Piet Piryns
Piet Piryns Piet Piryns is redacteur bij Knack.

Zwarte Woensdag wint de persprijs van het Gemeentekrediet !

Donderdagavond kon het BRTN-journaal trots meedelen dat de BRTN de persprijs van het Gemeentekrediet had gewonnen. En wel voor een aflevering in de reeks Document, een reportage van Luckas van der Taelen over het Brusselse Sint-Pietersziekenhuis. Zwarte Woensdag wenst Cas van harte proficiat !

Wie deze triomf ’s anderendaags in de krant wou nalezen, kwam evenwel bedrogen uit. ? Paul Bolsius wint persprijs Gemeentekrediet?, aldus De Standaard op de voorpagina, met verwijzing naar bladzijde 13 van de krant, waar de foto van Standaard-huisfotograaf nog eens te bewonderen viel. Hoezo ? Was het BRTN-bericht dan fout ? Want De Standaard zweeg als vermoord over Van der Taelen en wist alleen nog te melden dat een van zijn redacteuren voor de prijs was genomineerd.

Dan maar die andere kwaliteitskrant geconsulteerd, De Morgen. Ook daar groot nieuws op de één : ?Persprijs voor sportredactie De Morgen?. Inderdaad, het ging ook over de Gemeentekrediet- award. En shit, deze krant wist nog te melden dat het een redactrice en een fotograaf van De Morgen waren die met de nominaties waren gaan lopen.

Nee, het was de bezadigste en betrouwbaarste aller kwaliteitskranten, De Financieel-Economische Tijd, die elke twijfel moest wegnemen. En wat berichtte deze krant helemaal achterop ? ? Guy Elewaut wint persprijs Gemeentekrediet?. Elewaut, hoeft het gezegd, werkt voor de Tijd en, sakkerloot, hier vernamen we dat een nominatie naar een redacteur van… inderdaad, de Tijd was gegaan.

Zo bleef het raadsel maar groeien. Bestónd er wel zo’n persprijs ? Bestaat dat Gemeentekrediet wel echt ? Was dit misschien een verlate, collectieve aprilgrap ? Misschien konden andere kranten de oplossing brengen. Maar helaas, noch Het Volk, noch Gazet van Antwerpen, noch Het Laatste Nieuws vonden het bericht de moeite waard.

De oplossing van het raadsel werd geleverd door Het Belang van Limburg. Daarin viel te vernemen dat het Gemeentekrediet elf persprijzen heeft uitgereikt. Al het bovenstaande is dus niet gelogen, maar slechts gedeeltelijk waar. De kranten die een prijs winnen, wensen alleen zichzelf te feliciteren en zwijgen de eveneens bekroonde collega’s dood, terwijl een krant die helemaal niets wint, zwijgt als vermoord. De media blijken dus de minimale collegialiteit te missen om hun lezers mee te delen dat ook journalisten van andere bladen wel eens een prijs kunnen winnen. Objectieve berichtgeving is al helemaal hun zorg niet.

Alle media ? Nee, er is één uitzondering. Aan zulke kleinigheden herkent men de kwaliteitskrant. Bij deze kent de directie van Zwarte Woensdag haar persprijs voor de kwaliteitskrant van het jaar toe aan… Het Belang van Limburg. Hartelijk Proficiat !

Nergens naartoe

Een kankergezwel woekert op het publieke taalgebruik. Het is de uitdrukking ?naar… toe?.

Naar de toekomst toe, naar de bevolking toe, naar het gerecht toe.

Er wordt genaartoet dat het niet mooi meer is. Het Wetstratees is er ernstig door aangetast, tot in de hoogste regionen ; noch de Vlaamse minister-president Luc Van den Brande, noch premier Jean-Luc Dehaene kunnen twee zinnen uitspreken zonder dat er een ?naar… toe? insluipt.

Naar de toekomst toe zal naar het parlement toe worden gevraagd dat het naar de wetgeving toe een initiatief neemt opdat het naar de bevolking toe een signaal kan geven naar de problematiek van justitie toe.

Het naartoeën is een ergerlijke taalklonter, een aantasting van de eerbaarheid van de taal, een nutteloos, schadelijk en zeer besmettelijk gebleken aandoening. Het is blurb, vulsel, ruis, blabla, gekakel. Het moet de indruk wekken dat er méér wordt gezegd dan er eigenlijk wórdt gezegd. Het omzwachtelt en spuit mist omdat de naartoeër niet kan of niet durft zeggen wat hij wil zeggen. Het is een schaamlapje voor verbaal onvermogen.

De uitdrukking is afkomstig uit het halfzachte, met dempers en buffers volgestouwde welzijnswerkersjargon. Ze is tot een climax gebracht in de politiek, waar ze alleen de ijzingwekkende leegte verbergt die achter de schijn schuil gaat. Wie niets te zeggen heeft, zegt maar : ?naar… toe?. Het lengt het praten aan, zonder dat de spreker echt tot zeggen komt. Het is zoals de melkboer die zijn waar met water aanlengt, en daar staan strenge straffen op.

Soortgelijke, haast even epidemisch ontwikkelde schoudervullingen van de taal zijn ?ergens? en ?voor een stuk?. En even populair dreigen samenstellingen met ?gebeuren? en een synoniem daarvan ?problematiek? te worden : het cultuurgebeuren, de verkeersproblematiek, terwijl gewoon ?cultuur? of ?verkeer? worden bedoeld.

Naar de bevolking toe bestaat ergens een ongenoegen naar het justitiegebeuren en voor een stuk ook naar de veiligheidsproblematiek toe.

Dit genaartoeter wekt een air van valse gewichtigheid. Een spreker die niets te zeggen heeft, hoeft maar de ?naar… toe?-code over te nemen om voor zichzelf toch de indruk te krijgen dat hij iets van groot belang heeft mee te delen. Als al die Van den Brandes en Dehaenes zo kwekken, dan zal dit wel het geijkte taaltje wezen, nee ?

Maar toch zijn zij ergens naar het taalgebeuren toe voor een stuk niet meer dan kakelzwanzen. (MR)

Herman

Maandag. De kleine Daems is de kwaadste niet. En hij lacht eens graag. Vandemorgen gaf hij mij een stek onder water. Zo langs zijn neus weg vroeg hij mij op het partijbureau : voor uw dagboek in Knack gebruikt gij zeker cahiers van Atoma ? Ik dacht bij mijn eigen : wacht manneke, ik zal u ook eens een goeie piqûre zetten, houd u vast aan uw bretels. (Hij had weer zijn rooie bretels aan !) Dus ik zeg : nee, ik schrijf nog altijd op de achterkant van uw amendementen voor de kaderwetten van ’t gepasseerde jaar ! Nu was het mijn toer om te lachen. In de Liberty in Brakel was ’t gesprek van de dag natuurlijk die tweeling van Wilfried Martens. Dat komt ervan als ge altijd in een lits jumeaux slaapt, kwinkslaagde ik, want tegen ’t werkvolk kunt ge dat zeggen. Ge moet daar niet afkomen met : in maxima fortuna minima licentia est. Maar dat is wel mijn gedacht.

Dinsdag. Als de kiezingen voor ’t presidentskap voor de deur staan, is het zo de gewoonte dat ik de journalisten eens bij mij roep. Vandaag de directeur van Knack gebeld om mijn gezegden op te vangen. Ik zeg hem, met een oogknippering : waar is nu mijn mooie boomgaard ? Hij had het subiet begrepen. Rendez-vous voor vrijdag.

In de kamer naar het verslag van de commissie- Dutroux geluisterd. Wel, ik moet zeggen, ik was fier op onze Marc Verwilghen. ’t Waren toch maar weer de blauwkes die opvielen door redekunstigheid. Vooral dat citaat van Augustinus op het einde van zijn speech was goed gevonden. Marc is wel niet bij de jezuïeten gekweekt, maar ge kunt zien dat hij in het verleden goed naar zijn president geluisterd heeft. En ochhere, de soskes. Landuyt stond daar te blinken in een kostuum met streepkes dat op de televisie pijn aan uw ogen deed. Moiré dat dat gaf ! Raymond Berendries zat er weer naar te kijken gelijk een uil op een kluit.

Woensdag. Het nombrilisme, de nagelenbuikstaarterij van die Waalse burgemeesters, dat versta ik toch niet. Wij in Michelbeke hebben al jaren een geïntegreerde politie. Nooit problemen mee gehad. Als het gezag vermolmd is tot een kleine, dunne schors die met moeite nog de boom van het systeem kan stutten, is het natuurlijk een ander paar eieren, maar het oog van een sterke burgemeester maakt het paard vet. Dat wist Aristoteles al !

Donderdag. Twee van de vier kandidaten voor ’t presidentskap van de PVV-jongeren trekken zich terug. Zo d’ouden zongen, zo ramageren de jongen. De haan zit dood op zijn mesthoop en in Frankrijk komen er vervroegde kiezingen. Omina sunt aliquid !

Een goede pint bloed gelachen toen ik Willy Claes in de Rwanda-commissie hoorde verklaren dat het voor een Belgische politieker niet zo gemakkelijk is om de secretaris-generaal van de Verenigde Naties aan te roepen. Ik kan alleen zeggen : dat is pertang mijn ondervinding niet. Maar heeft Claes een standbeeld in de Hall of Fame in Washington, gelijk uw dienaar ?

Vrijdag. Van mijn gesprek met de directeur van Knack een goede indruk overgehouden, en dat komt niet alleen omdat hij dezelfde sierbeharing heeft als ik. Over het besprokene zal ik niet teveel uitweiden, want dat leest u elders in Knack. Maar ik heb hem de raad gegeven mijn interview eerst nog eens door Guy te laten nalezen, kwestie van de kat die slaapt niet wakker te maken. Bij de profiteroles vroeg ik kwansuis : en wat gaat ge op uw kaft zetten ? Verschiet niet : een foto van de kiezingen in Engeland ! Ik wil mij daar niet mee moeien, maar veel ge-Blair en weinig wol doen de zotten in vreugde leven.

Zondag. Wat heb ik gezegd ? Als onze pauw Artaban hier op ’t erf miauwt, komt er onweer. Voortekens bedriegen niet. Luc Van der Kelen laat mij weten dat hij een fax heeft gekregen uit Aarschot. De voor maandag 21 april voorziene persbabbel van de kleine Daems over zijn kandidatuur voor ’t presidentskap is ?om organisatorische redenen? verschoven naar vrijdag 25 april. ‘Als de kleine Daems op nieuws uit Dendermonde wacht, kan hij nog lang wachten. Ik ken er één die met de poepers zit. Straks moet ik mijn trouwe Basiel nog vragen om tegenkandidaat te zijn.

Bijdragen : Piet Piryns, Marc Reynebeau

Lente in Athene (Foto : Patrick de Spiegelaere)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content