De sombere economische vooruitzichten van het Planbureau vindt professor Jef Vuchelen niet erg: ‘Eigen aan de economische cyclus.’ De 5 miljard euro die moet worden gevonden voor de begroting 2009 is een ander paar mouwen: ‘Onmogelijk zonder aan de sociale zekerheid te raken.’ Maar de grootste uitdaging is een grondige staatshervorming: ‘Primordiaal, zelfs al gaat dat ten koste van een goede begroting.’

‘Natuurlijk betreur ik het dat de regering-Leterme geen echt financieel-economisch beleid voert. Uiteraard vind ik het doodjammer dat er nauwelijks gediscussieerd wordt over de begroting. Tot nu toe werd bijna alle tijd en energie gestoken in een staatshervorming en dat leverde nog geen resultaat op. Maar toch moet er eerst een grondige staatshervorming komen, zodat er voor pakweg 20 jaar communautaire vrede is. En als dat zou betekenen dat er geen tijd is om een begroting in evenwicht op te stellen, ben ik zelfs bereid om die prijs daarvoor te betalen. Als we nu zo’n grondige staatshervorming weer op de lange baan schuiven, zal ons dat uiteindelijk veel meer kosten, want de communautaire spanningen zullen alleen maar groter worden en zullen steeds zwaarder wegen op de overheidsfinanciën.’

Aan het woord is Jef Vuchelen, professor economie aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en een autoriteit op het vlak van openbare financiën. Het Planbureau, zowat de officiële studiedienst van de overheid, heeft net sombere berichten over de toekomst van onze economie de wereld ingestuurd: de economische groei zal dit jaar stranden op 1,6 procent en volgend jaar op 1,2 procent. Dat is 0,3 procent minder dan bij de vorige raming. Een vuistregel zegt dat er 1,8 procent groei nodig is om voldoende werk te creëren voor al wie werk heeft én voor de nieuwkomers. Het Planbureau zegt dan ook dat voor het eerst in vier jaren de werkloosheid zal stijgen.

De cijfers van het Planbureau hebben natuurlijk hun invloed op de begroting, die premier Yves Leterme (CD&V) op 14 oktober wil presenteren. De premier wil dit jaar nog steeds een begrotingsevenwicht bereiken. Voor 2009 wordt nog steeds naar een overschot van 0,3 procent van het bbp (bruto binnenlands product) gestreefd, om zo de kosten van de vergrijzing te kunnen opvangen. Dat betekent wel dat er 5 miljard euro moet worden gevonden. ‘Men gaat die 5 miljard euro nooit vinden zonder aan de sociale zekerheid te komen’, weet professor Vuchelen. ‘Onmogelijk.’

Het Planbureau voorspelt een groei van slechts 1,2 procent in 2009. Hoe erg is dat?

JEF VUCHELEN: Dat is níét erg. Ik weet wel, de laatste weken waren er zeer dramatische uitspraken over een recessie, maar laten we ernstig blijven. We weten dat we over een lange termijn een economische groei kunnen halen van rond 2 procent. In 2006 en 2007 groeide onze economie met 2,8 procent. Dit jaar wordt dat 1,6 procent, in 2009 1,2 procent. Dat is wel lager, maar het ligt even ver onder het gemiddelde als we er in 2006 en 2007 boven zaten. Dat is eigen aan de economische cyclus. En 1,2 procent groei is nog altijd 1,2 procent groei, dat is veel meer dan nul, niet waar?

Wel slecht nieuws voor de overheid.

VUCHELEN: Ja, de belastinginkomsten zullen minder snel toenemen dan de stijging van de uitgaven en dus dreigt er een groter tekort. Men zegt nu dat er 5 miljard euro moet worden gevonden om dat tekort in 2009 op te vangen. Dat is natuurlijk een gigantisch bedrag, en met de communautaire spanningen en het wantrouwen tussen politici wordt het een uiterst moeilijke operatie. De hamvraag luidt: is deze regering in staat om voldoende krachtige budgettaire maatregelen af te kondigen?

Ze moet wel, want ze wil in 2009 een overschot van 0,3 procent om de kosten van de vergrijzing te kunnen opvangen.

VUCHELEN: Het stoort me dat vandaag zeer hard wordt geroepen dat de regering iets móét doen, maar toen Guy Verhofstadt (Open VLD) acht jaar een paarse regering leidde, hoorde ik dat nauwelijks. En toen hadden we makkelijk geld voor de vergrijzing opzij kunnen zetten, want de rentevoeten daalden en de conjunctuur zat goed. Een substantieel stuk van de vergrijzingskosten zouden vandaag opgelost zijn, indien Paars de overheidsuitgaven vanaf 1999 had gestabiliseerd. Maar dat heeft het niet gedaan. Paars heeft wel de schijn gewekt dat het iets aan de vergrijzing deed door het Zilverfonds op te richten, wat in feite een lege doos is. Bovendien had Paars structurele maatregelen kunnen nemen met grote opbrengsten op lange termijn, want toen hadden we nog 10 jaar voor de boeg vooraleer de vergrijzingskosten echt zouden doorwegen. Die tijdshorizon is nu verdwenen, de vergrijzingskosten staan voor de deur. De regering-Leterme staat met de rug tegen de muur.

De huidige regering moet dus dringende en pijnlijke beslissingen nemen?

VUCHELEN: De regering-Leterme moet maatregelen nemen die door de regeringen-Verhofstadt niet genomen zijn. En dat in veel moeilijkere economische omstandigheden. En ze moet die maatregelen in versneld tempo nemen. De maatregelen zullen dan ook des te pijnlijker zijn. Het moeten maatregelen zijn die op lange termijn resultaat opleveren én ze moeten tegelijkertijd op korte termijn iets opbrengen, want we zitten met dat nijpende tekort voor volgend jaar. En we spreken over 5 miljard euro en niet over 500 miljoen, vergeet dat niet.

De regering kan ijveren voor meer belastinginkomsten.

VUCHELEN: Een verhoging van de belastingtarieven is geen optie, want die zijn al hoog. Je kunt wel de belastbare basis verbreden. Je zou bijvoorbeeld belastingen kunnen heffen op bedrijfswagens en tankkaarten die royaal werden uitgedeeld. Dat zou misschien zelfs niet zo slecht vallen, met de fileproblematiek en de verhoogde aandacht voor het milieu. Al vrees ik wel dat de loonkosten dan zullen verhogen, want de werknemers zullen allicht een financiële compensatie vragen om het wegvallen van het voordeel in natura op te vangen. Dat betekent dat de bedrijven meer loon moeten betalen en onze loonkosten zijn al hoog. Hoe dan ook, zulke fiscale maatregelen zullen niet het grote geld opleveren dat nodig is.

De huidige regering heeft eenmalige maatregelen afgezworen, dus het verkopen van activa ligt ook niet voor de hand.

VUCHELEN: De meeste gebouwen zijn trouwens al verkocht. Ik ben er wel voorstander van om Belgacom verder te privatiseren, maar het is geen goede strategie om te verkopen onder budgettaire druk. En het is een eenmalige maatregel: de overheid heeft geen 25 Belgacoms die ze jaar na jaar kan verkopen.

De overheid kan de uitgaven verminderen, door bijvoorbeeld de pensioenleeftijd te verhogen?

VUCHELEN: Eén groot nadeel: het brengt op korte termijn maar heel weinig op, want zoveel mensen gaan volgend jaar niet met pensioen.

Minder ambtenaren en een efficiëntere overheid?

VUCHELEN: Mooi, maar ik hoor dat liedje al zo lang. Het doet me denken aan de man die zijn midlifecrisis ziet naderen en de Ventoux wil beklimmen. Prachtig en ook nog goed voor zijn gezondheid. Alleen: hij heeft geen geld om een fiets te kopen. Op lange termijn zou hij de investering in de fiets terugverdienen, want hij is gezonder en heeft minder dokterskosten, maar op korte termijn heeft hij er het geld niet voor. Om een efficiëntere overheid te hebben met minder ambtenaren moet de overheid op korte termijn investeren, bijvoorbeeld in computers, apparatuur, opleidingen enzovoort. Maar dat geld heeft ze niet. Een efficiëntere overheid met minder ambtenaren klinkt goed, maar ik zie het niet onmiddellijk gebeuren.

Premier Leterme zegt dat er bijvoorbeeld te veel volk werkt op de Nationale Bank en dat daar bespaard kan worden.

VUCHELEN: De sneer van de premier werd uitgelokt door de Nationale Bank, want ze wordt meer en meer de schoonmoeder van het economisch beleid: directeurs zitten in de Hoge Raad Financiën, de Studiecommissie voor de vergrijzing of de Hoge Raad Werkgelegenheid en geven politiek geladen interviews. Het kon niet uitblijven dat het politieke bestel hiertegen zou reageren. De Nationale Bank moet zich beperken tot objectieve analyses en voor de rest zwijgen. Ze kan zeker afslanken, maar de Nationale Bank is een naamloze vennootschap: de overigens beperkte opbrengst zou niet direct voor de schatkist zijn.

De regering kan weer aankloppen bij de gewesten en gemeenschappen en vragen om te helpen het tekort te dempen.

VUCHELEN: Ze zal wellicht wel op een of andere manier een beroep doen op de gewesten en gemeenschappen, zoals ze nu ook hoopte dat de Vlaamse regering 400 miljoen zou leveren. Maar die 400 miljoen is nog geen 10 procent van wat men volgend jaar nodig heeft, dan is er dus nóg 90 procent te gaan. Zelfs als men 600 miljoen vraagt, kan dat hoogstens een interessant onderdeel van de oplossing zijn. Als ik de huidige reactie van de Vlaamse regering zie, heb ik mijn twijfels. Vlaanderen levert die 400 miljoen vandaag niet omdat het onvoldoende garanties heeft voor een staatshervorming. En zeker volgend jaar, wanneer er regionale verkiezingen zijn, kan ik me niet indenken dat de Vlaamse regering zal zeggen: ‘Kom, Yves, je hebt het moeilijk, hier is 600 miljoen.’

Is snoeien in de sociale zekerheid dan de enige mogelijkheid die rest?

VUCHELEN: Ja, je kunt die 5 miljard euro nooit vinden zonder aan de sociale zekerheid te raken. Onmogelijk. De regering zal moeten kijken wat er mogelijk is in de sociale uitgaven en in de gezondheidszorg. Ik kan me bijvoorbeeld indenken dat mensen met een beter inkomen tot op een zeker niveau een groter deel van de ziekenhuisfactuur moeten betalen. Daarbij moeten we natuurlijk vermijden dat mensen met chronische klachten in financiële problemen komen. Let op: ik ben daar zelf niet zo gelukkig mee, maar ik zie echt niet in waar je vandaag nog significante bedragen kunt halen buiten de sociale zekerheid. En ik weet ook dat in Vlaanderen misschien nog een zekere wil bestaat om hierover na te denken, maar in Wallonië – en zeker bij de beleidsmensen daar – bestaat er geen enkele bereidheid om hierover een discussie te starten.

Hoe moet het dan?

VUCHELEN: Een grondige staatshervorming is nu primordiaal. In het verleden heeft men te veel de problemen, ook de communautaire problemen, voor zich uitgeschoven. Of zogezegde compromissen gemaakt. Men zegt weleens dat België de kampioen is in het afsluiten van compromissen. Ik begin te geloven dat we vooral sterk zijn in het vooruitschuiven van discussies. En dat breekt ons nu zuur op.

Sommigen zeggen juist: stop het gehakketak over de staatshervorming, pak de ‘echte problemen’ aan zoals koopkracht, begroting, vertraging van de groei…

VUCHELEN: Maar die communautaire problemen komen steeds terug en ze worden almaar groter. Iedere keer als er discussie is over bijvoorbeeld de sociale zekerheid kom je tot de vaststelling dat de meningen van de Walen en de Vlamingen mijlenver uit elkaar liggen. Je kunt de communautaire problemen niet meer uit de weg gaan, je moet ze oplossen. Zonder grondige staatshervorming lukt niets meer.

Die communautaire onderhandelingen wegen wel op het sociaaleconomische beleid en de begroting.

VUCHELEN: Maar de budgettaire kostprijs van het uitstellen van een grondige staatshervorming zal alleen maar stijgen. Elk uitstel kost ons pakken geld.

De staatshervorming gaat over meer dan over communautaire, taalkundige kwesties?

VUCHELEN: Natuurlijk. De staatshervorming gaat voor mij zelfs vooral over budgettaire zaken, over de werking van de overheid, over werkgelegenheid, over de toekomst van onze sociale zekerheid en pensioenen. Steeds meer Vlamingen zijn daarover bezorgd en je krijgt meer en meer de indruk dat er van Waalse kant geen enkele bereidheid is om die grote uitdagingen voor de nabije toekomst aan te pakken en tot een goed einde te brengen. Als we onze communautaire problemen niet eerst behoorlijk oplossen, zullen we tegen 2011 geen overschot van 1 procent van het bbp halen om de vergrijzingskosten te betalen, zoals de regering zich voorgenomen heeft.

Moet een deel van de personen- en vennootschapsbelasting overgeheveld worden naar de regio’s?

VUCHELEN: Ja, de federale regering geeft te veel geld aan de gewesten en gemeenschappen in verhouding tot de bevoegdheden die ze heeft overgedragen. Wallonië lijkt niet bereid om die financieringswet te herbekijken, het ziet het niet zitten dat er meer bevoegdheden worden overgeheveld. Ook hier is Wallonië de zwakke schakel. De uiteindelijke vraag luidt: welk soort staatshervorming zijn de Franstaligen bereid te aanvaarden? En gaan de Vlamingen blijven tolereren dat de Walen vertragingsmanoeuvres opzetten? Of gaan we naar een grote institutionele clash?

En?

VUCHELEN: Het federalisme is duidelijk verleden tijd en dat moeten de Walen ook ooit inzien. We kunnen overstappen naar een confederaal model, waarbij de regio’s veel meer bevoegdheden krijgen en zelf beslissen welke bevoegdheden ze nog samen onder de noemer België willen uitoefenen, maar de Franstaligen zien dat blijkbaar niet zitten. Als ze echter inzien dat separatisme het enige alternatief is en dat ze dus moeten kiezen tussen confederalisme of separatisme, dan willen de Franstaligen misschien toch wel confederalisme. Zeggen de Walen toch nee tegen het confederalisme, dan moeten we kijken hoe we vriendelijk het hele Belgische verhaal kunnen opdoeken. En als dat zo moet zijn: hoe sneller, hoe liever.

Blijft België bestaan?

VUCHELEN: Nee, daar geloof ik niet meer in, maar ik vind toch dat we het confederalisme een eerlijke kans moeten geven.

DOOR EWALD PIRONET

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content