50 jaar harttransplantaties: Christiaan Barnard, de pionier die zowel harten brak als herstelde

Christiaan Barnard in 1968. © Isopix

Het is zondag exact vijftig jaar geleden dat in Zuid-Afrika de eerste harttransplantatie plaatsvond. Dokter Christiaan Barnard plantte toen het hart van een jonge vrouw in het lichaam van een vijftiger, die nog enkele weken te leven had.

Barnard was zeker niet de enige arts die droomde om een hart te transplanteren. Ook Amerikaanse wetenschappers hadden al talrijke tests uitgevoerd op dieren. Begin 1967 hadden artsen van de universiteit van Virginia zelfs een menselijk donorhart en een transplantatiepatiënt gevonden, maar het team krabbelde uiteindelijk terug omdat de bloedgroep van donor en patiënt niet overeenkwamen. Later op het jaar werd ook een harttransplantatie in New York op het laatste moment afgelast.

Barnard was echter minder voorzichtig. Hij had in het Groote Schuur-ziekenhuis in Kaapstad een transplantatieteam samengesteld, en had met de 53-jarige Louis Washkansky een patiënt gevonden die nog maar enkele weken te leven had en het risico wilde nemen. Ook moest hij naar eigen zeggen geen rekening houden met wettelijke beperkingen. ‘Ik had niet eens toestemming gevraagd voor die eerste transplantatie. Ik vertelde de ziekenhuisautoriteiten er pas over wanneer ze al voorbij was. Kan je je dat ergens anders ter wereld voorstellen?’, zei hij volgens journalist John Illman, die met de chirurg samenwerkte.

‘Ik had niet eens toestemming gevraagd voor die eerste transplantatie. Ik vertelde de ziekenhuisautoriteiten er pas over wanneer ze al voorbij was. Kan je je dat ergens anders ter wereld voorstellen?’

Christiaan Barnard

Als ‘geluk bij een ongeluk’, werd de 25-jarige Denise Darvall op 2 december 1967 aangereden door een auto en gaf haar vader toestemming om haar hart te doneren. De operatie werd een succes. Drieëndertig uur na de operatie sprak Washkansky voor het eerst, vier dagen later werd hij op de radio geïnterviewd vanop zijn ziekenhuisbed. De man overlijdt uiteindelijk achttien dagen na de operatie aan een longontsteking. Door de zware medicatie die het afstoten van het nieuwe hart moest tegengaan, kon zijn lichaam niet meer tegen andere infecties vechten.

Lieveling

Barnard werd na zijn baanbrekende operatie en met zijn knappe uiterlijk, aandoenlijke glimlach en oratorische talenten meteen de lieveling van de media. Die aandacht luidde het begin in van een leven vol “glitter and glamour”, met relaties met verschillende jonge vrouwen. Hij trouwde drie keer, twee keer met vrouwen die jonger waren dan zijn eigen dochter Deirdre. De buitenechtelijke affaires begonnen al tijdens zijn eerste huwelijk met de verpleegster Alette. Ook de Italiaanse filmster Gina Lollobrigida was een van zijn geliefden. Hij had daarnaast ontmoetingen met bekende vrouwen als Grace van Monaco, Sophia Loren en prinses Diana.

‘Stress is niet de grote boosdoener. Het kan mensen motiveren en creëert zelfvertrouwen. De grootste vijand van het lichaam is voortdurend gehaast zijn.’

Christiaan Barnard

Christiaan Barnard in 1968 met Sophia Loren (rechts) en haar zus Maria en moeder Romilde.
Christiaan Barnard in 1968 met Sophia Loren (rechts) en haar zus Maria en moeder Romilde. © Isopix

Seks, het liefst binnen een relatie, was een van de vele gezondheidsadviezen die Barnard gaf in zijn boek ’50 Ways To A Healthy Heart’. ‘Regelmatig vrijen is de mooiste, gezondste en plezantste manier om de bloedcirculatie gaande en het hart gezond te houden’, zo schreef hij. Het helpt bovendien om griep te voorkomen en het doet mannen langer leven. Een Viagra-pilletje kan daarvoor zeker geen kwaad. Eenzame mensen zijn volgens hem gedoemd om jong te sterven.

‘Regelmatig vrijen is de mooiste, gezondste en plezantste manier om de bloedcirculatie gaande en het hart gezond te houden’

Christiaan Barnard

Andere adviezen voor een gezond en lang leven, naast vrijen, zijn volgens Barnard genoeg slapen, bewegen, groenten eten, je gsm negeren, een klein beetje vet eten en wijn drinken. Zijn visie op stress was evenwel iets onconventioneler. ‘Stress is niet de grote boosdoener. Het kan mensen motiveren en creëert zelfvertrouwen. De grootste vijand van het lichaam is voortdurend gehaast zijn.’

De Zuid-Afrikaan toonde met de operatie in 1967 dat harttransplantaties een oplossing kunnen vormen voor mensen met hartfalen. In de jaren zeventig ontwikkelde de techniek zich met grote sprongen, en toen Barnard in 2001 overleed, werd al een honderdduizendtal transplantaties uitgevoerd.

Harttransplantaties vandaag

Sinds 1967 is het aantal infecties en afstotingen sterk verminderd door nieuwe medicatie en een betere detectie van infecties, zegt professor Johan Van Cleemput, cardioloog in het UZ Leuven. ‘Eigenlijk is de techniek van de harttransplantaties weinig veranderd. De grootste innovatie is het gebruik van het geneesmiddel Ciclosporine sinds het begin van de jaren tachtig. Dat is een heel goed afweerremmend geneesmiddel, dat het aantal infecties en afstotingen na transplantaties aanzienlijk heeft doen dalen’, aldus Van Cleemput.

‘Daarnaast worden infectiespecialisten beter in het definiëren van infecties, ook van nieuwe, exotische infecties, waarvoor transplantatiepatiënten veel gevoeliger zijn.’

Ook het profiel van patiënten is wat veranderd. ‘Door nieuwe behandelmethoden kunnen we patiënten met een ernstig hartfalen langer goed behandelen, zodat we de transplantatie kunnen uitstellen’, zegt de cardioloog. ‘Daarnaast kunnen we vandaag ook transplantaties uitvoeren bij ‘moeilijke patiënten’, die bijvoorbeeld een complexe aangeboren aandoening hebben, en is in de afgelopen 10 tot 15 jaar het gebruik van kunstharten toegenomen.’

Die kunstharten helpen de patiënten de periode te overbruggen tot ze een transplantatie ondergaan. ‘De helft van de patiënten op de wachtlijst heeft een kunsthart’, zegt Van Cleemput.

‘Er zijn nu minder donorharten omdat er minder verkeersslachtoffers zijn, wat uiteraard ook een goede zaak is.’

Johan Van Cleemput, cardioloog

Vorig jaar werden iets minder dan 70 harttransplantaties uitgevoerd, terwijl er voor alle centra samen 150 mensen op de wachtlijst stonden. ‘De gemiddelde wachttijd bedraagt een jaar’, zegt Van Cleemput, die erop wijst dat het aantal transplantaties tegenover 10 of 15 jaar geleden sterk gedaald is. ‘Er zijn nu minder donorharten omdat er minder verkeersslachtoffers zijn, wat uiteraard ook een goede zaak is. Daardoor is ook de gemiddelde donorleeftijd gestegen. Terwijl de meeste donorharten vroeger afkomstig waren van 20- tot 30-jarigen, gaat het nu vaak om mensen van 45, 50, 60 jaar.’

Het tekort aan donorharten blijft vandaag de grootste uitdaging. Dat is jammer, omdat harttransplantaties goede resultaten boeken. ‘De eenjaarsoverleving bedraagt 92 procent, na vijf jaar gaat het om 87 procent en na 10 jaar om 75,5 procent. Dat zijn zeer goede resultaten. De mediane overleving bedraagt momenteel 18 jaar’, aldus de cardioloog.

Van Cleemput ziet niet meteen een oplossing voor het tekort. In ons land is iedereen die niet expliciet verzet heeft aangetekend donor, maar in de praktijk wordt steeds de toestemming van de familie gevraagd. ‘In een derde van de gevallen krijgen we dan toch nog een negatief antwoord’, zegt Van Cleemput. Dat gebeurt wel minder als mensen zich expliciet laten registreren als donor in het gemeentehuis. ‘Dan primeert de wens van de patiënt meestal wel.’

Er zijn ondertussen wel centra die ervaring hebben met het recupereren van het hart van mensen die een hartstilstand kregen. ‘Zo kunnen we de donorpoel uitbreiden. Momenteel komen enkel donoren die hersendood zijn en bij wie het hart nog klopt in aanmerking.’

Partner Content