stedelijke savannes’ helpen in verharde en dichtbebouwde locaties zoals street canyons – straten met aan beide zijden hoogbouw. Die afwisseling van aaneengesloten lage begroeiing met verspreide volgroeide bomen biedt ’s nachts en overdag verkoeling. ‘Boomkruinen die elkaar aanraken, houden de warmte ’s nachts vast en hebben daardoor een kleiner verkoelend effect.’

En ook uw tuin speelt een belangrijke rol. Karel Van den Berghe (TU Delft) wijst naar Nederland: de gemeentelijke pogingen om de publieke ruimte te vergroenen worden er tenietgedaan doordat mensen hun eigen tuin net verharden. ‘Het is ridicuul dat je als gemeenschap investeert, maar dat je de private grond verder laat verharden.’ Daarnaast denkt hij nog aan een sterk openbaar vervoer en makkelijke toegang tot groen.

Iedere woning een airco geven is dus geen oplossing. ‘Maar ruimtes die al een airco hebben, moeten opengesteld worden voor het grote publiek’, vindt De Muynck. In Madrid en Barcelona worden zelfs massaal hittebestendige zalen met airco’s bijgebouwd, zegt professor Van den Berghe. ‘Mensen kunnen daar op de warmste momenten van de dag terecht voor verkoeling. Als we dat hier willen vermijden, moeten we nu beginnen met zo veel mogelijk bomen te planten.’

Hittekaarten centrumsteden

Kijk hier wat de warmste wijken in uw stad zijn.

Hoe gingen we te werk?

Voor de data-analyse gebruikten we satellietbeelden van Landsat. Die beelden zijn publiek te raadplegen via https://earthexplorer.usgs.gov/. We selecteerden twee beelden van het type Landsat 8-9 OLI/TIRS C2 L2 met een lage bedekkingsgraad voor wolken, die nog het effect van de eerste hittegolf konden tonen. Voor Gent, Brussel en Antwerpen is dat een beeld van 4 juli, voor Leuven van 5 juli. Op basis van de satellietdata berekenden we relatieve gewogen gemiddeldes per statistische eenheid. Dat werd ons aangeraden door experts, aangezien de beelden slechts een momentopname zijn.

Lees meer over:
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Expertise