De inzet van de klimaattop in Belém is andermaal torenhoog, want de vraag die op ieders lippen brandt, is of multilaterale samenwerking nog wel levensvatbaar is.
Het Braziliaanse voorzitterschap lijkt alvast eieren voor zijn geld te kiezen en wil vooral inzetten op implementatie, met andere woorden het uitvoeren van eerder afgesproken akkoorden. Verwacht geen echt grote akkoorden of doorbraken.
Nog voor aanvang heeft de klimaattop aan de poorten van het Amazonewoud al heel wat stof doen opwaaien. Het Amazonewoud mag dan wel een symbolische plek zijn om de strijd tegen de klimaatverandering tastbaar te maken, Belém leek verre van voorbereid op een toestroom van zowat 50.000 mensen. Het resultaat: hotelprijzen die de pan uitswingen, armere landen die hun delegaties noodgedwongen terugschroeven en het idee van de meest inclusieve klimaattop ooit dat op losse schroeven komt te staan. Ook het feit dat er cruiseschepen werden gecharterd om extra slaapplekken te creëren en dat er een snelweg werd aangelegd door het Amazonewoud deden de wenkbrauwen fronsen.
VS trekken zich terug
Bovendien heeft ook de strijd tegen de klimaatverandering zelf verre van de wind in de zeilen. Op de eerste dag van zijn tweede ambtstermijn besloot de Amerikaanse president Donald Trump om de Verenigde Staten opnieuw terug te trekken uit het Klimaatakkoord van Parijs. Die terugtrekking wordt echter pas een jaar later officieel en dus konden de Verenigde Staten, als ze dat wilden, toch nog een delegatie afvaardigen. Het ziet er echter naar uit dat dat niet het geval zal zijn, al wil dat niet zeggen dat Trump van buitenaf niet zal proberen om invloed op de onderhandelingen uit te oefenen.
Op die manier liet hij midden oktober nog een akkoord over de vergroening van de scheepvaart uitstellen. En eerder dit jaar waren er ook al de spaakgelopen onderhandelingen omtrent een juridisch bindend plasticverdrag om de plasticvervuiling aan banden te leggen.
Klimaat op de achtergrond
Dat maakt ook meteen duidelijk wat de hoofdinzet zal zijn van deze klimaattop, namelijk de vraag of multilateralisme nog levensvatbaar is. Behalve bij de brulboei in de Verenigde Staten is klimaat namelijk ook in talloze andere landen op de achtergrond verzeild geraakt. Bewijs daarvan: tot en met vrijdag 7 november hebben amper 78 van de 195 ondertekenaars van het Klimaatakkoord van Parijs een geüpdatete versie van hun nationaal bepaalde bijdrage (NDC in het klimaatjargon) ingediend. Samen vertegenwoordigen die landen zowat 63 procent van de wereldwijde uitstoot. Zowel ’s werelds grootste uitstoter China als de Europese Unie, toch een voorvechter in de strijd tegen de klimaatverandering, dienden hun plannen slechts op de valreep in.
De UNFCCC becijferde alvast dat alle nieuwe NDC’s (en die die werden aangekondigd in de marge van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties) de uitstoot tegen 2035 met amper 10 procent zouden doen dalen in vergelijking met 2019. Dat terwijl een reductie met 60 procent nodig is om onder de grens van 1,5 graden Celsius te blijven.
Uit een rapport van het VN-milieuagentschap UNEP blijkt bovendien dat de wereld momenteel op koers ligt voor een opwarming met 2,8 graden. Als de nieuwe klimaatplannen mee in rekening worden genomen en die allemaal worden uitgevoerd, wordt dat 2,3 graden. Nog steeds een eind verwijderd van de vooropgestelde 1,5 graden dus.
Wat staat er op het programma?
Op de klimaattop van Bakoe vorig jaar werd afgesproken dat tegen de klimaattop in Belém een roadmap uitgewerkt zou worden om de klimaatfinanciering op te schalen van 300 miljard naar 1.300 miljard dollar per jaar. Voorlopig is echter nog onduidelijk wat daar in Belém concreet zal uit voortvloeien.
Daarnaast zal er in Belém ook gesproken worden over een opvolger van het Just Transition Work Programme (JTWP), zeg maar de sociale dimensie van de klimaatverandering. Mede daarom zet Brazilië de klimaattop ook in de markt als een ‘global mutirão’, een Braziliaans woord dat wijst op een collectieve en gezamenlijke mobilisatie. In de strijd tegen de klimaatverandering mag niemand achtergelaten worden en moet dus speciaal aandacht zijn voor onder meer jongeren en inheemse gemeenschappen. Maar het Globale Zuiden wil ook dat de westerse landen helpen bij de uitvoering van de klimaattransitie en geen unilaterale handelbarrières opwerpen zoals CBAM, dat producten van buiten de EU duurder zou maken.
Wat in Belém sowieso ook beslist moet worden, is een lijst met indicatoren om te meten in hoeverre er vooruitgang wordt geboekt op het vlak van adaptatie (het aanpassen aan de klimaatverandering). Dat is lang een onderbelicht punt geweest tijdens de klimaatonderhandelingen, maar steeds vaker voorkomende extreme weerfenomenen, zoals recent nog orkaan Melissa, tonen aan dat adaptatie broodnodig meer op het voorplan dient te komen. Zeker als je weet dat er momenteel slechts een kwart van alle financiering naar adaptatie gaat. Op de klimaattop in Glasgow werd afgesproken om dat budget te verdubbelen, maar de wereld ligt daarvoor niet op koers. En dan te weten dat ontwikkelingslanden willen dat er in Belém een meer ambitieuze doelstelling wordt afgeklopt.
Inzet is hoog
De afgelopen twee jaar waren met voorsprong de warmste ooit gemeten. In 2024 lag de gemiddelde oppervlaktetemperatuur bovendien voor het eerst meer dan 1,5 graden Celsius hoger dan het pre-industriële niveau. Dat betekent echter nog niet dat de ondergrens van het Klimaatakkoord van Parijs is doorbroken, daarvoor wordt namelijk naar het langjarig gemiddelde gekeken. Dat situeert zich momenteel rond 1,3 graden Celsius.
Het Braziliaanse voorzitterschap kon donderdag toch al een eerste succes(je) boeken met de oprichting van de Tropical Forest Forever Facility (TFFF), een fonds dat ontbossing moet stoppen door landen te belonen voor het behoud van hun tropische bossen. De bedoeling is om 125 miljard te mobiliseren om zo het duurzaam beheer van bossen te stimuleren.