ZUID-SUDAN EN DE CENTRAAL-AFRIKAANSE REPUBLIEK: BRAND IN HET HART VAN AFRIKA

CONFLICT IN ZUID-SUDAN De laatste ramingen gewagen van 10.000 doden en 320.000 vluchtelingen. © REUTERS

Burgeroorlogen in Afrika, wie kijkt er nog van op? Zeven van de tien landen in de top van de Failed States Index liggen ten zuiden van de Sahara. Toch zijn Marta Martinelli en Steven Spittaels, specialisten conflictbeheersing met veel terreinervaring, verrast hoezeer de situatie in Zuid-Sudan uit de hand is gelopen.

Diplomaten kloppen overuren in het hart van Afrika. In de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba wordt druk onderhandeld om een einde te maken aan het bloedvergieten in Zuid-Sudan. Dik twee jaar na de hard bevochten afscheiding van Sudan balanceert het jongste land ter wereld op de rand van een sektarische burgeroorlog. Half december sloeg de vlam in de pan toen president Salva Kiir, lid van de dominante Dinka-gemeenschap, gewezen vicepresident Riek Machar van een poging tot staatsgreep beschuldigde. Sindsdien staan de Dinka en de Nuer, de etnische groep waartoe Machar behoort, elkaar naar het leven. De laatste ramingen gewagen van 10.000 doden en 320.000 vluchtelingen.

Al even rampzalig is de toestand bij de buren in de Centraal-Afrikaanse Republiek, waar chronische chaos na een zoveelste staatsgreep tot een ware godsdienstoorlog is ge-escaleerd. Voorlopige balans van het geweld tussen christenen en moslims: meer dan 1000 doden en een half miljoen vluchtelingen.

Marta Martinelli, senior analist bij de Amerikaanse ngo Open Society Foundations, heeft een lange staat van dienst in Centraal-Afrika. De Italiaanse specialiste conflictbeheersing leefde en werkte tien jaar in Burundi, Congo en de Centraal-Afrikaanse Republiek, standplaatsen van waar ze onder meer de Europese Commissie en de UNDP over regionale veiligheidskwesties adviseerde. Steven Spittaels, specialist Centraal- en Oost-Afrika bij het in Antwerpen gevestigde International Peace Information Service (IPIS), legt de laatste hand aan een rapport over de veiligheidssituatie in Zuid-Sudan en Sudan.

U was in november in Zuid-Sudan. Hebt u de escalatie zien aankomen?

Steven Spittaels:Niemand had verwacht dat het zo uit de hand zou lopen. Wat begon als een machtsstrijd tussen twee kemphanen, is verworden tot een etnisch conflict tussen de twee grootste gemeenschappen. Iedereen zit nu in de loopgraven, doodsbang voor het andere kamp. Nochtans waren de verhoudingen helemaal niet zwart-wit. Kiir had ook tegenstanders binnen zijn eigen Dinka-gemeenschap, anderzijds telde zijn leger heel wat Nuer-officieren.

Speelt buurland Sudan een rol in dit interne conflict?

Spittaels: Het is toch wel opvallend dat de Sudanese president Bashir voluit partij trekt voor zijn vroegere aartsvijand, Kiir. Zeker als je bedenkt dat de grens tussen Noord en Zuid nog altijd over de volle lengte betwist wordt. Dat dossier zit al drie jaar muurvast. Een verdeling volgens politieke en etnische belangen zou haalbaar zijn, maar beide partijen grijpen terug naar de koloniale scheidslijn, een louter administratieve grens die ook al in de tijd van de Britten uitblonk door onduidelijkheid. Misschien hoopt Bashir met zijn steun Kiir tot toegevingen te bewegen, maar dat zou evengoed averechts kunnen uitpakken. Zelfs als Kiir zich handhaaft, zal hij verzwakt uit deze machtsstrijd komen. Dan zal de president nog minder speelruimte hebben dan vroeger om onpopulaire concessies aan het Noorden te doen.

Marta Martinelli:Het grensconflict kun je niet loskoppelen van de oliebelangen. Kiir is in dat dossier de mist ingegaan, hij heeft zwaar onderschat hoezeer Zuid en Noord op elkaar aangewezen zijn. Op termijn kan dat overigens positief uitpakken: beide landen zullen wel verplicht worden samen te werken. Maar niet alleen Bashir moeit zich in de interne keuken van Zuid-Sudan. Uganda heeft er troepen, en de aartsvijanden Eritrea en Ethiopië bekampen er elkaar via wisselende partners. Bij dit soort conflicten is er altijd een wisselwerking tussen binnenlandse factoren en regionale agenda’s.

Intussen woedt in de Centraal-Afrikaanse Republiek een heuse godsdienstoorlog tussen christenen en moslims, een breuklijn die door heel wat Centraal-Afrikaanse landen loopt. Kan dit de hele regio destabiliseren?

Spittaels:Niet noodzakelijk. De situatie in de CAR is erg specifiek. Reeds tijdens ons onderzoek in 2009 werden grote delen van het land door rebellen gecontroleerd, of door milities die officieel wel in het leger waren geïntegreerd, maar de facto autonoom opereerden. Intussen heeft de CAR een halve revolutie meegemaakt: het verdrijven van de christelijke president Bozizé door de islamitische Seleka-milities. Die machtswissel is eerst in een ordinaire strooptocht ontaard, en die is door een bizarre wending verder tot een soort godsdienstoorlog geëscaleerd. Een krachtig ingrijpen van de internationale gemeenschap is noodzakelijk, anders dreigt een Somalië-scenario. Dat zou tragisch zijn, want in wezen zijn de tegenstellingen in de CAR niet half zo diep als in Zuid-Sudan of Somalië.

Martinelli:Ik huiver altijd voor het benadrukken van religieuze of etnische dimensies bij conflicten in Afrika, dat is al te gemakzuchtig. Kijk, al van bij de onafhankelijkheid kent de CAR een opeenvolging van staatsgrepen. Telkens weer bracht die een etnische groep aan de macht die het veiligheids- en staatsapparaat monopoliseerde, wat bij andere bevolkingsgroepen enorme frustraties wekte. President Bozizé had hervormingen beloofd, ook al onder druk van de internationale gemeenschap die eisen stelde om de CAR uit zijn isolement te halen. Maar Bozizé deed precies het tegenovergestelde, en zo is de escalatie begonnen. Oké, Seleka rekruteert vooral uit de twintig procent moslims in de CAR. Ze krijgen hulp van Tsjadische soldaten en er zouden ook buitenlandse islamisten actief zijn. Toch is dit in se geen religieus conflict: het is de opstand van sociaal en economisch gemarginaliseerde bevolkingsgroepen, met een etnische en religieuze saus erover.

Zowel Zuid-Sudan als de CAR staat in de top van de Failed States Index 2013, opgesteld door de Amerikaanse denktank Fund For Peace (FFP). Waarom zijn er zo veel mislukte staten in Afrika?

Martinelli:We zijn te ongeduldig. In Europa heeft het eeuwen geduurd vooraleer natiestaten volwassen werden. Aan Afrika wordt zo veel tijd niet gegund, bovendien verloopt het groeiproces voor de ogen van de internationale gemeenschap. Natuurlijk ken ik die Failed States Index. Handig voor een snel overzicht, en ook nuttig om de publieke opinie wakker te schudden. Maar als analist heb ik er niet zoveel aan. De zogenaamde mislukte landen in de top tien zijn veel te groot om ze in een paar statistieken te vatten. Er zijn regio’s waar chaos heerst, maar er zijn ook stabiele regio’s. Zelfs in Somalië geldt dat, je kunt dat land dus niet in één pennentrek als mislukt afserveren.

Spittaels: Ik ben ook niet wild van zo’n Failed States Index. Ik spreek liever van ‘failing states’, of nog beter van ‘failing regimes’. Hoe maak je ook zo’n rangschikking? Congo zou na Somalië de meest mislukte staat ter wereld zijn. Ik geloof dat niet. Er zijn perifere gebieden waar chaos heerst, niet verwonderlijk in zo’n reusachtig land. Maar op mijn reizen door Congo werd ik overal getroffen door een sterk, nationaal gevoel en zelfs in de meest afgelegen dorpen bots je wel op een ambtenaar die de staat vertegenwoordigt. Ik zou Zuid-Sudan geen mislukte staat willen noemen. Het land kampt met zware kinderziektes, maar de decennialange onafhankelijkheidsstrijd heeft een sterk nationaal gevoel gecreëerd. Dat cruciale element ontbreekt volkomen in de CAR. Van alle landen die ik ken, lijkt de CAR het meest op een mislukte staat.

DOOR ERIK RASPOET

‘In Europa heeft het eeuwen geduurd vooraleer natiestaten volwassen werden. Aan Afrika wordt zo veel tijd niet gegund.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content