In een anonieme brief uit 1964 spoorde de FBI Martin Luther King aan tot zelfmoord. Het Amerikaanse bureau dreigde ook details uit zijn privéleven te onthullen.
Beverly Gage, een journaliste die voor New York Times Magazine werkt, ontdekte in het nationaal archief de ongecensureerde versie van een brief van de FBI aan Martin Luther King. Het bestaan van de brief was eerder al bevestigd maar het grote publiek had tot nu toe enkel toegang tot de gecensureerde versie.
King vermoedde dat de brief van de hand van John Edgar Hoover was, de toenmalige directeur van het FBI die de dominee ten val wou brengen. De auteur van de brief is dan ook zeer negatief tegen Martin Luther King die hij onder meer “een duivelse en bedorven oplichter”, “een imbeciel” en “een vuil en abnormaal beest” noemt.
De schrijver dreigt ook details van het privéleven van King te onthullen. Het FBI zou immers de Nobelprijswinnaar voor de Vrede van 1964 van zeer dicht gevolgd hebben. Zo staat er in de brief dat Martin Luther King naar een opname moest beluisteren (die waarschijnlijk bij de brief zat) om te verifiëren dat het onderzoeksbureau wel degelijk verpletterende bewijzen had over zijn afwijkend gedrag. Het gaat er onder meer over orgieën en overspel.
De brief eindigt met een subtiele aansporing tot zelfmoord: “King, u weet wat u te doen staat”. De auteur schrijft ook dat de dominee maar 34 dagen heeft om het nodige te doen. Martin Luther King, die sterke vermoedens had over de oorsprong van het schrijven, werd vier jaar later, in 1968, vermoord. (LeVif.be/CB)
