Na een chaotische slotvergadering heeft klimaatconferentie COP30 toch een slotverklaring goedgekeurd. Fossiele energie, de voornaamste motor van de klimaatverandering, wordt daarin niet genoemd ondanks druk van de EU en activisten. ‘Er zal wel een routekaart voor de transitie weg van fossiele brandstoffen ontwikkeld worden’, verklaart COP30-voorzitter André Corrêa do Lago.
Zaterdag 22 november werd er na verschillende iteraties en moeizame onderhandelingen toch een slottekst goedgekeurd op de klimaatconferentie in het Braziliaanse Belém. De olifant in de kamer, de uitfasering van fossiele brandstoffen, bleek ook het struikelblok te zijn.
In het hart van het Amazonewoud verzamelden activisten, nationale vertegenwoordigers en lobbyisten voor de dertigste editie van de jaarlijkse klimaattop van de Verenigde Naties. De Verenigde Staten hadden voor het eerst geen nationale afvaardiging. Tijdens zijn eerste presidentiële regeerperiode stapte Donald Trump al eens uit het befaamde Akkoord van Parijs (gesloten op COP21) maar het totale gebrek aan interesse van het land met de tweede grootste uitstoot ter wereld is nog nooit groter geweest.
Bij aanvang van de conferentie waren de verwachtingen groot, maar was het cynisme nooit ver weg. ‘Hoogstwaarschijnlijk zal er in Belém geen enkele vooruitgang worden geboekt’, voorspelde Diederik Samson – van 2019 tot 2024 kabinetschef van voormalig Eurocommissaris voor Klimaat Frans Timmermans – deze week in Knack.
Fossiel akkoord blijft uit
Voor de verplichte uitfasering van fossiele brandstoffen, toch de grootste motor van klimaatverandering, lijkt die voorspelling te zijn uitgekomen. Timmermans opvolger, landgenoot Wopke Hoekstra, bleef tot de slotdag van de conferentie hameren op de inclusie van de transitie naar een fossielvrije economie in de slottekst. Maar dat bleef zonder resultaat. In het uiteindelijke akkoord worden fossiele brandstoffen zelfs niet genoemd.
COP30-voorzitter André Corrêa do Lago kondigt wel aan dat hij zelf twee routekaarten zal uitwerken: een voor een transitie weg van fossiele brandstoffen en een in de strijd tegen de ontbossing. Dat traject werd weliswaar niet opgenomen in de eindtekst van deze klimaatconferentie. Het blijft dus gissen naar hoe die routekaarten er zullen uitzien en op welke manier ze zullen worden uitgewerkt.
Dat ook rond ontbossing geen knopen zijn doorgehakt, is een doorn in het oog van de Braziliaanse delegatie. Zij hadden van ontbossing in de eerste klimaatconferentie in het regenwoud een speerpunt gemaakt. Braziliaans president Lula da Silva lijkt zich daar weinig van aan te trekken. Vanop de G20-bijeenkomst in Zuid-Afrika reageert hij dat de wetenschap en het multilateralisme hebben gezegevierd: ‘In dit jaar waarin voor het eerst – en misschien permanent – de limiet van anderhalve graad boven het pre-industriële niveau werd doorbroken, moest de internationale gemeenschap een keuze maken: doordoen of opgeven. We hebben de eerste optie gekozen.’
De andere grote splijtzwam van deze klimaatconferentie was financiering voor de landen die zich het meest zullen moeten aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering. Aan die zogenaamde klimaatadaptatie gaat namelijk een hoge kost mee gepaard, terwijl landen uit het Globale Zuiden vaak zwaarder getroffen worden. Er is beslist dat adaptatiefinanciering tegen 2035 moet verdriedubbelen. Maar het slotakkoord bevat niet meer dan een oproep.
Tenslotte werd ook een akkoord gesloten over de contouren van wat een ‘rechtvaardige transitie’ moet worden. Middenveldorganisaties loven de verwijzingen naar mensenrechten, arbeidsrechten, sociale dialoog, de rechten van inheemse volkeren en aandacht voor vrouwen. Landen moeten die aspecten voortaan opnemen in hun klimaatbeleid.
Zwaar afgezwakte eindtekst
Het slotakkoord wordt met gemengde gevoelens onthaald. Bij middenveldsorganisatie 11.11.11 zijn ze blij dat COP30 alsnog op een akkoord is uitgekomen, maar wijzen ze op een gebrek aan ambitie. ‘Tien jaar na Parijs had er een pakket moeten liggen dat het verschil maakt voor de gemeenschappen die nu al de zwaarste klappen opvangen. Die belofte wordt niet waargemaakt.’
Beleidsmedewerker Kiki Berkers was voor 11.11.11 aanwezig op de klimaatconferentie. Daar zag ze dat ‘de G20 en petrostaten openlijk vooruitgang blokkeerden’. ‘De realiteit is dat zelfs de meest ambitieuze pleitbezorgers, waaronder de EU, geen engagement aangingen om zelf als eerste en snelste fossiel af te bouwen, en evenmin de nodige financiering op tafel legden’, luidt haar verdict.
Bij milieuorganisatie Greenpeace klinkt het dat de hoge verwachtingen niet zijn ingelost. ‘Dit is een zwaar afgezwakte eindtekst’, klinkt het. De top werd volgens hen ondermijnd door zwak leiderschap bij de G20-landen. ‘De ontwikkelde landen waren namelijk niet happig op financiële engagementen en de invloed van de fossiele lobby was merkbaar, laat Joeri Thijs, de woordvoerder van Greenpeace België weten.
Volgens Eurocommissaris Hoekstra was het voor de EU uiteindelijk belangrijker om een signaal van eenheid en multilateralisme te tonen, dan vast te houden aan zijn ambities. ‘We zetten een significante stap vooruit inzake financiering voor adaptatie. (…) Maar ik ga niet verbergen dat we meer wilden, meer ambitie op alle fronten. En we denken dat dat mogelijk had moeten zijn. (…) Maar het is een stap in de goede richting’, besluit de Nederlander.
‘Sommigen van jullie hadden grotere ambities’, erkende ook COP30-voorzitter do Lago na de goedkeuring van de slottekst. ‘We moeten meer doen om de klimaatverandering te bestrijden en ik zal mijn best doen jullie niet te teleur te stellen’, verklaart hij.