In het getto van New York prijzen junkies de Heer, hallelujah. En het lijkt te helpen.

OP FIFTH AVENUE is het om doen. Onwillekeurig roept deze straatnaam een wereld van duizelingwekkende wolkenkrabbers, chique etalages en stretch limousines op. Het Guggenheim Museum, Central Park, Rockefeller Center, Empire State Building, geen toerist laat deze pelgrimsweg links liggen. Maar dat is downtown Manhattan. Hier, ter hoogte van 127th Street, biedt diezelfde Fifth Avenue een troosteloze aanblik. Ooit was Harlem een residentiële buurt waar de gegoede burgerij de rust vond die in de hectische benedenstad ontbrak.

Van dit verleden getuigen de statige herenhuizen met ijzeren brandtrappen. Het nobele gelaat van weleer wordt nu door lelijke littekens ontsierd. Vele panden zijn verkrot of door brand tot zwartgeblakerd puin herleid. Als een rot gebit, vertonen de gevelrijen grauwe tochtgaten. Misschien wordt zo’n kaalslag ooit weer volgebouwd. In afwachting dumpen sluikstorters er afgedankte matrassen en koelkasten. Nee, het grootste zwarte getto van de Verenigde Staten nodigt niet echt uit tot een bezoek.

LIEFDE GODS.

Het is een mooie kerk, compleet met gebrandschilderde glasramen en een gebeeldhouwd portaal. Zoveel religieuze praal is zeldzaam in Harlem dat nochtans letterlijk met kerken is bezaaid. Zionist Church of Israel, Christian Church of the Americas, Methodist Church, alle nuances van het christendom zijn vertegenwoordigd. Vaak is het naambord boven de voordeur het enige kenmerk waarmee zo’n tempel uit de rij springt. Kwatongen beweren dat de wildgroei meer met het fiscale gunstregime voor religieuze organisaties dan met de liefde gods te maken heeft. Sommige predikanten zouden hun volgelingen vooral uit eigen familiekring recruteren. Maar dat slaat zeker niet op de Mountain Moriah Baptist Church.

Rij na rij lopen de banken vol. Het is woensdagochtend, gospel time. In afwachting van het koor, warmt predikant Reginald Williams deskundig het publiek op. De versterker staat op tien, zijn stem buldert door de kerk. ?Veertien jaar was ik zelf aan crack verslaafd. Ik weet hoe het voelt als je van pure ellende met je hoofd tegen de muur van je cel bonkt. Als je om drie uur ’s nachts door de straten dwaalt, geen dollar op zak, wanhopig op zoek naar geld om spul te kopen. Als je steelt van je broeders en zusters om je dealer te betalen. Als je niet hoort dat je kinderen schreeuwen van de honger omdat je hele geest door de drugs beneveld is. Veertien jaar heb ik in de goot geleefd, gevangenis in, gevangenis uit. En toch hield the Lord Zijn ogen op mij gericht. Alleen aan Zijn goedheid dank ik mijn leven. Daarom heb ik besloten mijn leven aan Hem te wijden. Denk eraan : het is nooit te laat om tot inkeer te komen. Mozes, koning David, Johannes de Doper, allemaal hebben ze vele jaren in de duisternis gedwaald voor ze het licht zagen. Daarom zeg ik u : wacht niet langer en geef u over aan God.?

Wekelijks steekt Williams dezelfde donderpreek af. Toch blijft zijn optreden bij de parochianen geestdrift wekken. Zijn verhaal is immers ook uit hun leven gegrepen. De Mountain Moriah Baptist Church wordt vooral gefrequenteerd door junkies op zoek naar spirituele bijstand in hun strijd voor een drugsvrij bestaan. Op een wenk van de predikant staan enkele aanwezigen uit hun bank op om te getuigen. Jarenlang verslaafd, zwarte sneeuw gezien, gered dank zij the Lord, veel variatie valt er niet te bespeuren.

Het oratorisch geweld van Williams zwelt aan tot een hoogtepunt. Als zweepslagen klinken zijn slogans die door de discipelen gretig worden nagebauwd. I’m not getting high today. I’m not getting high tomorrow. I’m gonna stay clean the rest of my live. I’m not going back. I’m not the same person anymore. Met een euforisch hallelujah wordt de collectieve gelofte van kuisheid bezegeld.

BROMTOON.

Blanke kerkgangers kijken wat ongemakkelijk toe. Met bussen tegelijk worden ze gedropt, toeristen die normaal geen voet benoorden Central Park durven zetten. De faam van het gospelkoor heeft zijn weg naar de touroperators gevonden. De parochianen reageren met gemengde gevoelens. Echt dol op de nieuwsgierige blikken zijn ze niet. Maar de extra dollars in de collectebus komen wel goed van pas.

Het ARC Gospel Choir schrijdt de kerk binnen. Voor het altaar vormen in hoogrode priestergewaden uitgedoste vrouwen en mannen een V-formatie. Schouder aan schouder staan ze, twee muren van vermiljoen, alle ogen op de koorleider gericht. Het concert begint met een zachte bromtoon die gestaag luider klinkt. Het adjectief warm is versleten maar nog altijd onvervangbaar om de klankkleur van een gospelkoor te duiden. Close harmony wisselt met soli waarvoor telkens een andere zanger op de voorgrond treedt. Bas, bariton, tenor en sopraan, alle toonhoogten zijn uit voorraad leverbaar.

?Sing it brother, sing it?, moedigt een buurman de bariton aan die zich in ?The man from Calvary mountain? nader tot de Allerhoogste zingt. Het koor sluit weer de rangen om duidelijk te maken waar de echte roots van de rockmuziek liggen. ?He’s my light?, stoomt het volle kracht vooruit. De hele kerk staat overeind, tussen de banken wordt verwoed met de heupen gedraaid, wat een verschil met de zondagse hoogmis in de Lage Landen. Na het uitsterven van de laatste hallelujahs en amens schudden de aanwezigen elkaar energiek de hand. Gelaafd door de muziek stroomt de swinging congregation vrolijk taterend de kerk uit, deze dag kan niet meer stuk. Leon Thomas, een niet onbekend jazz-zanger, woont vlak om de hoek. Hij moet dit koor al talloze keren hebben gehoord. ?Ik blijf ze geweldig vinden?, zegt hij. ?Ze klinken erg authentiek. Je hóórt gewoon dat ze zelf door de hel zijn gegaan.?

Met haar rode koorhemd is de dertigjarige Desaette Clark een imposante verschijning. Een stem als een klok in een kathedraal van een lichaam. Ze woont in de Bronx maar spendeerde de voorbije vier jaar vooral in straten van Harlem. ?Hier ontmoette ik mijn dealer,? zegt ze. ?Mijn hele leven draaide rond de crack. In die periode was ik een heel ander iemand. Geen prettig gezelschap zoals nu.?

Sinds een paar maanden is Desaette clean. Zoals de meeste koorleden heeft ze zich met succes door het ontwenningsprogramma van het Addict Rehabilitation Center (ARC) geworsteld. ?De solidariteit onder de koorleden is een belangrijke steun,? zegt ze. ?We hebben allemaal in hetzelfde schuitje gezeten. Nu moedigen we elkaar aan om clean te blijven.?

Dirigent-pianist Curtis Lundy is de muzikale directeur van het Gospel Choir. De juiste man op de juiste plaats : Lundy is een geschoold jazzbassist. Vroeger speelde hij gigs met grote jongens zoals saxofonist Pharoah Sanders. Helaas, zijn carrière nam een steile duik toen hij in de netten van de cocaïne verstrikt raakte. ?Drie jaar heb ik er aan gezeten,? zegt Curtis. ?Totaal op de dool, iedereen in de jazzwereld had me opgegeven. En toch sta ik er opnieuw. Momenteel begeleid ik zangeres Betty Carter in de Blue Note. Binnenkort ga ik met pianist John Hicks op tournee in Europa. Die wederopstanding heb ik volledig aan het ARC en het koor te danken.?

AGRESSIEF.

Het Addict Rehabilitation Center ligt two block van de gospelkerk. Het is dringen in de lobby. Ze zien er zeer jeugdig uit, deze jongens en meisjes. De slobberjeans, baseballpet en wandelcassettofoon hebben ze met alle tieners gemeen. De holle oogopslag verraadt echter de reden van hun aanwezigheid in het ontwenningscentrum. Op het onthaal staat de doos pijnstillers binnen handbereik, het gaat er soms hard aan toe. Crack is de hoofdleverancier van ARC, op respectabele afstand gevolgd door coke en heroïne. Zwarte sociologen beschouwen de crack-plaag samen met de Reaganomics als de zwaarste slag die de Afroamerikaanse gemeenschap de voorbije decennia te verduren kreeg. Deze cocaïnevariant lijkt inderdaad speciaal ontworpen om in de zwarte getto’s maximale schade te berokkenen. Spotgoedkoop waardoor succes in de marginale suburbs verzekerd is. Sterk verslavend, maar kortstondig effect waardoor het verlangen naar een volgende dosis onophoudelijk knaagt. Zware gebruikers worden hyperactief, paranoïde en extreem agressief.

Crack draagt in niet geringe mate bij tot de misdaadstatistieken die in de Amerikaanse binnensteden uit de pan rijzen. Bloedige afrekeningen tussen dealers zijn schering en inslag, gebruikers zijn tot alles in staat om hun dwingende behoefte te bevredigen. Zelfs in het wereldje van de junkies blijven gelijke kansen een loos ideaal. Cocaïne geldt als het snoepje van de overwegend blanke middenklasse. Het discrete gebruik valt met een job te combineren en als de ?habit? uit de hand de loopt, staan dure privé-consulenten klaar om in te grijpen. Crack daarentegen is synoniem voor verscheurde families, werkloosheid, straatcriminaliteit en bittere armoede. Veruit de meeste verslaafden zijn Afroamerikanen en hispanics.

In de ogen van vele zwarten is de crack-epidemie slechts een onderdeel van een blanke samenzwering om de zwarten onder de knoet te houden. The Plan wordt het genoemd : eerst wakkert men de armoede in de getto’s aan door alle sociale voorzieningen af te schaffen. Dan worden de sluizen van de verpauperde buurten wijd open gezet voor drugs, alcohol en wapens. Vervolgens kijkt blanken van de zijlijn toe hoe zwarte brothers elkaar overhoop schieten en aids alle kansen krijgt om zich te verspreiden. Als het te gortig wordt, laat men er de politie op losknuppelen.

Het feit dat meer dan de helft van de anderhalf miljoen Amerikaanse gevangenisbewoners zwart is, geeft voedsel aan deze theorie waar ook zwarte intellectuelen rotsvast in geloven. Rappers doen er hun voordeel mee. ?There’s more male black youth in prison than in college?, schalt het door de cassettespeler van de ARC-jongeren.

TERINGLIJDER.

Met een capaciteit van vijfhonderd patiënten is dit een van de grootste ontwenningscentra van New York. Wat oorspronkelijk als een lokaal initiatief van de Christian Reformed Church begon, is tot een door de overheid gesubsidieerde keten met filialen in Buffalo en New Jersey uitgegroeid. ?Een drugsverslaafde is zoals een teringlijder,? staat in het ARC-handvest. ?Geneesmiddelen verstrekken heeft geen zin als de patiënt in dezelfde koude en vochtige kamer blijft wonen.?

Het programma beperkt zich dan ook niet tot fysieke ontwenning. Er wordt gesleuteld aan zelfvertrouwen, familierelaties, scholing, jobtraining, huisvesting en de spirituele ethos. Na zes tot negen maanden worden de patiënten in een drugsvrije wereld herboren, zo wil althans de theorie. Om hun diploma te behalen, moeten de verslaafden zelf vier ontwenningsniveaus doorlopen. Vanaf niveau twee mogen liefhebbers bij het koor. Als ze tenminste de strenge auditie passeren. Want het ARC Gospel Choir is al lang geen hobbyclubje meer. Na vier Europese tournees horen ze bij de top van het genre. Het koor helpt niet alleen ex-verslaafden om op het rechte pad te blijven. Ook voor de fundraisers van het ARC bewijst het ensemble gouden diensten.

Thomas Wilson (51) had geen probleem met de auditie. Reeds als puber stelde hij zijn mooie baritonstem ten dienste van diverse parochies. ?Ik was een gelukkig man,? vertelt hij. ?Getrouwd, vader van zes zonen en vier dochters, een job bij de gemeente, een auto, kortom, alles om tevreden door het leven te stappen. Negen jaar geleden is de ellende begonnen. Ik verloor mijn job en raakte aan lager wal. De dag dat ik voor het eerst crack rookte weze vervloekt. In een mum van tijd was ik totaal verhangen aan het spul. Crack is een genadeloze meester. Hij beheerst volledig je denken en handelen, je moet koste wat het kost je dagelijkse dosis gebruiken. Ons spaargeld vloog de deur uit. Onze video, mijn polshorloge, de juwelen van mijn vrouw, zelfs de meubels en kleren heb ik verkocht. Op den duur ging ik stelen bij familie en vrienden. Een crack-verslaafde is iemand die het kerstcadeau voor zijn eigen kinderen verpatst om er zijn gerief mee te kopen.

Het lijkt nochtans spotgoedkoop. Een dosis kostte twee dollar, maar als we goed bij kas zaten, kochten we meteen voor tien dollar. De prijs was dus geen probleem. Maar omdat we de hele dag rookten en niet meer in staat waren om te werken, verkeerden we voortdurend in geldnood. Sommigen pleegden overvallen, ze belandden om de haverklap in de gevangenis. Zelf ben ik maar één keer opgepakt, wegens verboden wapenbezit. Ik overleefde door zelf crack te venten, niet als dealer maar als stroman. Dealers zijn sluwe jongens, die raken het spul niet aan, maar verdienen er hopen geld mee. Zo bleef ik aanmodderen tot ik vier jaar geleden in de Mountain Moriah een oude kennis onmoette. Bleek dat hij in het ontwenningscentrum werkte. Do you wanna stop getting high, vroeg hij. Dat was mijn redding. Toen ik binnenkwam, zat ik totaal aan de grond. Een broek, een T-shirt en een paar afgedragen schoenen waren mijn enige bezit. Zevenenzeventig kilo woog ik nog. Nu ben ik mijn oude zelf met een gezonde 104 kilo. Ik ben al twee jaar clean.?

DISCIPLINE.

Het contact met de kinderen werd intussen hersteld, Thomas leeft nu van een uitkering en spendeert zijn tijd aan het ARC en het koor. ?We proberen wat aan straatpreventie te doen,? zegt hij. ?Want de jongeren beginnen er steeds vroeger mee. Ik zie ze hier aan de lopende band binnenkomen : nauwelijks zestien jaar en al aan de crack. Er zitten echte habitués tussen, gasten die drie tot vier keer terugkomen. De aanpak is erg liberaal : we verplichten niemand om te blijven. Verslaafden kunnen alleen ontwennen als ze het zelf willen. Maar wie tijdens de kuur hervalt, wordt wel op streng regime geplaatst. Status 5, dat betekent vroeg opstaan en hard werken. Om discipline en zelfrespect op te bouwen.

Het gevaar op hervallen blijft natuurlijk reëel, ook als je hier met je diploma in de hand de poort uitstapt. Een drugsvrije omgeving bestaat niet, vooral niet in Harlem. Vele ex-verslaafden kunnen geen kant op. Ze zitten zonder werk, huisvesting is peperduur, door de familie worden ze nog altijd gewantrouwd. En natuurlijk ligt de dealer op de loer. Ik woon nu in de 128th Street, twee blocks van de plek waar ik vroeger zelf crack verkocht. Bijna dagelijks passeer ik mijn vroegere dealers. Ze geven me complimentjes. Dat ik er veel beter uitzie. Ze missen me niet. Voor elke verkoper die ermee kapt, staan er vijf nieuwe klaar. Trouwens, ze kunnen me niks meer maken. Ik kijk niet om.

Positieve ervaringen zoals de optredens met het koor helpen om de crack te vergeten. De tournees in Frankrijk en Italië zijn onvergetelijk. Na de concerten kwamen de mensen ons bedanken voor het warme gevoel dat onze muziek uitstraalt. Wij hoeven geen emoties te veinzen, we hebben immers alles aan den lijve ondervonden.?

Erik Raspoet

Verslaafden doorlopen vier ontwenningsniveaus. Vanaf niveau twee mogen liefhebbers bij het koor van de Mountain Moriah Baptist Church, als ze de strenge auditie passeren.

Het Gospel Choir : lafenis in de muziek. In de ogen van veel zwarten is de crack-epidemie een onderdeel van een blanke samenzwering om de zwarten onder de knoet te houden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content