Vijf topambtenaren van Financiën verdedigen de Coperfinhervormingen.

Vijf topambtenaren wensten gezamenlijk te antwoorden op onze vragen over Coperfin. Het gaat om Jean-Pierre Arnoldi, voorzitter van het directiecomité van de FOD Financiën, Jean-Marc Delporte, administrateur-generaal belastingen en invorderingen, Daniel De Brone, administrateur-generaal Patrimonium en Documentatie, Carlos Six, administrateur AOIF (Administratie van de ondernemings- en inkomenfiscaliteit), en Louis Collet, administrateur ICT.

Sinds 2003 bedraagt het jaarlijkse Coperfinbudgetgemiddeld 110 miljoeneuro, waarvan het grootste deel gaat naar de informa-tisering. Is dat niet enorm veel?

LOUIS COLLET: In 2007 ging 6,4 procent van het globale budget van Financiën (ruim 1,6 miljard euro) naar de informa-tisering. Dat is minder dan de banksector eraan spendeert. Bovendien zouden we volgens het initiële plan zelfs méér dan 110 miljoen euro krijgen in de eerste jaren. Vandaar dat de investeringen en de hervormingen langer zullen duren dan voorzien: nog minstens acht jaar.

Wat heeft Coperfin al opge-leverd?

CARLOS SIX: Om te beginnen is er Tax On Web, de elektronische aangifte die iedereen kent. Vandaag heeft elke Belg de keuze om zijn jaarlijkse aangifte elektronisch dan wel op papier in te vullen. Momenteel wordt ze nog verwerkt in de vorm waarin ze wordt aangeleverd. Maar vanaf volgend jaar wordt dat anders. De papieren aangiftes gaan dan rechtstreeks naar twee scanningcentra, één in Namen en één in Gent. Het doel is zoveel mogelijk gegevens te digitaliseren. Door dat werk op die manier in te krimpen, willen we trouwens personeel vrijmaken om meer controles uit te voeren. Want daarvoor hebben we personeel te kort.

Draagt de informatisering al bij tot een efficiëntere controle, of eventueel tot een betere fraudebestrijding bij ondernemingen?

JEAN-MARC DELPORTE: Om goed te kunnen werken, moeten we ook voor de ondernemingen zoveel mogelijk gegevens digitaliseren. Daar bestaan verschillende programma’s voor, maar je kunt ze niet allemaal tegelijk uitvoeren. Nu al wordt 40 procent van de btw-controles automatisch geselecteerd met een programma van datamining. Dat kiest op basis van een reeks van tevoren ingevoerde parameters met welk dossier er een probleem kan zijn. Dat dossier wordt dan door een controleur onder de loep genomen. Voorlopig is dat het enige instrument waarover we beschikken om controlesefficiënter te laten verlopen.

LOUIS COLLET: Het uiteindelijke doel is dat we alle programma’s met elkaar integreren, zodat ze onderling gegevens kunnen uitwisselen. De ambtenaren moeten voor eenzelfde onderneming in de toekomst kunnen beschikken over zowel gegevens met betrekking tot de directe belastingen, als de btw, de verkeersbelasting enzovoort. Momenteel heeft een btw-ambtenaar enkel inzage in de btw-gegevens, en dat moet in de toekomst veranderen om een betere werking mogelijk te maken. Het doel is over een paar jaar te komen tot een structurele wijziging van de belastingheffingen (zie ook hoofdartikel).

Hoe moet het nu verder?

JEAN-PIERRE ARNOLDI: Het strategische seminarie van19 september, dat we met het directiecomité georganiseerd hebben over de toekomst van Coperfin, heeft mij ervan overtuigd dat we de informaticatoepassingen zullen doorzetten. Tenminste, zolang we de budgetten krijgen.

DANIEL DE BRONE: We moeten pragmatischer worden, en kiezen voor een vooruitgang stap voor stap. We hebben vroeger te veel gecommuniceerd, dat we van de ene dag op de andere zouden veranderen. Het zou een revolutie worden. Maar voor de man op het terrein, die het moet doen, is het een evolutie, met talloze onzekerheden en daar moeten we rekening mee houden.

COLLET: Hoe dan ook, er is geen weg terug. Technisch gezien hebben we geen andere keus dan de informatisering voort te zetten. Het zou zelfs gevaarlijk zijn om ze nu stopte zetten.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content