Als het koud wordt, houden beren een winterslaap. Maar blijkbaar slapen ze dan niet. Of toch niet altijd.
Als het koud wordt, houden beren een winterslaap. Maar blijkbaar slapen ze dan niet. Of toch niet altijd.
Onderzoek in het vakblad BMC Physiology illustreert dat Amerikaanse zwarte beren in hun winterhol héél alert blijven voor naderend gevaar. De dieren waren uitgerust met radiozenders die onder meer informatie over hun hartslag en ademhaling doorstuurden naar de ontvangers van de berenonderzoekers. Als die het hol van een slapende beer naderden, ging diens hartslag al lang voor hun aankomst pijlsnel omhoog. En hij bleef nadien nog dagenlang vrij hoog. Het dier is dus in staat te ontsnappen mocht dat nodig zijn.
Maar in normale omstandigheden gaat een beer tijdens zijn winterslaap in een lagere versnelling leven. Soms ademt een overwinterende beer slechts twee keer per minuut, en zit er tot meer dan 14 seconden tussen opeenvolgende hartslagen. In de zomer kan het berenhart tweehonderd keer per minuut slaan.
Ook als een berenvrouwtje in het winterhol bevalt, wat de regel is, gaat haar hartslag een tijdje de hoogte in. Maar nadien daalt hij weer snel tot echte winterslaapwaarden die ze wekenlang kan aanhouden. Dat is onder meer nuttig om te voorkomen dat ze door te veel beweging haar zogende jongen dood zou drukken. (DD)