Ondanks personeelstekorten seponeren parketten steeds minder zaken

Parket van Brussel © Belga

Het parket heeft in 2024 beslist om aan 60,5 procent van de afgesloten dossiers geen gevolg te geven. Het gaat om het laagste aandeel seponeringen sinds het Openbaar Ministerie de cijfers bijhoudt in 2006, met ­uitzondering van de atypische covid­jaren 2020 en 2021. Dat blijkt vrijdag uit nieuwe cijfers die Justitie die De Tijd geanalyseerd heeft.

Er is sprake van een langetermijntrend. Sinds 2006, toen het aandeel seponeringen zo’n 75 procent bedroeg, daalde het cijfer tot in 2022. Dat jaar lag het aandeel weer enkele procentpunten hoger dan tijdens de coronajaren 2020 en 2021. Maar toen stroomden veel ‘covid­zaken’ binnen, bijvoorbeeld over inbreuken tegen de lockdownregels. Het ging veelal om relatief eenvoudige zaken, met lage seponeringspercentages. 

De cijfers lijken op het eerste ­gezicht in tegenspraak met de verzuchting van de magistratuur dat er te weinig capaciteit is om voldoende criminele feiten te kunnen vervolgen. De afgelopen jaren maakten steeds meer parketten bekend dat ze ­selectiever zouden omspringen met vervolgingen en meer zaken zouden moeten laten vallen. Maar dat slaat doorgaans op complexere zaken, die in aantal relatief beperkt zijn tegenover het totale aantal dossiers. 

Volgens het parket heeft de ­dalende trend alles te maken met een beter instroombeleid. ‘Door afspraken met de politie, onder een aantal voorwaarden en beperkingen, ­worden minder processen-verbaal overgemaakt aan het parket’, laat een woordvoerder van het Openbaar Ministerie weten. ‘Daardoor worden bij het parket minder zaken geopend die vervolgens snel een afhandeling zonder strafvervolging kregen.’

Partner Content