‘Voor welk soort veiligheid kiezen we? Voor politiek evenwicht op korte termijn, of voor echte veiligheid op langere?’, vraagt Jan Mertens, voorzitter van Oikos. ‘Het is niet omdat je zwijgt over de klimaatcrisis dat ze minder erg wordt, integendeel.’
Zouden ze het tijdens de recente NAVO-top ook over klimaatveiligheid gehad hebben? Die kans lijkt nogal klein. Defensie is een ernstige zaak, en voor velen betekent dat dat je het in de eerste plaats moet hebben over een zogenaamd ‘ernstige’ invulling daarvan, met name met militaire middelen. Over klimaat moeten we het nu even niet meer hebben.
Het volgens de aandrijvers van de cultuuroorlogen ‘doorgeschoten’ klimaatbeleid moet plaatsmaken voor iets wat meer ‘realistisch’ is, zijnde: een enge kijk op veiligheid in militaire termen, competitiviteit, restrictief migratiebeleid, minder aandacht voor bescherming van ecosystemen, … Die weg zal uiteindelijk in het beste geval enkel de belangen dienen van een kleine groep rijken, namelijk het beschermen van het privilege van de veiligheid van een welbepaalde ecologisch gulzige levensstijl.
Een andere invulling van wat veiligheid zou kunnen zijn is mogelijk, en is in wezen de enige realistische. Als je tenminste vindt dat alle mensen op deze planeet, nu en in de toekomst, evenveel recht hebben op een waardig leven binnen planetaire grenzen.
Wiens veiligheid streven we na?
Onze regering heeft op korte tijd veel extra geld gevonden voor defensie. Als je tegelijk je begroting min of meer in orde wilt houden, zijn er in wezen maar twee wegen. Ofwel probeer je het gangbare status quo te behouden, en dan kun je enkel fors gaan snoeien in sociale bescherming en uitgaven voor de groene transitie. Die weg wordt ook zo beoogd door rechts-conservatieve krachten.
Ofwel zie je in dat enkel een meer systemische oplossing een uitweg biedt. Dan vraag je een grotere inspanning van wie rijk is of ecologisch te zwaar weegt op de planeet. En stop je vooral niet met een beleid dat structureel wil voorkomen dat de maatschappelijke kost van de klimaatontwrichting nog groter wordt. Achter die twee wegen zitten eigenlijk ook twee visies op wat veiligheid is en wiens veiligheid we nastreven.
Klimaatontkenning 2.0
Ondanks de vaststelling dat eigenlijk 89% van de wereldbevolking vindt dat er meer klimaatactie moet komen, overheerst het beeld dat klimaat ‘weg’ is uit het debat. Als dat zo is, is het deels een gevolg van een welbepaalde politieke agenda van een aantal groepen. De klimaatontkenning 2.0 gaat nu minder over het fenomeen klimaatverandering zelf, maar wel over de logische oplossingen. Er is al veel gebeurd, maar de vaststelling is ook dat de relatief gemakkelijke dingen gedaan zijn. Veel verder gaan kun je alleen als je ten gronde iets verandert aan ons voedsel- of mobiliteitssysteem. Het veronderstelde einddoel steunen we wel, maar de voorgestelde maatregelen om er te komen zijn ‘te moeilijk’ of zullen te zeer onze op consumptie gerichte manier van leven aantasten.
En hoewel de werkelijkheid met de dag urgenter wordt, groeit bij een aantal machtige groepen de cynische ontkenning ervan. De spagaat tussen wat officieel wordt beleden en de werkelijk gemaakte politieke keuzes wordt ook met de dag groter.
Klimaatbeleid wordt teruggedraaid
Het officiële discours van de Europese Commissie is dat de grotere aandacht voor industrieel beleid via de Clean Industrial Deal complementair is aan de Green Deal. Aan de kern van de groene verworvenheden van de voorbije jaren zou niet geraakt worden. De politieke werkelijkheid is anders. Week na week wordt er door rechts in het Europees Parlement en de Raad ingebeukt op die verworvenheden: opnieuw lagere normen voor auto’s, afzwakking ontbossingswet, mogelijk terugdraaien beleid tegen greenwashing, in vraag stellen duurzame plannen voor het landbouwbeleid, deregulering vermomd als ‘vereenvoudiging’… Het gaat snel en het gaat hard.
Een van de cruciale discussies ligt nu op de tafel: de klimaatdoelstelling voor 2040. De door de EU aangestelde wetenschappelijke adviesraad bepleit om het doel van de 90% reductie zeker niet in vraag te stellen, met daarbij trouwens een uitdrukkelijke verwijzing naar veiligheid. Maar het komende Commissievoorstel zal dat doel waarschijnlijk afzwakken, via een opening naar ‘flexibiliteit’ en in de Raad pleiten enkele landen voor uitstel of afzwakking. Dat is in alle opzichten strategisch de verkeerde weg.
België loopt hopeloos achter
In eigen land is de situatie niet veel beter. Het regeerakkoord van de huidige federale regering heeft de klimaatambitie, voor wie goed leest, duidelijk verlaagd. We lopen nog maar eens hopeloos achter met het indienen van een Nationaal Energie- en Klimaatplan en het blijft wachten op het klimaatplan van de Vlaamse regering. Het zogenaamde realisme van het ‘haalbaar en betaalbaar’ en het ‘nu moeten we voorrang geven aan de economie’ zal er enkel toe leiden dat de klimaatontwrichting versnelt, wat een steeds grotere reële maatschappelijke kost zal veroorzaken.
Gaan we die laten betalen door minder sociale bescherming, en dus grotere ongelijkheid, en dus grotere kans op maatschappelijke tegenstellingen die we dan weer gaan vertalen als een klassiek veiligheidsprobleem? Of gaan we integendeel van dit cruciale moment gebruik maken om in de klimaatcrisis een uitnodiging te zien om het roer om te gooien en echt te investeren in duurzame veiligheid door een welvaartsmodel op te bouwen dat herstelt en zorgt in plaats van vernietigt?
Onze eerste minister zit voorlopig nog niet in het goede kamp. Hij zegt dat hij het natuurlijk eens is met het doel voor 2050, maar dat er nog discussie is over de weg daar naartoe. Het valt dus uitkijken naar welke positie de Vlaamse regering zal kiezen. Voor welk soort veiligheid kiezen ze? Voor politiek evenwicht op korte termijn, of voor echte veiligheid op langere?
Gevaarlijke ’tipping points’
Het is cruciaal dat we in het debat over veiligheid meer aandacht hebben voor een model van brede veiligheid. Dat is geen afleidingsmanoeuvre om het niet te moeten hebben over acute uitdagingen zoals antwoorden op brutale agressie van het ene land tegen het andere. Het zorgt minstens voor een betere bedding, voor betere keuzes en voor meer kansen op het voorkomen van conflicten. En het is niet omdat je zwijgt over de klimaatcrisis dat ze minder erg wordt, integendeel. 2024 was het warmste jaar ooit. Allerlei vormen van extreem weer versterken elkaar en zullen meer permanent dan uitzonderlijk worden. En het was al behoorlijk erg in 2024. Er is meer aandacht nodig voor gevaarlijke ‘tipping points’, ook in de klimaatplannen van landen.
De macro-economische kost van de klimaatcrisis wordt systematisch onderschat. Europa is veel te weinig voorbereid op het hele gamma van klimaatrisico’s. Onze planeet zit nu op een pad naar 2,7°C en de kansen om binnen de 1,5°C te blijven worden kleiner, al blijft het mogelijk. Het zou een enorme blunder zijn om nu de teugels te lossen en de klimaatambitie te verlagen. In cynische termen: terwijl de door de klimaatcrisis versterkte conflicten toenemen zal er steeds minder geld over zijn dat je nog kunt besteden aan militaire middelen om daarop te antwoorden.
In het nadenken over klimaatveiligheid staan we in zekere zin ook voor de keuze tussen de twee eerder genoemde wegen, in dit geval voor enge (militaire) veiligheid of voor brede veiligheid. Je kunt het nadenken over de ‘nexus’ tussen klimaat en veiligheid inpassen in je strategisch model. Dat gebeurt nu al voor een deel, onder meer door de EU. Je zou in de afspraken over meeruitgaven voor defensie middelen kunnen opnemen voor betere (civiele) bescherming tegen extreem weer, wat landen als Spanje al doen. Dat is waardevol, maar er is meer nodig.
Een veiligheid die steunt op bescherming, zorg en herstel voor alle bewoners van deze planeet, nu en in de toekomst, biedt de beste perspectieven.
Klimaat als oorzaak van conflicten
Er is nog veel academische discussie over de mate waarin klimaat een veroorzaker van conflicten dan wel een versneller van andere complexe oorzaken ervan is. Die discussie is belangrijk maar mag niet afleiden van een analyse van onderliggende visies. In een meer rechts-conservatieve framing zou je een soort beeld kunnen krijgen als: de klimaatcrisis in de landen in het Zuiden zorgt daar mogelijk voor onrust, waardoor meer mensen zullen willen migreren naar ons en zo onze levensstandaard bedreigen, en daar moeten we ons tegen beschermen (met een binnenlandse variant van armen die de ‘verworven’ levensstijl van de rijkeren in vraag stellen).
In een heel andere framing van gedeelde veiligheid is er oog voor de maatschappelijke ontwrichting in het Globale Zuiden door onze gemiddeld te ecologisch gulzige levensstijl en heeft een alleenstaande moeder die op een eiland in de Caraïben haar kinderen probeert te beschermen tegen de zoveelste sterke orkaan evenveel recht op een waardig leven als de middenklasser die in onze steden woont. We zijn alleen veilig als iedereen veilig is. Dat is de betere manier om naar de genoemde nexus te kijken.
Beleid van Trump: ultieme vorm van wreedheid
Het beleid van de oranje man uit de VS is de ultieme vorm van wreedheid en cynisme: uit het internationale klimaatakkoord stappen, de groene transitie afbouwen, staten aanvallen omdat ze sterke klimaatdoelen hebben, steun voor hernieuwbare energie afbouwen en oliewinning in kwetsbare gebieden toestaan, wetenschappelijke instellingen ontmantelen, correcte communicatie over klimaat verbieden, capaciteit voor humanitaire hulp afbouwen, internationale solidariteit stopzetten, … Het is de overtreffende trap van wat de rechts-conservatieve krachten in Europa beogen.
Een verkillende analyse van dat alles is dat Trump zeer goed weet hoe erg de klimaatcrisis is, maar nu al actief bezig is met het vrijwaren van de ‘veilige eilanden’ waarin de superrijken zich zullen kunnen terugtrekken en beschermen tegen de ‘invasie van de armen’. (Naomi Klein noemt dat het ‘eindtijdfascisme’.) Is dat de veiligheid die we willen?
Een veiligheid die steunt op bescherming, zorg en herstel voor alle bewoners van deze planeet, nu en in de toekomst, biedt de beste perspectieven. Daartoe is de meest realistische weg die van de snelle ombouw van ons welvaartsmodel zodat het weer past binnen de planetaire grenzen en aan iedereen een volhoudbaar perspectief kan geven. Daartoe moeten we vooral de doelstelling van het Parijsakkoord van de 1,5°C niet opgeven (zoals trouwens ook heel wat ambitieuze ondernemers vragen). Daartoe moeten we de Green Deal niet als een bedreiging maar als een uitnodiging zien.
Elke tiende van een graad telt, het doet ertoe. Een snelle en forse vermindering van onze emissies is nog altijd de meest veilige weg. De uitkomst van het debat over de doelstelling 2040, de houding van onze regeringen, met onder meer het Vlaamse klimaatplan, dat alles zal duidelijk maken voor welke veiligheid onze leidende politici willen kiezen.