Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) gaat de verjaringsregels in het Wetboek van Strafvordering aanpassen. “De verjaringstermijn zal worden geschorst vanaf het ogenblik dat de zaak aanhangig is gemaakt bij de bodemrechter. Die wetgeving zal gelden voor alle strafzaken”, zegt Van Quickenborne dinsdag in De Tijd.
De verjaringstermijn loopt nu vanaf de dag dat de strafbare feiten zijn gepleegd. Hoe zwaarder de feiten, hoe langer de verjaringstermijn. Dat gaat bijvoorbeeld van zes maanden tot tien à twintig jaar. Bepaalde procedures kunnen de termijn tijdelijk stilleggen (‘schorsen’). En hij kan weer volledig van nul beginnen te lopen door onderzoeksdaden of een vervolging. Als Van Quickenborne de wet wijzigt, zullen de feiten niet verjaren zolang het proces ten gronde begint binnen die verjaringstermijnen.
Bende van Nijvel
De minister maakt er geen geheim van dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel meespeelt in zijn beslissing om het verjaringshoofdstuk in het Wetboek van Strafvordering sneller te hervormen dan de andere hoofdstukken. Het Bende-dossier zou in 2025, 40 jaar na de laatste feiten, definitief verjaren. Dat kan verhinderd worden als de nieuwe verjaringsregel van kracht wordt en het federaal parket erin slaagt het proces ten gronde voor die deadline te laten beginnen.
Al wil Van Quickenborne niets beloven. Hij wil geen valse hoop creëren voor de overlevenden en nabestaanden, die “eerlijkheid en duidelijkheid verdienen”. Federaal procureur Frédéric Van Leeuw, bij wie het onderzoek naar de Bende van Nijvel wordt gevoerd, is een voorstander van de wetswijziging die Van Quickenborne wil doorvoeren. “Dat zal helpen voor het dossier van de Bende van Nijvel, maar ook voor andere dossiers”, klinkt het.