Twee jaar doolde Thomas Blommaert door het Oost-Vlaamse dorp Zelzate. Het leverde een prachtig boek op over het roodste dorp van het land. ‘Zelzate bewijst dat een anti-establishmentstem in Vlaanderen ook links kan zijn.’

‘Ik was nog nooit in Zelzate geweest.’ Zo heet het boek, en zo was het ook, vertelt Thomas Blommaert. Hij kende Zelzate alleen van de verkeersbulletins op de radio. Tot hij net na de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 de krant opensloeg. Eén dorp had contrair gedaan en massaal links gestemd: het dorp van de files. Zes zetels voor de Partij van de Arbeid, 22 procent voor een partij die elders amper bestond.

Blommaert trok met zijn notitieboekje naar Zelzate. ‘De busrit alleen al was een heel vreemde ervaring. Een weg langs oude en nieuwe industrieën, verlaten dokken en bossen. En dan doemden de torens van Sidmar en Kuhlmann op. Het eerste wat ik dacht was: wat een raar dorp. Niet zozeer de mensen die er woonden, maar wel hoe het eruitzag. Het dorp was echt in tweeën gehakt door een kanaal.’

Blommaert bleef er een paar jaar, sprak er met God en klein Pierke, ging achter zijn tekstverwerker zitten en tikte een mooi boek bijeen over rode baronieën. Voorts sterven er oude wijven in en verrijst er een King Lear. Op het einde van het boek schrijft hij: ‘Niet de gemeentepolitiek maakt Zelzate zo vreemd. Eigenlijk verschilt de Dorpsstraat maar weinig van andere Vlaamse gemeentes. Zoals overal worden er bals van de burgemeester ge-organiseerd, maken partijen en coalities ambras met elkaar over de verdeling van postjes, en is er continu geld te kort. (…) Het verschil zit ‘m in het feit dat alles en iedereen afspraak lijkt te hebben in dit dorpje: de geschiedenis, de federale regering, de Vlaamse regering, de nieuwe industrie, de oude industrie. En dat een deel van de bevolking zich maar niet bij zijn lot wil neerleggen.’

‘Zelzate is altijd een dorp apart geweest’, vertelt Blommaert. ‘Van oudsher was het een socialistisch bolwerk. Dat kwam ook omdat ze de socialehuisvestingsmaatschappij beheerden: iedereen moest via hen passeren. Maar de socialisten hebben de laatste decennia veel van hun pluimen verloren. Vroeger haalde de SP.A nog 50 procent, vandaag amper de helft daarvan. Dat heeft te maken met het beleid, maar ook met de opkomst van de PVDA. En meer specifiek met enkele dokters die zich er eind jaren zeventig vestigden – onder wie de bekende Frans Van Acoleyen. Oorspronkelijk hadden ze een praktijk aan de Brugse Poort in Gent. Maar dat werd meer en meer een vierdewereldwijk, minder een arbeiderswijk. Ze wilden hun idealen in de praktijk omzetten, en zo zijn ze in Zelzate beland. Hun Geneeskunde voor het Volk sloeg aan: vandaag zijn 3000 mensen er patiënt, zowat een kwart van Zelzate.

Waarom zijn ze zo succesvol?

ThomasBlommaert: Omdat ze gratis geneeskunde aanbieden, maar ook omdat ze op een heel andere manier met hun patiënten omgaan. Ze zijn veel meer dan alleen dokter, meer een vertrouwenspersoon aan wie mensen alles kunnen vertellen. In die zin is het succes van de PVDA ook weer niet zo verbazingwekkend. Want die PVDA-stemmers zijn zeker niet allemaal linkse jongens die het Rode Boekje of het verzameld werk van Lenin vanbuiten kennen. Integendeel, voor een deel zijn het dezelfde mensen die elders voor het Vlaams Belang stemmen. Een anti-establishmentstem hoeft in Vlaanderen dus niet per se rechts te zijn.

Nee, maar de boodschap van de dokters gedijt waarschijnlijk beter in het fabrieksdorp Zelzate dan in de buitenwijken van Brasschaat.

Blommaert: Natuurlijk speelt dat ook mee. Zelzate is trouwens altijd een fabrieksdorp geweest. Het was lang de zakdoek waar half Vlaanderen zijn neus in snoot, een openluchtmuseum voor allerlei giftige smeerlapperij. Daar kwam in de jaren zestig dan nog eens Sidmar bij. De komst van de staalreus heeft het dorp helemaal veranderd. Zelzate werd overspoeld door immigranten die bij Sidmar gingen werken: Italianen, Marokkanen… Dat heeft Zelzate opgestoten in de vaart der volkeren. Rond die periode is ook het kanaal van plaats veranderd. 2000 families verloren hun huis. Dat heeft grote wonden geslagen in het dorp. Nog altijd, trouwens. In de jaren negentig – op het moment dat het Vlaams Belang overal scoorde met zijn autochtoon-allochtoondiscours – stond er in Zelzate een partij op die een onderscheid maakte tussen Oost- en West-Zelzate.

Ergens in het boek vraagt u zich af: ‘Is er een verband tussen de omgeving en de volksaard?’ En?

Blommaert: Ik ben er nog altijd niet uit. Maar de vroegere arbeidsbemiddelaar van de RVA vertelde me wel: als ze vroeger bij Sidmar de keuze hadden tussen een Zelzatenaar of iemand van buiten Zelzate, kozen ze voor de immigrant. Want het cliché wou dat Zelzatenaren rood en lui waren, en dat ze voor het minste het werk neerlegden. Een beetje het karikaturale beeld dat wij van de Waalse arbeiders hebben. Eigenlijk zijn de Zelzatenaren de Walen van Vlaanderen. Daartegenover staat het verfrissende beeld van de gezagsgetrouwe plattelandsarbeider die zijn werk doet.

Op een bepaald moment moeide zelfs Guy Verhofstadt (Open VLD), toen eerste minister, zich met de Zelzaatse gemeentepolitiek.

Blommaert: Net na de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 wilden alle partijen samenspannen tegen de SP.A. Die coalitie zou om meer dan één reden historisch geweest zijn: het zou de eerste keer zijn geweest dat de PVDA aan de macht zou komen in Vlaanderen. De andere partijen riepen Frans Van Acoleyen aan tafel. Ze vroegen hem: ‘Wat zijn uw eisen?’ Van Acoleyen noemde de acht punten uit het programma van de PVDA. De andere partijen noteerden dat, voegden er nog een negende aan toe en zegden: ‘We hebben een akkoord.’ Tot grote verbijstering van Van Acoleyen, die nog met zijn achterban wou overleggen. Maar nog tijdens die gesprekken kwam dat Verhofstadt ter ore, die meteen ziedend de lokale Open VLD-voorzitster belde. Die kon alleen nog maar kreunen: ‘Ja, meneer de eerste minister.’ De eerste coalitie tussen Open VLD en PVDA was in de kiem gesmoord nog voor ze begonnen was.

Hoe denkt u dat de PVDA in Zelzate zal evolueren? Blijft het een communistisch nest?

Blommaert: Volgens de huidige burgemeester, Freddy De Vilder (SP.A), niet. ‘Als Van Acoleyen met pensioen gaat, implodeert de partij’, zei hij mij. Maar dat geloof ik niet. Jonge dokters zorgen voor de af-lossing van de wacht, en bovendien is de PVDA te sterk verweven met het verenigingsleven. Niet alleen bij oude mensen maar ook bij de jeugd. Een paar jaar geleden organiseerde de PVDA een grote fuif. De helft van de Zelzaatse jeugd was daar aanwezig. Dat wil toch iets zeggen. Ook heel opvallend: Zelzate is een van de weinige gemeenten in België waar N-VA en Vlaams Belang de vorige keer niet op de stembrieven stonden. Uit bloedarmoede, al is het wel de bedoeling dat die partijen in 2012 voor het eerst zullen meedoen aan de verkiezingen. Ik ben benieuwd of ze veel stemmen zullen behalen.

Tot slot: zou u ooit in het linkse paradijs Zelzate kunnen wonen?

Blommaert: Nee. Ik vind het een heel fascinerend dorp. Maar ik heb geen rijbewijs, en in Zelzate rijden maar een paar bussen per uur. Bovendien is de stad voor een jonge gast toch een stuk aanlokkelijker.

THOMAS BLOMMAERT , IK WAS NOG NOOIT IN ZELZATE GEWEEST, EPO, 280 BLZ., 17 EURO, ISBN 9789064455858.

DOOR STIJN TORMANS / FOTO SASKIA VANDERSTICHELE

‘Die PVDA-stemmers zijn zeker niet allemaal linkse jongens die het verzameld werk van Lenin vanbuiten kennen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content