Steeds minder bunzings in Vlaanderen

Vlaanderen telt steeds minder bunzingen. De oorzaken van de achteruitgang zijn niet goed gekend.

De bunzing, een marterachtige, gaat fors achteruit in Vlaanderen. Daar waar in 1998 zeven keer meer dode bunzings ingezameld werden dan steenmarters, blijkt die laatste nu dubbel zo vaak te worden ingezameld. Dat bevestigen cijfergegevens van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO).

“De signalen over de forse achteruitgang worden bevestigd door de afname in het aantal ingezamelde bunzings via het marternetwerk”, aldus Koen Van Den Berge (INBO). “Het aantal ingezamelde bunzings was in 1998 een zevenvoud van het aantal ingezamelde steenmarters. Tegenwoordig worden bijna dubbel zoveel steenmarters als bunzings ingezameld.” Het cijfer van ruim 350 (1998) ingezamelde bunzings, staat in schril contrast met de ruim 50 van de afgelopen jaren.

Oorzaken achteruitgang bunzingbestand

De oorzaken van de achteruitgang zijn niet goed gekend. Mogelijke oorzaken zijn onder meer de steeds verder schrijdende schaalvergroting in de landbouw en de habitatfragmentaties, het dichter wordende wegennet en het toenemende verkeer, een verhoogde opname en opstapeling van gifstoffen uit het milieu en de achteruitgang van het konijnenbestand. “Waarschijnlijk is het een combinatie van factoren en werkt de ene factor versterkend ten opzichte van de andere, waarbij op zeker moment een bepaalde drempel wordt bereikt en overschreden.”

Volgens de wetenschappers is het weinig waarschijnlijk dat het dalende bunzingbestand een rechtstreeks gevolg is van de opkomst van de steenmarter, wat dikwijls wordt gesuggereerd. “Enkel kleine zoogdieren en vogels zijn gemeenschappelijk in de voedselkeuze. Uit recent Nederlands zenderonderzoek bleek dat beide soorten elkaar niet uitsluiten.” (Belga/INM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content