‘Komt er oorlog met Turkije als we uit de euro stappen?’ Knack-hoofdredacteur Johan Van Overtveldt ontmoet 200 Grieken op een boekpresentatie in Athene.
Op de agenda stond een presentatie in Public, de grootste boekenwinkel van Athene. Tot grote verbazing van zowel het management van de boekenwinkel als de vertegenwoordiger van de uitgeverij kwamen er naar schatting tweehonderd mensen opdagen. Op een late namiddag kan dat niet anders dan aangeven dat er een enorm werkloosheidsprobleem is hier in Griekenland.
Het bleek hoe dan ook zeker niet om ongeschoolden te gaan want gezien mijn Grieks zich zo ongeveer tot “kalimero” beperkt, was de uiteenzetting in het Engels. “Gelukkig niet in het Duits”, sneerde een wat oudere man die al een kwartier op voorhand op de eerste rij vlak voor mij kwam postvatten.
Gegeven de grote opkomst besliste ik in overleg met de uitgever mijn inleidende babbel te beperken tot 20 minuten. “Het zou wel eens kunnen”, aldus Tasos, de jonge marketing man van de uitgeverij Metaichmio, “dat er heel wat vragen gaan komen vanwege de aanwezigen”. Dat bleek al snel een understatement van het formaat van de Griekse overheidsschuld te zijn. De inleiding met de obligate opmerkingen over de noodzaak aan een politieke unie en aan flexibele arbeidsmarkten om tot een efficiënte en duurzame monetaire unie te kunnen komen, namen de aanwezige Grieken nog rustig tot zich. Toen ik begon aan het Grieks gedeelte en meer bepaald over de zin en onzin van het tweede hulppakket voor Griekenland met daarin de schuldkwijtschelding van 100 miljard euro brak al snel de hel los.
“Dit kan nooit werken. We worden alleen maar armer en armer. De toestand wordt met de dag hopelozer”, zo riep de oudere man met weinig sympathie voor de Duitsers me zonder verdere plichtplegingen toe. Mijn poging om begrip te laten blijken voor die gevoelens ging verloren in een spervuur van reacties vanuit de rest van het publiek. Sommige in het Engels, andere in het Grieks, met één duidelijke rode draad doorheen de vele salvo’s: wanhoop, intense wanhoop. Grieken lopen vandaag niet meer rechtop, hun kop zit diep verscholen tussen hun schouders. Sommige kunnen zelfs hun tranen niet bedwingen zo gauw het over de toestand gaat waarin hun land verzeild is geraakt.
Na enige minuten van stevige chaos keert de kalmte ietwat terug. Ik beantwoord naar godsvrucht en vermogen nog enige vragen. Uiteindelijk komt de optie van een Griekse exit uit de eurozone op tafel. Zoals ik nu al bijna twee jaar doe, herhaal ik mijn stelling dat Griekenland er inderdaad beter zou aan doen om de eurozone te verlaten om het nu totaal ontbrekende maar oh zo noodzakelijke groeiperspectief te herstellen. Ik benadruk dat ook de exit-optie absoluut niet kosteloos is, integendeel zelfs, maar dat de Griekse en Europese leiders het nu eenmaal zo ver hebben laten komen dat het kiezen is tussen cholera en de pest. Ja-knikkers en nee-roepers zwengelen de chaos in de groep toehoorders terug aan. De volumeknop gaat nog een dikke streep verder open dan bij de vorige uitbarsting.
Na enkele minuten keert de relatieve rust wederom terug. Een wat oudere vrouw steekt aarzelend haar hand op. Ik lach haar vriendelijk toe en doe teken dat ze gerust kan spreken. “Mijnheer”, stamelt ze, “is het waar wat ze op televisie zeggen: als we uit de euro stappen komt er dan terug oorlog met Turkije?”. Ik denk even dat het om een (flauwe) grap gaat maar de gelaatsuitdrukking van de dame veegt die gedachte onmiddellijk weg: haar blik staat zo beteuterd dat het is alsof ze zonet op de Syntagma-plein al zwaar bewapende wilde Turken tegen het lijf gelopen is. Ik kijk vertwijfeld naar Tasos die de blik afwent. “Je moet niet alles geloven wat ze op televisie zeggen”, is het eerste wat me te binnen schiet. En toen brak op de derde verdieping van de Public-boekenwinkel in Athene de verbale Griekse kermis pas helemaal los.