Meeuwachtige roofvogels uit het zuidpoolgebied overwinteren graag in het noorden.
Grote jagers zijn meeuwachtige roofvogels die leven van de inspanningen van viseters. Ze gaan een meeuw die een vis gevangen heeft zo lang lastig vallen, dat die haar prooi finaal van miserie laat vallen, waardoor de jagers ze uit de lucht kunnen plukken en verorberen. Echte parasieten dus – de Filip Dewinters of Geert Wildersen uit de vogelwereld.
Grote jagers zijn ook echte zeevogels. Bij ons zien we ze soms tijdens de trek langs de kust, en soms, zoals na een hevige storm, ook wel eens in het binnenland. Broeden doen ze op eilanden in het noorden. Er is ook een zuidelijke versie van de grote jager, die in het zuidpoolgebied broedt. Als het daar winter wordt, moeten die beesten er weg, maar tot voor kort was onduidelijk waar ze dan naartoe trokken.
Het uitrusten van een aantal dieren met een satellietzendertje waardoor hun positie constant kon worden gemonitord, bracht inzicht. De resultaten van het trackingwerk zijn gepubliceerd in het vakblad Marine Ecology Progress Series. De vogels vliegen in hun winter naar het noorden, de Atlantische Oceaan op, of de Stille Oceaan, tot ver in de noordelijke hemisfeer. Ze volgen op hun migratie een gigantisch groot achtpatroon. Ze kiezen zelf hun route, onafhankelijk van hun ouders.
Eens ze een winterbestemming bepaald hebben, blijven ze die jaar na jaar trouw. Eenmaal een liefhebber van de Atlantische Oceaan, altijd een liefhebber van de Atlantische Oceaan.
(DD)