Waait een nieuwe wind door Zuid-Azië ? Zowel India als Pakistan lijken belangstelling te hebben voor een politiek van ontspanning.

In het vijftigste jaar van de onafhankelijkheid van het Indiase schiereiland en van de onmiddellijk daarop volgende, traumatische, scheiding van India en Pakistan de verjaardagen zullen later dit jaar gevierd worden , bleek het laatste bezoek van een Belgische buitenlandminister aan het reusachtige India te dateren van 1981. Zestien jaar leek lang genoeg voor de verwaarlozing van een belangrijke handelspartner (voor tachtig procent diamant) en daarbij ?de grootste democratie ter wereld? zoals de slogan luidt : een land in volle en, voor zijn doen, snelle evolutie ( ?India is recklessness at low speed?). Toen dus de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Erik Derycke (SP) van een nogal vage Europees-Aziatische vergadering in Singapore terugkwam, was besloten dat hij, bij wijze van beleefdheidsbezoek, een paar dagen India zou aandoen. Bij die beleefdheid zou wel wat politiek te pas komen en wat handelscontacten, maar lang hoefde dat niet te duren. Als een zucht zou de minister door India gaan, haast onmerkbaar voor de buitenstaander.

Maar niet voor de Pakistanen, die traditionele rivalen van de Indiërs, die Midden-Oosterse buitenbeentjes in Zuid-Azië, die met arendsogen alle diplomatieke en andere verschuivingen in de regio volgen. Om kort te gaan, als Erik Derycke naar India ging, dan moest hij naar Pakistan ook.

Politiek, en natuurlijk in de Europese beeldvorming, heeft India een voorsprong op Pakistan, dat vaak als een hopeloos geval vol islamitische fanatici wordt afgeschilderd. Die voorsprong kan India trouwens best gebruiken. Het land is te groot en dreigt uiteen te vallen. Het is gehyperbureaucratiseerd en blijkt politiek onbestuurbaar vanwege de alom heersende chaos en anarchie. Bovendien is India periodiek onderhevig aan golven van al dan niet sectarisch geweld, die in een ander land het einde van de gevestigde orde zouden betekenen. Enkele jaren geleden heeft deze traditionele bondgenoot van de Sovjetunie (één oorlog met China, drie tegen Pakistan, over de Kasjmirkwestie) een grote economische bocht genomen. India is zijn tot op zeer grote hoogte geplande en beschermde economie gaan privatiseren en openen voor de buitenwereld. Daaraan onvermijdelijk verbonden werd gesnoeid in de bureaucratie die het ondertussen nog steeds goed stelt.

NEW DELHI IS ARROGANT

In het Zuid-Aziatische geheel bekeken, is India met zijn bijna 920 miljoen inwoners een grootmacht. En in dat Zuid-Aziatische geheel gedraagt het zich daar ook naar. Dat geheel India, Pakistan, Nepal, Bhutan, Bangladesh en Sri Lanka vormde vroeger, min of meer, Brits Indië. Behalve met Pakistan lijkt India doorgaans weinig moeite te hebben om zich in dit gezelschap die rol ook toe te eigenen. Als er een échte grote buur zou zijn, met wie men rivaliteiten best uit de weg gaat, dan is dat ongetwijfeld de Chinese Volksrepubliek. Daarmee werd dus in het verleden al een oorlogje gevoerd, over een grensgeschil in de Himalaya. Tegenover alle anderen dan China lijkt New Delhi, als het dat passend vindt, al eens een arrogante houding aan te nemen.

Met Pakistan blijft het daar niet bij. Daar speelt de kwestie-Kasjmir een kwalijke rol, bovenop de toch al weinig hartelijke dagelijkse relaties. Kasjmir is de provincie die helemaal in het noorden als een uitstulping van India de bergen insteekt. Dat is het Indiase gezichtspunt. In het Pakistaanse gezichtspunt is er helemaal geen uitstulping, maar een Pakistaanse provincie, bijna helemaal bewoond door moslims, die door India wederrechtelijk bezet wordt gehouden. Onafhankelijkheidsbewegingen en pro-Pakistaanse groepen opereren in dit bergland, dat in twee verdeeld wordt door een ?controlelijn?, waar VN-militairen, onder wie twee Belgen, observeren. Actief in deze regio is ook een referendumbeweging, die de keuze voor of tegen onafhankelijkheid bij referendum wil laten uitpreken. En wellicht bestaan er ook groepen die bij India willen horen.

Hier vallen jaarlijks honderden doden in een bijna vergeten mini-oorlogje, dat bijna niet stil te zetten valt omdat de zaak daar veel te ingewikkeld voor ligt, en omdat beide landen het eigen gelijk in deze kwestie als het moet met kernwapens willen verdedigen. Die kernwapens hebben ze namelijk al zou het kunnen, hypothetisch, dat India er heeft, terwijl die van Pakistan misschien nog niet helemaal af zouden zijn. Dat is het hoofdstuk waar beide landen in de illegaliteit verzeild zijn, aangezien ze het internationale Non-Proliferatieverdrag aan hun laars lappen. De afgelopen paar jaar wilden ze in deze materie zelfs niet aan de constante druk uit de VS toegeven (maar leken ze veeleer nog te willen samen spelen tegen de buitenstaanders die hun kernwapens wilden afpakken).

Het belang van de Kasjmir-kwestie is dat ze al drie keer tot oorlog geleid heeft, en nog veel meer keren bijna, en dat ze beide landen gegijzeld houdt. Die zitten immers allebei met torenhoge defensiebudgetten, zowel voor conventionele als voor nucleaire oorlogvoering, én met militaire apparaten die relatief veel te veel in de pap te brokken hebben zeker waar, tot overmaat van ramp, de civiele regeringen het minder goed doen dan redelijkerwijs verwacht zou kunnen worden. Zit Kasjmir, omdat het geld van ’s lands ontwikkeling afleidt naar defensie, de Indiase en Pakistaanse ontwikkeling in de weg, ook de regionale samenwerking met Sri Lanka, Nepal… wordt erdoor gehinderd.

En de geopolitieke bondgenootschappen vloeien logisch voort uit het voorafgaande. India met de voormalige Sovjetunie, nu Rusland, tegen Pakistan en de VS en China, terwijl de islamlanden zich aan één of andere kant scharen, al naargelang van waar ze zich bevinden langs de interne breuklijn van de Islamitische wereld : Saudi-Arabië min of meer aan Pakistaanse, Iran min of meer aan Indo-Russische kant.

DE TWEEDE KANS VAN NAWAS SHARIF

Maar het moet zo zijn dat zelfs de Zuid-Aziatische olifant niet immuun is voor de ineenstorting van het Sovjetrijk en het einde van de Koude Oorlog. Toen ook Moskou niet meer aan planeconomie bleek te houden, begon New Delhi de hare ook maar te ontmantelen. En nu sinds enige tijd een stabiele regering in India aan de macht schijnt, komen ook hier interessante geluiden naar boven inzake Pakistan en de kwestie-Kasjmir. Met name van de pas verkozen Pakistaanse premier Nawas Sharif en zijn vorige week gevormde regering, lijkt de Indiase tegenhanger veel goeds te verwachten.

In de vereenvoudigde logica van de sjablonen heet het dat het geschil in Kasjmir in het nadeel van Pakistan werkt, omdat het dat land veel te veel kost, terwijl het veel grotere India dat in feite tot in het oneindige zou kunnen volhouden zonder er veel last van te hebben. En in het verleden waren het inderdaad de Pakistanen die met New Delhi wilden gaan onderhandelen over de kwestie, om dan ter plaatse te horen dat er over alles gepraat kon worden, behalve over Kasjmir. Nawas Sharif, die de vorige keer dat hij premier was een uitwisseling van contacten met de Indiërs had, lijkt misschien in staat te zijn om daar opnieuw bij aan te knopen. Hij heeft toch al een brief uit Delhi ontvangen waarin de Indiase premier een gesprek over Kasjmir voorstelt. India zou eraan denken om, als ?geste?, zijn troepen terug te trekken van de Siachen-gletsjer, tussen de vijfduizend en de zevenduizend meter hoog. Als Nawas Sharif zo’n gesprek met enig suces op gang zou kunnen krijgen, zou hij daarmee in Pakistan geen windeieren oogsten.

Als men er abstractie van maakt dat slechts dertig procent van de Pakistaanse kiezers zijn komen stemmen, dan heeft Nawas Sharif bij de verkiezingen vorige maand een massief mandaat gekregen, waarmee hij zelfs de grondwet zou kunnen hervormen. Met 134 van de 217 zetels in het parlement heeft hij bijna een tweederde meerderheid, terwijl de PPP van zijn rivale Benazir Bhoetto (de Pakistan People’s Party) van een grote meerderheid teruggeslagen werd naar zeventien zetels, bijna de vergetelheid in.

In de korte maar koortsige geschiedenis sinds de dood van dictator generaal Zia ul-Haq en het begin van de democratisering, is dit de tweede keer dat Nawas Sharif een kans krijgt als premier. Voor hem won Benazir Bhoetto, de dochter van Ali Zulfikar Bhoetto, twee verkiezingen en werd zij twee keer afgezet door de president, wegens wanbeheer en corruptie. Na de eerste regering van Bhoetto was het de beurt aan Nawas, die op zijn beurt ook afgezet werd wegens corruptie. Dat waren dan drie regeringen op een rij. Stemmen gaan nu op om de president, momenteel Benazirs oude strijdmakker Farooq Ahmad Khan Leghari, zijn nogal aangevochten macht te ontnemen om een regering zomaar naar huis te kunnen sturen. Maar er is meer aan de hand. En het is goed eraan te denken dat in het vijftigjarige bestaan van Pakistan, het land bijna de helft van de tijd door militairen bestuurd is geweest.

MET DE RUG TEGEN DE MUUR

Die militairen, dat is het sleutelwoord. Kan men stellen dat een politiek bewuste bovenlaag geen heil ziet in een nieuwe militaire regering maar die eigenlijk wel binnen afzienbare tijd verwacht , dan ook dat het een meerderheid van de bevolking tamelijk onberoerd zou laten als de politici weer eens naar huis gestuurd werden. Het leger, denkt het volk, is ten minste goed georganiseerd, en merkbaar minder corrupt.

Daar staat tegenover, zeggen commentatoren als Mohamed Ziauddin van het dagblad Dawn, dat de generaals het er, economisch en sociaal gezien, ook niet zo briljant vanaf hebben gebracht. Als het land nu failliet is, en kreunt onder zijn sociale problemen, is dat niet alleen de schuld van de civiele regeringen.

Volgens Ziauddin heeft het leger drie prioriteiten. Dat zijn Kasjmir, Afghanistan en de kernbewapening meteen drie dingen die het land bijna de nek hebben omgedraaid. Vandaar de drie prioriteiten waar Nawas Sharif nu mee zit. Hij moet de economie rechttrekken die ineenstort onder de last van een enorme buitelandse schuld (meer dan 32 miljard VS-dollar), en om dat te doen moet hij het belastingstelsel hervormen, en het defensiebudget besnoeien. Het belastingstelsel hervormen, zou eenvoudig zijn. Het zit zo dat in Pakistan de rijken geen belasting betalen. De landbouw is van belasting vrijgesteld, en dus ook de grote families van grootgrondbezitters die het eigenlijke establishment uitmaken, en de industriële burgerij (waartoe Nawas behoort) de facto eveneens. Belasting opleggen, is in principe niet moeilijk. De wetgeving ervoor is voorhanden, alleen zijn de geviseerde bevolkingsgroepen meer dan goed vertegenwoordigd in het parlement.

Het defensiebudget verlagen, is iets dat met het leger zal moeten opgenomen worden. Misschien heeft dat daar wel oren naar, als er wat goed nieuws komt over Kasjmir. ?Nu is het zover dat we met onze rug tegen de muur staan : als Nawas Sharif niets onderneemt, is binnen een paar maanden ons geld op. Momenteel kunnen we niet eens honderd miljoen dollar lenen zonder daar 25 tot 30 procent intrest op te moeten betalen.?

Het komt erop neer, voor Ziauddin maar eigenlijk ook voor alle andere geschoolde Pakistanen, dat men met de hoop leeft dat Nawas van zijn schade en schande geleerd zal hebben, en dit keer behoorlijk zal regeren, omdat er niets anders op zit. Dit is de regering van de laatste kans. Mislukt ze, dan staan binnen enkele maanden de militairen daar weer, en dan heeft heel Pakistan verloren.

Islamabad is een moderne, door Franse architecten ontworpen hoofdstad, met genummerde straten die vierkante stadsdelen doorkruisen waarin veel groen groeit en rationaliteit lijkt te overheersen. Wie er de weg weet (rationele stadsplannen kunnen uiterst verwarrend zijn), kan toch op tien minuten van een riante villawijk in het groen naar een stinkend inferno achter een blinde muur stappen : een getto waar christenen wonen, vertegenwoordigers van de laagste sociale categorie die ook in het islamitische Pakistan van de gelijkheid niet aan de bak komen en geen werk vinden tenzij dat van straatveger. Schoonmakers komen ook in India uit de onderste kasten, die door anderen gemeden worden en onzichtbaar zijn : zoals het getto van de ?Honderd Huizen? achter zijn muur. Zo blijven we, moslims en hindoes en christenen, op hetzelfde subcontinent.

En Nawas Sharif, wat zal hij eraan doen ? Zijn eerste zorg was een regering samen te stellen van oudgedienden ?Ze hebben eerst het land geplunderd, zullen ze het nu redden ?? was de commentaar van een illusieloze waarnemer. Zijn tweede was, in de plaats van de vrijdag, de zondag tot wekelijkse rustdag te maken. En in de plaats van het over belastingen van de rijken te hebben, deed hij een plechtige oproep tot alle Pakistanen in het buitenland, om schenkingen of renteloze leningen naar het land te sturen, in een veralgemeende aanval op de schuldenberg. Liefdadigheid als regeringspolitiek ? Het schijnt dat de miljoenen binnenstromen, maar wat zal Nawas volgend jaar doen ? Als hij er dan nog is ?

Sus van Elzen

In het Honderd Huizen-getto wonen christenen onzichtbaar voor de goegemeente, in absolute armoede.

De vrouwenkwestie blijft een teer punt in Pakistan.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content