Zwijgen is goud

© BELGAIMAGE
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

In onze eindejaarspoll riep u, lezer, Timmy Simons uit tot de middenvelder met de meeste impact op de Jupiler Pro League tussen 2000 en 2020. Wat maakte hem zo goed? Een rondvraag.

Opmerkelijk: 94-voudig A-international Timmy Simons werd niet opgeleid bij een eersteklasser, was nooit jeugdinternational en was al 21,5 jaar toen hij in de eerste klasse terechtkwam. Hij werkte zelfs al als schrijnwerker toen Lommel SK hem in 1998 bij derdeklasser FC Diest ging weghalen.

‘Timmy kwam pas laat in eerste omdat hij er pas dan klaar voor was’, zegt zijn vader Paul Simons. ‘Daar zit het hem juist: je moet kunnen inschatten of je daar al rijp voor bent. Als je nog tekortkomt, moet je dat onder ogen durven zien. Wij zochten altijd de goeie weg. Maar Timmy deed er wel echt alles voor. Ik denk niet dat hij vijf keer naar een fuif is geweest. Hij soigneerde zich tot en met én hij werkte heel hard. Ik zag veel heel goeie spelers die er nooit zijn gekomen omdat ze karakter misten. Timmy hielp van jongs af aan met mij in de zaak en ging soms ook nog opdienen in het restaurant van Danny Fabry in Scherpenheuvel. Hij begon aan studies voor kinesist, maar toen dat op een bepaald moment een beetje te zwaar werd, met al die verplaatsingen met de trein naar Hasselt en terug en dan ’s avonds nog de trainingen in Diest, zei hij op een vrijdagavond: ‘Het zal moeilijk zijn om dat aan te kunnen.’ Wel, de maandagochtend is hij al bij een collega van mij beginnen werken. Zelfs toen hij al prof was bij Lommel maakte hij nog vliegramen die hij dan op zijn vrije woensdag ging plaatsen. Een Mercedes van de club wou hij niet. Hij ging trainen met een oude Citroëncamionette van ‘Ramen & Deuren Simons’. Toen hij bij Club Brugge geselecteerd werd voor de Rode Duivels konden ze hem niet bereiken, omdat hij geen gsm bezat. Ik hielp hem toen uit de nood met een oude Motorola, zo’n grote waarmee je iemand van zijn paard kan kloppen. ( lacht) Zo is Timmy. Werken is altijd zijn sterkte geweest. Gaten dichtlopen, ploegmaats bijspringen die in de problemen zitten. Hij wist wie hij was, concentreerde zich op zijn taak en sprak nooit kwaad over anderen. Ik denk dat hij daarom zo gerespecteerd wordt.’

Toen hij bij Club Brugge geselecteerd werd voor de Rode Duivels konden ze hem niet bereiken, omdat hij geen gsm bezat.’ Paul Simons

SNEL, SLIM EN PEZIG

Na twee jaar degradatievoetbal met Lommel SK verhuist Timmy Simons in de zomer van 2000 naar Club Brugge. Hij is dan 23,5. Zijn seizoen begint er met fysieke en medische testen. ‘Die waren in die tijd nog op de club zelf’, herinnert Olivier De Cock zich. ‘Ik was net klaar toen hij aankwam. Hij zei goeiendag maar ik wist niet wie hij was. Ik was nog niet vertrouwd met het gezicht van Timmy.’

Simons profileerde zich evenwel heel snel, aldus De Cock, toenmalige rechtsachter van Club Brugge. ‘Op training was hij constant in beweging en je zag meteen dat hij conditioneel enorm sterk was. Net als Gaëtan Englebert was hij van nature een goeie loper. Het leek alsof zij nooit afzagen. Ook in balbezitoefeningen en wedstrijdjes was hij heel aanwezig.’

Het was het eerste seizoen van de Noorse coach Trond Sollied. ‘Onze voorbereiding was dat seizoen niet goed, maar in de laatste oefenwedstrijd klopten we PSV met 4-0 en was de trein vertrokken’, vertelt De Cock. ‘In de competitie wonnen we daarna veertien keer na elkaar en in april was Timmy al Rode Duivel! Dat was straf, maar logisch, omdat hij onder Sollied zo belangrijk was voor Club. Hij was zijn verlengstuk op het veld, snapte meteen hoe er gespeeld moest worden, hoe de looplijnen waren en waar er druk gezet moest worden. De luidruchtigste persoon was Timmy zeker niet, maar ergens was hij toch wel een natuurlijke leider. Door het goeie voorbeeld te geven en de juiste dingen te zeggen, en door zijn centrale positie op het middenveld, waar hij de aanjager was. In zijn tweede seizoen won hij al de Gouden Schoen!’

'Timmy is nooit een speler geweest van wie je 'wow' zei wanneer je hem bezig zag, maar hij was een van de eersten die op het wedstrijdblad stond', aldus Philippe Clement.
‘Timmy is nooit een speler geweest van wie je ‘wow’ zei wanneer je hem bezig zag, maar hij was een van de eersten die op het wedstrijdblad stond’, aldus Philippe Clement.© BELGAIMAGE

Hij groeide gestaag en maakte een enorme progressie in een goed Club, benadrukt De Cock. ‘Met zijn 1,86 meter was hij wel redelijk groot, maar hij was zeker niet de breedste en de stevigste. Maar in duel was hij heel pezig én hij was snel en overal op het veld aanwezig. Het was natuurlijk wel een geweldige tijd met ook veel Champions Leaguewedstrijden. Op een bepaald moment moesten we met twee auto’s naar de nationale ploeg rijden, omdat er zoveel spelers van Club opgeroepen waren.

‘Wat Timmy zo goed maakte, was zijn eenvoud, zijn positiespel, zijn loopvermogen, zijn balrecuperatie en het feit dat hij in de omschakeling altijd een pass vooruit gaf en zo soms meteen drie, vier tegenstanders uitschakelde. Dat was echt een sterkte van hem. Hij kon hoog druk zetten en vooral: juist druk zetten. Dat maakte hem heel uniek. Misschien had hij niet die strakke lange pass van Franky Van der Elst, maar hij reageerde altijd heel snel, was één tegen één bijna niet te pakken en dichtte ook gaten op de flanken. Vandaar dat Sollied hem soms als centrale verdediger gebruikte en daar met hem man op man durfde te spelen. Timmy was snel op de man, wist wanneer hij erachter moest blijven en wanneer hij moest anticiperen. Daar was hij zo sterk in, in die goeie keuzes maken. Maar op het middenveld was hij nog belangrijker, ook omdat hij er altijd aanspeelbaar was. Door zijn slimheid, positiespel en loopvermogen kwam hij altijd wel vrij.’

De Cock speelde vijf jaar met Simons samen en sprak ook buiten het voetbal met hem af. ‘We waren een bende maten’, vertelt hij. ‘Als je samen zo’n succes behaalt, met dezelfde trainer, dan ben je meer dan collega’s. Ook de vrouwen kwamen goed overeen, spraken af voor de match en gingen zelfs geregeld samen mee op Europese verplaatsingen. Het was een toffe bende. Kathy, zijn vriendin, is heel sociaal en organiseerde dingen mee. Toen mijn pa plots overleed, zijn Timmy en Gaëtan mij thuis komen steunen, wat in de voetbalwereld allesbehalve evident is. Dat zij er op dat moment voor mij waren, vergeet ik niet.’

Simons wist heel goed wat hij kon en wat hij niet kon, besluit De Cock. ‘Zowel op als naast het veld hield hij het simpel. Hij was ook heel spaarzaam, hij moest geen chique kleren dragen of met een chique bolide rijden. Timmy was iemand van gewone komaf die alles gaf, op en naast het veld. Zijn vrouw nam ook wel verschillende taken op zich. Later ben ik hem nog tegengekomen in de vastgoedsector. Hij volgde cursussen terwijl hij nog voetbalde en op een leeftijd was waarbij je meer rust nodig hebt. Ik vroeg mij af hoe hij dat allemaal bolwerkte. Zijn enorme gestel is natuurlijk een pluspunt geweest. Zelden of nooit geblesseerd, gespeeld tot hij 41 was en zelfs dan nog goed recupereren, dat is eigenlijk ongelooflijk. Chapeau! Groot respect voor zijn carrière. Ik kan moeilijk geloven dat hij zelf dacht dat hij dat zou bereiken toen hij op zijn 23e bij Club kwam.’

Vader Paul Simons: 'Hij wist wie hij was, concentreerde zich op zijn taak en sprak nooit kwaad over anderen.'
Vader Paul Simons: ‘Hij wist wie hij was, concentreerde zich op zijn taak en sprak nooit kwaad over anderen.’© BELGAIMAGE

GROTE ZELFKENNIS

Na vijf jaar Club Brugge trekt Timmy Simons naar het buitenland. Bij PSV Eindhoven wordt hij basisspeler, strafschopnemer en aanvoerder en wint hij drie landstitels en één nationale beker in vijf seizoenen, waarna hij bij 1. FC Nürnberg ook nog drie jaar in de Bundesliga gaat spelen. Al die tijd blijft hij zijn eerste zaakwaarnemer trouw: Guy Bonny van Sportplus.

‘Ik zag Timmy voor het eerst bij Lommel’, vertelt Bonny. ‘ Daniel Nassen, een van mijn spelers daar, zei mij dat ik eens naar Simons moest komen kijken. Hij speelde er in die thuiswedstrijd als stopper en deed het zeker niet slecht. De volgende wedstrijd, uit bij Standard, ging Yves Baré mee kijken, een ex-international en een van mijn zakenpartners. Lommel verloor kansloos en Timmy liep vooral veel zonder bal, maar Yves pikte er hem toch uit!

‘Technisch was hij misschien geen prima donna en grootspraak moest je van hem evenmin verwachten, maar hij is dus wel 94 keer international geweest, in tegenstelling tot jongens die zogezegd veel meer begaafd waren dan hij. Timmy was iemand met karakter. Dat werd bij hem thuis gevormd. Er is thuis altijd een zekere discipline geweest: je lichaam onderhouden, op tijd opstaan, iets doen.’

Ook zijn zelfkennis was een grote troef, vindt Bonny. ‘Zijn grootste kwaliteit was dat hij als verdedigende middenvelder nooit verloren liep en wist wat hij wel en niet kon. Dribbelen deed hij niet, hij probeerde zich goed op te stellen, aanspeelbaar te zijn en in één tijd te spelen. Hij kon twee wedstrijden na elkaar spelen en was nooit geblesseerd. Hij wist hoe hij moest leven. Timmy is verre van iemand die uit het klooster komt, maar de dagen voor de wedstrijd was alcohol niet aan hem besteed. Hij at ook evenwichtig en na de training ging hij altijd een uurtje slapen. Daar voelde hij zich goed bij. Timmy is een standvastige jongen en ik weet zeker dat zijn vrouw, Kathy, die hij al kent van bij Diest, belangrijk is geweest in zijn carrière. Hij was thuis op zijn gemak.’

Trainen, naar huis gaan, rust nemen, de dag voor de wedstrijd een duifje eten, … Jaren aan een stuk deed hij dezelfde dingen.’ Philippe Clement

Ook bij PSV en Nürnberg maakte Simons indruk, weet Bonny. ‘Ik zag er hem op training nooit achteraan lopen. In Duitsland, waar ze toch gekend zijn voor hun fysiek, zijn ze geschrokken van zijn conditie. Hij speelde er 102 officiële competitiewedstrijden na elkaar, zonder onderbreking door blessures of schorsingen. Dat is in de Bundesliga nog altijd een record! Timmy is overal aanvoerder geweest. Misschien een stille aanvoerder, maar toch met impact in de kleedkamer. Hij hield van een beetje orde en indien nodig zorgde hij daar wel voor, maar zonder ruzie te maken. Trond Sollied zei altijd: ‘Timmy kan overal spelen, ook bij de topclubs van Europa.’

‘Toen al zag je dat Timmy ook in het zakenleven goed zijn streng zou trekken. Onderhandelingen deden we samen, maar hij wist heel goed wat er gaande was en wat hij wou. Hij stelde redelijk hoge eisen omdat hij dat normaal vond met de prestaties die hij leverde. Ik was niet verrast toen hij bij Nürnberg al inging op een opportuniteit in de immobiliënsector en zich daarin ging vervolmaken. Intussen runnen hij en zijn vrouw die zaak samen, geeft Kathy ook nog altijd les in Roeselare en is hij tv-analist voor buitenlandse wedstrijden en trainer van de U16 van Club. Ze leiden een heel gevuld leven. De bedoeling van Timmy is alleszins ook om hoofdcoach te worden in de eerste klasse.’

PRIMUS IN FOCUSSEN

Na vijf jaar PSV en drie jaar Nürnberg keert Timmy Simons in 2013 terug naar Club Brugge. Hij is dan 37. Philippe Clement, ex-ploegmaat bij Club Brugge en de Rode Duivels, maakt als assistent van Michel Preud’homme al deel uit van de technische staf. Drie jaar later wordt Club Brugge voor het eerst sinds Simons in 2005 vertrok weer landskampioen. In 2018 stopt Simons met voetballen en treedt toe tot de technische staf van Ivan Leko. Hij is dan 41. Dit seizoen coacht hij de U16 van Club. Clement is er intussen hoofdcoach.

Zwijgen is goud

‘Timmy kon in functie van anderen spelen en had daar geen probleem mee, wat niet evident is’, aldus Clement. ‘Van de natuur kreeg hij een heel goed lichaam mee en dat verzorgde hij ook nog eens heel goed. Daardoor is hij zelden geblesseerd geweest. Maar hij kon ook pijn verbijten. Zeker op het einde van zijn carrière is hij lang met pijn kunnen blijven spelen. Hij is iemand geweest die elke dag het beste van zichzelf kon geven zonder dat er baaldagen tussen zaten. Dat is zeer uitzonderlijk.’

Simons houdt heel erg van routine, weet Clement. ‘Hij blijft graag dezelfde dingen doen. Trainen, naar huis gaan, rust nemen, de dag voor de wedstrijd een duifje eten, … Jaren aan een stuk deed hij dezelfde dingen. Hij is ook overal lang gebleven. Timmy heeft graag standvastigheid. Na zijn spelerscarrière stapte hij in een open functie binnen de staf, om daar eens van alles te kunnen proeven, en ook dat wou hij blijven doen. Maar samen met Vincent Mannaert en Bart Verhaeghe kon ik hem overtuigen dat het beter is om eens zijn eigen ding te doen dan weer in iets mee te gaan. Als hij de ambitie heeft om trainer te worden, is het beter om zelf dingen te ondervinden en zelf beslissingen te moeten nemen. In het begin was hij even uit zijn routine, maar nu is hij heel blij dat hij die stap zette.’

Op mentaal en fysiek vlak blonk Simons uit, erkent Clement. ‘Voor veel mensen bestaat talent uit techniek en souplesse, maar talent is ook focussen en daar is Timmy heel sterk in. Druk houden, beter presteren onder druk en elke dag hard werken: dat is ook talent. Op al die vlakken is Timmy een primus. Dat hij het twintig jaar volhield, komt omdat hij zo graag voetbalde en door het gevoel van routine in die job.

‘Hij is bij Club aangekomen als verdediger, maar omdat ik in de voorbereiding voor vier maanden uitviel, is hij op het middenveld terechtgekomen. Omdat hij het daar uitstekend deed, is hij er blijven staan. Al werd hij af en toe wel nog eens naar achteren getrokken. Op de twee posities was hij even goed. Als verdediger had hij een even grote carrière kunnen maken.’

Een man van veel woorden was hij niet, herinnert Clement zich. ‘Maar als het moest, zei hij wel zijn ding. Hij is een groepsmens, maar pakt ook wel afstand, omdat hij ook nood heeft om alleen te zijn. Een open boek zal hij nooit zijn, zelfs niet voor de mensen die dicht bij hem staan. Eerder is hij een luisteraar dan een prater. Hij is vooral een doener, iemand die van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat bezig moet zijn. Kathy is ook zo. Het zijn twee hardwerkende Vlamingen.

‘Timmy is nooit een speler geweest van wie je van buitenaf ‘wow’ zei als je hem bezig zag, maar was wel altijd een van de eersten die zijn trainers op het wedstrijdblad zetten, omdat hij voor evenwicht binnen de ploeg zorgde. Nooit speelde hij een non-match. Hij wist wanneer hij op het middenveld nodig was en wanneer hij achteraan moest zijn. Omdat hij zichzelf en de tegenstander goed kon inschatten, leed hij heel weinig balverlies. Elke coach wil zo iemand in zijn ploeg. Uiteindelijk haalden we hem ondanks zijn 37 jaar terug omdat we de jaren daarvoor ondervonden hoe moeilijk het was om zo’n type te vinden. Met nog meer ervaring dan voorheen kon hij zichzelf en zijn ploegmaats nog beter inschatten en daardoor in de kleedkamer op elk moment nog beter met hen omgaan. Het verbazende was hoe goed hij op die leeftijd zijn snelheid en zijn wendbaarheid was blijven behouden. Zoiets zag ik nog nooit van een andere speler. Dat maakt hem absoluut uniek.’

Silvio Proto werd door u verkozen als de doelman met de meeste impact tussen 2000 en 2020 in de JPL. Volgende week leest u over hem in Sport/Voetbalmagazine.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content