Een autonomer Vlaande- ren moet niet zo nodig nationalistisch zijn.

Haast geen enkel SP-boegbeeld liet op 1 mei de kans liggen. De etnische zuiveringen in Kosovo zouden een les moeten zijn voor wie overweegt om op 13 juni voor het Vlaams Blok te stemmen. Want zie wat ervan komt, van dat radicale nationalisme. Al eerder heette het dat het communautaire opbod in België wel eens tot “Joegoslavische toestanden” kon leiden. De vergelijking klinkt pathetisch, maar ze miste haar effect niet.

De Kosovocrisis komt dus slecht uit voor wie een nieuw communautair rondje bepleit. Ondanks de forse flamingantische retoriek van een deel van de politieke elite, valt de bevolking zo al erg moeilijk te mobiliseren voor de communautaire kwestie, laat staan voor het nationalisme of het separatisme. Kosovo drukt radicale nationalisten nog verder in het defensief. Daarom nam commentator Manu Ruys het in De Standaard zelfs op voor het Vlaams Blok en minimaliseerde hij het racisme ervan door het “ontsporingen” te noemen. Kennelijk wou hij het nationalisme zo ontdoen van een zwarte erfzonde, misschien ook om het Blok voor de toekomst te vrijwaren als een eerbare, want nationalistische, politieke medespeler.

Ruys (en anderen) vergeet dat het nationalisme niet alleen komt, dat het bij het Blok verweven is met het rechts-extremisme. Nationalisme bestaat in alle vormen en kleuren en hoéft niet rechts of xenofoob te zijn. Maar wie uit Vlaams-radicalisme kiest voor het Vlaams Blok, kiest voor het separatisme en neemt per definitie ook het racisme (en het autoritarisme) van de partij voor lief. Dat is nu eenmaal geen “ontsporing”, maar de kern van het Blokprogramma.

Omtrent de problematische vergelijking België-Joegoslavië wees Volksunie-veteraan Hugo Schiltz vorige week in een gesprek met De Standaard op de reden waarom het in de Balkan misliep: de politieke onwil daar om het federalisme in stand te houden. Schiltz wil het Belgische federalisme wél handhaven, maar dan ondersteund door een welbegrepen, democratisch Vlaams-nationalisme.

In het jongste nummer van het tijdschrift Ons Erfdeel stelt hij evenwel met een ondertoon van spijt vast “dat de tamelijk ruime algemene waardering, zoniet bewondering, die in het begin van de jaren zeventig voor de traditionele Vlaamse Beweging gegroeid was”, nu aan het tanen is. Het is maar de vraag of dat respect voor het – toen toch nog behoorlijk elitaire en conservatieve – flamingantisme wel zo algemeen was als Schiltz denkt. Het manifesteerde zich in rituelen die steunden op (veelal historische) mythen en retoriek, die gaandeweg steeds meer geloofwaardigheid en volkse appeal misten.

NIEMAND KRIJGT RESPECT CADEAU

Schiltz ziet dat respect terecht afnemen als gevolg van “de kritische afstandelijkheid tegenover het eigen verleden”. Het flamingantisme ontsnapte inderdaad niet aan, dixit Schiltz, de “resoluut objectiverende benadering” van deze tijd. Objectivering, verwetenschappelijking en een toegenomen mondigheid en kritische zin bij het publiek tastten de voorbije jaren alle gevestigde instituties aan, de politiek in het algemeen, maar ook de kerk, de justitie of de media, dus waarom niet de Vlaamse Beweging.

Het prestige en de autoriteit van deze instellingen worden niet meer zomaar geaccepteerd. Ze moeten zich meer dan ooit publiek verantwoorden, ook voor het verleden waaraan ze, zoals het flamingantisme, hun legitimiteit willen ontlenen. Dan gaat het wel eens wringen, zoals het ook Schiltz verleidt tot ambigue of zelfs ronduit zure commentaren. Maar wanneer bijvoorbeeld de nauw bij de Vlaamse regering aanleunende Beweging Vlaanderen-Europa 2002 de Guldensporenslag van 1302 “de eerste geslaagde democratische beweging in Europa” noemt, moet toch iémand zeggen dat dit een zowel ethisch als historisch absurde bewering is?

Politiek blijft een kwestie van ideologische en ethische keuzen en machtsverhoudingen. Toch hebben nationalisten de neiging om in absolute termen over hun eigen ideologie te spreken. Zo gewaagt Schiltz van een blijkbaar objectieve “Vlaamse strategie”, alsof daarover geen democratische discussie mag bestaan. Ook de Vlaamse regering is wel eens in dat bedje ziek wanneer ze haar handelen wil verantwoorden met een van conceptuele vaagheden wemelende retoriek over de Vlaamse identiteit.

Identiteit is echter geen absoluut, laat staan een etnisch beginsel. Het is wel het product van altijd veranderende feitelijke omstandigheden. Zulke concrete situaties en evoluties hebben ook de Belgische staatshervorming noodzakelijk gemaakt. Want een merkwaardige paradox wil dat de Vlaamse autonomie buiten het Vlaams-nationalisme om tot stand is gebracht. Dat hoeft morgen niet anders te zijn.

Marc Reynebeau

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content