Zelfs het National Security Agency (NSA) begint na de publicatie van het Stoa-rapport te praten. Volgens de boss heeft het agentschap slechts één doel: ‘information superiority for America.’

Sinds Martin Brady, directeur van het Australische Defence Signals Directorate (DSD), in mei vorig jaar het bestaan van Echelon schriftelijk toegaf, is de mist rond het wereldwijde afluistersysteem een beetje opgetrokken. Brady sprak met kennis van zaken, want zijn DSD werkt al dertig jaar onder Amerikaans toezicht. In het controlecentrum van Pina Gap, een eenzaam oord in de buurt van Alice Springs in midden-Australië, werden dagelijks miljoenen berichten met digitale woordenboeken en slimme zoekprogramma’s uitgevlooid. Vervolgens worden de resultaten via een geheime protocol aan de VS, Groot-Brittannië, Canada en Nieuw-Zeeland (de vier andere Echelon-partners) doorgespeeld.

Echelon is een kind uit de Koude Oorlog, maar heeft zich ondertussen aan de nieuwe geopolitieke situatie en tijden aangepast. Het heeft nu oor voor veel meer dan alleen maar puur militaire activiteiten. Alles wat de machtspositie van de deelnemende landen, in eerste instantie de VS, kan bedreigen, komt voor afluistering in aanmerking. Dat er veel meer op het spel staat dan de strijd tegen de internationale misdaad is voor het National Security Agency (NSA), de motor van Echelon, een feit. ‘De informatierevolutie, aldus NSA-boss luitenant-generaal Kenneth A. Minihan, zorgt voor een omwenteling die even radicaal is als de atoombom. Zoals de controle over de industriële technologie de laatste twee eeuwen de sleutel voor militaire en economische macht was, zo wordt de controle over de informatietechnologie dat in de 21ste eeuw.’ Op de website van de NSA bepleit Minihan ‘ a new national effort dedicated to a single goal: information superiority for America.

De NSA heeft de reputatie de meest discrete van alle Amerikaanse inlichtingendiensten te zijn, vandaar de bijnaam No Such Agency (NSA). Niet toevallig bevindt zich op het hoofdkwartier in Fort George G. Meade een gedenksteen met de inscriptie They Served in Silence. Door het nieuwe Stoa-rapport en de beschuldiging dat Echelon zich met industriële spionage bezighoudt, voelde de NSA zich echter aangesproken. Op 24 februari kregen alle Amerikaanse congresleden een brief in hun mailbox waarin de NSA verzekerde dat al zijn activiteiten volgens de highest constitutional, legal and ethical standards gebeuren. Opvallend is wel dat de NSA het alleen over VS-burgers heeft. Voor zijn buitenlandse tapactiviteiten – de hoofdbrok van zijn bezigheden – gelden blijkbaar andere normen.

Omdat de computers steeds krachtiger worden en het efficiënt versleutelen (encryptie) toeneemt, gooide de NSA het op een akkoordje met Amerikaanse sofwarebedrijven zoals Microsoft, Netscape en Lotus.

Zo ontdekte de Zweedse regering in 1997 dat er in de VS was geprutst aan het e-mailsysteem waarop de (Zweedse) overheid werkte. Lotus Notes had 24 van de 64 bytes van de encryptie aan de NSA doorgespeeld, zodat die zonder problemen alle e-mails van niet-Amerikaanse gebruikers kon kraken.

In Windows van Microsoft, zo ontdekte de Canadese beveiligingsdeskundige Andrew Fernandes enkele maanden geleden, bevat het besturingsprogramma een geheime sleutel met de naam NSAKEY. Volgens Fernandes kan de NSA via dat achterdeurtje alle Window-gebruikers in het oog houden. Microsoft ontkent dat NSAKEY er op verzoek van de NSA kwam. Het zou er alleen zijn om aan te geven dat de versleuteling aan de Amerikaanse exportbeperkingen voldoet.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content