Ramsey Nasr: ‘De kunsten moeten dood’

© Freek Van Den Bergh/ANP

‘Moet iedere burger een lijst invullen van datgene waarvoor hij belastingen wil betalen, en waarvoor niet?’ Interview met de Nederlandse Dichter des Vaderlands Ramsey Nasr over bezuinigingen op de kunsten.

Hij noemt zichzelf ‘een bastaard pur sang’: zoon van een Palestijnse vader en een Nederlandse moeder. Acteur, dichter en regisseur. ‘Ik ben een beetje van alles, en dus niets.’ Na zijn studie aan de Antwerpse toneelschool bleef hij zijn halve leven (hij is nu 37) in Vlaanderen hangen. Van 2005 tot 2007 was hij Antwerps stadsdichter. In 2009 werd hij in Nederland tot Dichter des Vaderlands verkozen. Anders dan zijn voorgangers wil Ramsey Nasr geen hofnar zijn – hij is een man van uitgesproken meningen.

Over de drastische bezuinigingen op de kunsten, die het Nederlandse kabinet wil doorvoeren: ‘Ik ga soms ook naar een voorstelling, waarvan ik denk: als je één argument wil leveren waarom subsidies moeten worden afgeschaft dan moet je dit vertonen. Het punt is dat het subsidiesysteem ook bestaat om dat soort van mislukkingen toe te laten. Heeft de burger het recht om te weten wat er met zijn belastinggeld gebeurt? Hij heeft het recht om te weten dat het goed geregeld is. Ik houd persoonlijk niet van voetbal, maar dat ik daaraan mee betaal: prima. Ik heb nog geen kinderen. Moet ik me dan afvragen waarom ik toch voor kinderbijslag moet afdragen? Moet iedere burger een lijst invullen van datgene waarvoor hij belastingen wil betalen, en waarvoor niet? Dat is het einde van de beschaving. Van elke vorm van solidariteit.’

Over de belofte van premier Rutte dat hij Nederland ‘wil teruggeven aan de Nederlanders’: ‘Ik dacht: op wie doelt hij eigenlijk? Ben ik eigenlijk wel een Nederlander? Harry Mulisch, onze bekendste romancier, Ramses Shaffy, onze grootste chansonnier, Joost van den Vondel, onze grootste dichter, Baruch de Spinoza, onze grootste filosoof – geen druppel Neêrlands bloed stroomde door hun aderen. Waren dat dan geen Nederlanders? Nederland is nooit ‘van vreemde smetten vrij’ geweest. Het is er zelfs groot op geworden. Onze grootste bloei hadden we na de val van Antwerpen.’

Over integratie: ‘Je zou kunnen zeggen dat al die kutmarokkanen zoals we ze dan noemen, al die moslima’s die hun hoofddoekje willen blijven dragen en weigeren te zwemmen, perfect geïntegreerd zijn, want ze komen ook maar op voor hun persoonlijke vrijheid. Het lijken wel Nederlanders. Zo’n Mohamed B. – de moordenaar van Theo van Gogh – gaf uiting aan zijn onvrede op een geheel Nederlandse manier. Dood! Alles waar ik het niet mee eens ben, moet dood! Zoals de kunsten ook dood moeten. Al die subsidielijders moeten dood!’ (HvH/PP)

Meer in Knack van deze week.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content