XTC-dumpings

Xtc en speed zijn helemaal terug. De productie boomt, dankzij nieuwe technieken en grondstoffen. Maar het afval moet érgens heen. Sluikstorten is de oplossing van de bendes. In Nederland is het een echte plaag, en ook de grensprovincies Antwerpen en Limburg zijn besmet. Tientallen tonnen hoogtoxisch afval belanden jaarlijks in het milieu. De politie slaat alarm. ‘Dit is een zwaar onderschat probleem.’

Het was een ongewone maatregel waarmee twee Nederlandse gemeenten begin maart uitpakten. 5000 euro beloning voor een gouden tip die kan leiden naar de daders van een reeks xtc-afvaldumpingen in Peel en Horst aan de Maas, landelijke gemeenten in Nederlands Limburg. In een jaar tijd werden er negen storten ontdekt, telkens goed voor duizenden liters gevaarlijke afvalstoffen. ‘We willen een signaal geven’, zegt Martin Vries, beleidsmedewerker veiligheid van Horst aan de Maas. ‘Het probleem van de xtc-dumpings loopt uit de hand. Meestal vinden we de vaten in de publieke ruimte, langs een afgelegen weg, in een greppel of in een bos. Gevaarlijk voor het milieu, en het verwijderen kost de maatschappij handenvol geld. Brandweer, politie, stalen door het Nederlands Forensisch Instituut, opruimen en saneren door gespecialiseerde firma’s, er komt veel bij kijken. We schatten de totale schade op 10.000 euro per dumping. Zo kan het niet verder, dit moet dringend worden aangepakt.’

Peel en Horst aan de Maas staan met hun frustratie niet alleen. Vorig jaar werden in Nederland 170 dumpings ontdekt, een record. In de wandeling spreekt men van xtc-dumpings, maar het gaat even vaak om restproducten van amfetamines – speed dus. En als het regent bij de noorderburen, druppelt het in België. Benny Van Camp, commissaris bij de Centrale Dienst Drugs van de Federale Gerechtelijke Politie, kan het met cijfers staven. In 2012 werden in ons land slechts twee dumpings ontdekt, maar eind 2013 stond de teller op zeventien. ‘Dat lijkt nog altijd minder dan het is’, zegt Van Camp. ‘Het gaat niet om een vaatje hier en een emmertje daar, we spreken over industriële hoeveelheden. Ruw geschat hebben we vorig jaar honderd ton afval van synthetische drugs opgeruimd.’ Hoe dat er in de praktijk uitziet? Erg divers, blijkt wanneer Van Camp de foto’s op zijn laptop toont. Tientallen identieke blauwe vaten in het groen, het effect is bijna kunstzinnig. ‘Een propere dumping’, zegt hij. ‘Zolang er niks gaat lekken natuurlijk. Het blijft hoe dan ook een gevaarlijke toestand, want niemand weet wat er precies in zo’n ton zit. Vaak een cocktail van chemische restproducten. Erg toxisch, om nog te zwijgen van mogelijk brandgevaar bij verkeerde behandeling. Na zo’n vondst wordt meteen een perimeter ingesteld. Alleen de specialisten van het Labo Interventie Team, een multidisciplinair samenwerkingsverband van politie en brandweer, komen in de buurt. Met beschermende pakken en gasmeters, uiteraard.’

Toxisch rampgebied

Voorbeelden van minder propere dumpings zijn er ook. Tussen de herfstbladeren ligt een ratjetoe van vaten, vuilnisbakken en gemengde rotzooi zoals opgebruikte koolstoffilters, met een kapotte industriële weegschaal als blikvanger. ‘Bendes hanteren verschillende methodes’, zegt Van Camp. ‘Een oplegger stelen, volladen en op een verlaten plek achterlaten, ook dat komt voor.’ Als oude rot in de drugsbestrijding wil hij geen details vrijgeven, maar bij zo’n vondst wordt alles uit de kast gehaald om de herkomst van de lading te achterhalen. ‘Ze maken het ons niet gemakkelijk’, zucht hij. ‘Labels worden verwijderd, serienummers uit vaten gebrand. Soms gaan ze nog een stap verder, en steken ze de boel in de fik. Dan krijg je zoiets.’ Met een muisklik haalt hij het beeld op. Twee uitgebrande opleggers, het hele parkeerterrein ziet eruit als een toxisch rampgebied. ‘Vergelijk het gerust met een brand of explosie in een chemische fabriek’, zegt Van Camp. ‘Er komen giftige dampen vrij, chemicaliën en besmet bluswater sijpelen weg. Los van de milieuschade loopt de economische kostprijs hoop op. Opruimen en opslaan gebeurt door een supergespecialiseerde firma, peperduur. En dan moet de bodem soms nog worden gesaneerd.’

Veel blijft onder de radar. Kleinere hoeveelheden worden in een gat in de tuin achter het lab gekiept, met alle gevolgen van dien voor het grondwater. Doorspoelen via het riool gebeurt ook, en niemand weet hoeveel hectoliters er al in sloten, kanalen of rivieren werden gepompt. Luc Valkenborg, de directeur van de FGP Hasselt, blijft zich verbazen over de creativiteit die bendes aan de dag leggen in hun afvalverwerking. ‘Bij het opdoeken van een lab in Bilzen hebben we de techniek van de mestkar ontdekt’, zegt hij. ‘Uit onderzoek achteraf bleek dat de bende een aanhangwagen gebruikte waarvan de bodemplaat was geperforeerd. Als het flink regende, reden ze ermee over de snelweg. Kraantje van het vat opendraaien en laten weglekken, geen mens die er wat van merkte. Een andere bende gebruikte een tractor om het spul over veldwegen en akkers uit te sproeien. Alles de grond in, de boeren wisten van niks.’

Vorig jaar kon Valkenborg met zijn team drie xtc-labs opdoeken. ‘Soms niet groter dan een garagebox’, zegt hij. ‘Maar de capaciteit is enorm, en de afvalstroom is navenant. Dat betekent nog niet dat de ontdekte dumpings uit diezelfde periode van die labs afkomstig waren. Bendes storten hun afval bij voorkeur ver weg uit de buurt. Heel wat van ons afval komt wellicht uit Nederland. Van sommige labs die we in Limburg konden opdoeken, bleek dat ze hun tonnetjes in het Antwerpse gingen deponeren.’

Dweilen met de kraan open, Valkenborg kent het gezegde al te goed. Niet alleen de xtc-problematiek vraagt zijn aandacht. Wekelijks worden in Limburg vier à vijf cannabisplantages ontdekt, enkele weken geleden waren het er zeventien in één dag. ‘Een gecoördineerde actie met de Nederlandse politie’, zegt hij. ’35 huiszoekingen en 20 aanhoudingen, we hebben de hele organisatie ontmanteld. De meeste arrestanten in de plantages waren Belgen, de organisatoren Nederlanders. Typisch, we zien dezelfde verhoudingen bij xtc-bendes. Cannabis en synthetische drugs zitten van oudsher in gescheiden milieus. Niettemin: we hebben al labs ontdekt in een loods waar eerder een cannabisplantage werd opgedoekt. Dat kan toeval zijn, want beide milieus hebben dezelfde locaties op het oog: een schuur van een afgelegen boerderij, of een leegstaand pand in een industriezone. Toch is er een trend naar polydrugscriminaliteit. Bendes die in cannabis handelen, durven er ook weleens synthetische drugs en zelfs cocaïne bij te nemen.’

De reputatie van Limburg als narcoprovincie valt gemakkelijk te verklaren. Landelijk, dunbevolkt, discrete locaties, geen pottenkijkers. Perfect voor Nederlandse drugsbendes die het Europese ideaal van vrij verkeer van goederen en diensten op een eigen manier in de praktijk brengen. Valkenborg: ‘We hebben 138 kilometer landsgrens met Nederland, Duitsland ligt op een boogscheut. Bendes maken daar handig gebruik van. De voorbije jaren hebben ze de xtc-productie in stappen opgedeeld – dat heeft met schaalvergroting en specialisatie te maken, maar evenzeer met risicospreiding. Ze doen een eerste bewerking in België, een tweede in Nederland, de tabletten maken gebeurt in Duitsland. Of andersom, dat kan even goed. Voordeel: een inbeslagname van één lab hoeft geen fatale klap voor de organisatie te betekenen. Tenzij we vanuit dat ene lab het hele netwerk kunnen oprollen, maar dat is aartsmoeilijk, want ze doen er alles aan om de connecties te verdoezelen, onder meer door zich achter landsgrenzen te verstoppen. Maar politie en justitie werken grensoverschrijdend samen. Er is overleg binnen de Euregio, met Nederlands Limburg, Noordrijn-Westfalen en Luik-Verviers. Dat werkt goed, maar het neemt niet weg dat ieder land zijn eigen wetgeving en prioriteiten heeft. Een huiszoeking in Nederland of een telefoontap in Duitsland krijg je niet in één dag geregeld. Dat beseffen de bendes maar al te goed.’

Grenzen spelen in de kaart van de drugbendes, weet ook commissaris Rudi Schellingen. ‘Als ik in de criminaliteit zou gaan, dan zou ik ook niet twijfelen. Werken in België, wonen in Duitsland, en dat alles met een Nederlandse identiteitskaart. Drie verschillende landen, lekker lastig voor de politie.’ Schellingen is hoofd recherche van Midlim, de politiezone die Genk, As, Opglabbeek, Zutendaal en Houthalen-Helchteren bestrijkt. Het waren zijn mannen die op 18 oktober 2013 bij het krieken van de dag een omgebouwde varkensstal in de Reyndersstraat in Opglabbeek binnenstormden. Vijf laboranten werden van hun bed gelicht, vier Nederlanders en een Belg. Een van de grootste labs ooit in Europa, kopten de kranten. Honderden vaten en butaanflessen werden meteen geëvacueerd. Gelukkig maar, want drie dagen later vloog de stal, gelegen tegenover de woning van de burgemeester, in brand. Aangestoken om sporen uit te wissen, wordt vermoed. ‘Het onderzoek is nog niet afgerond’, zegt Schellingen. ‘Maar er zijn sterke aanwijzingen dat het lab in Opglabbeek verantwoordelijk is voor minstens drie megadumpings. Gestolen opleggers waren blijkbaar de specialiteit van het huis.’

Wie betaalt?

Die megadumpings werden in het Antwerpse ontdekt. Niet toevallig, want behalve Limburg wordt ook Antwerpen royaal voorzien van illegaal xtc-afval. Het uitgestrekte en moeilijk controleerbare havengebied biedt kansen voor snelle dumps en lozingen. Maar ook de Noorderkempen krijgen hun deel. Aan gene kant van de 203 kilometer lange rijksgrens ligt immers Noord-Brabant,’s werelds nummer één in xtc en amfetamine. ‘We zijn helaas goed voor negentig procent van alle dumpings in Nederland’, zegt Jean-Louis Kop, woordvoerder bij de provincie Noord-Brabant. ‘En het wordt steeds erger, het ziet er nu al naar uit dat het record van 170 dumpings dit jaar zal sneuvelen. Het opsporingsbeleid is in Nederland een zaak van de politie en het Openbaar Ministerie. Maar het probleem van de dumpings is intussen zo acuut geworden dat de provincie zelf het voortouw heeft genomen. We hebben alle betrokken instanties bijeengeroepen: politie, brandweer, OM, gemeenten, terreinbeheerders en waterschappen. Samen hebben we een draaiboek gemaakt, zodat in de toekomst alle instanties overal op een uniforme manier kunnen reageren op een dumping.’

10.000 euro voor het gerechtelijk afhandelen en opruimen van een stort? De raming van Horst aan de Maas blijkt aan de voorzichtige kant. ‘Bij heel grote dumpings loopt het gauw in de tienduizenden’, zegt Kop. ‘Volgens de Nederlandse wet vallen de kosten voor ruiming en bodemsanering ten laste van de eigenaar. Dat is rampzalig voor natuurverenigingen zoals Staatsbosbeheer en Brabants Landschap, die betalen zich blauw aan xtc-dumpings. Als provinciebestuur pleiten we voor een waarborgfonds om de kosten te dragen. Idealiter wordt dat gespijsd met plukse gelden, inbeslagnames van criminele winsten die met synthetische drugs worden geboekt. Helaas overstijgt dat onze bevoegdheid, het vergt wetgevend werk van Den Haag.’ Ook in België kunnen grondbezitters alleen maar hopen dat hun terrein niet als chemisch sluikstort wordt gebruikt. Ovam, de instantie die na de nodige politionele vaststellingen voor opruiming en sanering instaat, kan de factuur op de eigenaar verhalen.

Afval fungeert als barometer: de scherpe toename van het aantal dumpings wijst op een escalatie van de productie. ‘We zien het jaar na jaar aanzwellen’, beaamt Benny Van Camp. ‘De curve gaat sinds 2010-2011 omhoog, en vorig jaar is het echt ontploft, we hebben in België zeventien grote labs ontdekt. Het topje van de ijsberg? Dat zou ik niet zeggen, maar het staat vast dat er veel meer zijn. En dan is België nog klein bier naast Nederland waar ze wekelijks enkele labs opdoeken. Blijkbaar hebben we te vroeg gejuicht. Pakweg vijf jaar geleden leek het fenomeen onder controle. De productie was gekelderd, vooral door gebrek aan grondstoffen. Zie je, lange tijd waren PMK en BMK, de zogenaamde precursoren voor xtc en amfetamine, gemakkelijk verkrijgbaar. De producten werden met containers tegelijk vanuit Oost-Europa en Rusland geïmporteerd. Door die handel aan banden te leggen, vielen heel wat labs letterlijk droog. Helaas hebben we de knowhow en de creativiteit van het milieu onderschat. Ze hebben er wat op gevonden.’

1,3 miljard straatwaarde

Conversielabs, dat was het antwoord van de xtc-bendes. Het komt erop neer dat de bendes een schakel toevoegen aan het begin van het productieketen. Ze maken hun precursoren zelf, op basis van pre-precursoren. Apaan voor BMK, safrol voor PMK, producten die vrij verkrijgbaar zijn. ‘Eerst was het alleen amfetamine’, zegt Van Camp. ‘Dat viel nogal op. Apaan heeft geen enkele legale toepassing, tenzij heel uitzonderlijk voor een experiment in de farmaceutische industrie. Ineens zie je dat spul met tonnen tegelijk vanuit China binnenkomen. Die poort werd intussen gesloten, apaan staat nu op de lijst van vergunningplichtige stoffen. Maar maakt u zich geen illusies, binnen de kortste keren hebben de experts van het milieu wel een alternatief gevonden.’

Van Camp praat erover zoals een boswachter over een ongrijpbare stroper. Zonder sympathie, maar met een zeker respect. ‘Synthetische drugs, het is een klein en gesloten wereldje. Heel anders dan cannabis waar de drempel voor nieuwkomers een stuk lager ligt. Er komt veel organisatietalent bij kijken, want de logistieke keten is erg zwaar. Het smokkelen van grondstoffen en verboden chemicaliën, het transport tussen de verschillende productiestappen, de distributie naar alle hoeken van de wereld. Indonesië, Australië, Zuid-Afrika, overal is er vraag naar Nederlandse pillen. Ook in Polen worden xtc en amfetamines gedraaid, maar dat stelt weinig voor naast de hoeveelheden waarmee de Nederlandse bendes de wereldmarkt overspoelen. Nu ja, Nederlandse bendes. In feite zouden we beter van een Nederlands-Belgisch milieu spreken. In alle bendes zit wel een Belg, als het er geen twee of meer zijn. Ons land heeft blijkbaar uitstekende experts. Cooks, mannen die instaan voor de mix en de synthese. Of installateurs die labs inrichten. Doorgedreven specialisatie, dat is eigen aan synthetische drugs. Ook afval dumpen is een specialiteit, met experts die voor verschillende bendes werken. En inderdaad, de landsgrens is hun bondgenoot. Het lijdt geen twijfel dat heel wat van onze dumpings van Nederlandse labs afkomstig zijn, maar de stroom gaat evengoed in de omgekeerde richting.’

Stroom mag hier vrij letterlijk worden geïnterpreteerd. Een kilo amfetamine genereert 15 kilo vloeibaar restafval. Een kilo MDMA, de werkzame stof van xtc, levert 8 à 10 kilo smurrie op. Het omzetten van safrol naar PMK voegt per kilo eindproduct nog eens 10 tot 15 kilo aan de afvalstroom toe.

Met die cijfers in het achterhoofd krijgt de dubbelslag in Chimay en Vilvoorde een extra dimensie. Het gebeurde in augustus 2013. Sprak men in Opglabbeek nog van een van de grootste labs van Europa, dan stond de status van deze ontdekking buiten kijf. Het lab in Chimay was het grootste dat ooit werd opgerold. Bijna twee ton MDMA in poedervorm. Geschatte straatwaarde na tablettering: 1,3 miljard euro. De ontdekking leidde de speurders naar een haast even groot conversielab in Vilvoorde. Twee ton zuivere MDMA, dat is volgens bovenstaande tabellen goed voor 30 ton chemicaliën die wellicht in de natuur werd gedumpt. Tijd om aan de alarmbel te trekken, vindt Van Camp. ‘De strijd tegen xtc is een prioriteit in het Nationaal Veiligheidsplan van de Federale Politie, maar tot dusver ging er te weinig aandacht naar de dumping. Dat moet veranderen, nog voor het einde van het jaar lanceren we een actieplan. Niet om paniek te zaaien onder de bevolking, maar om de betrokken instanties te sensibiliseren. Ik ben er zeker van: heel wat xtc-dumpings worden niet herkend. Men ziet een paar blauwe vaten in een greppel liggen, en denkt dat het om een gewoon sluikstort gaat. Gevaarlijk, want vaak laat met de boel door gemeentearbeiders opruimen die geen idee hebben van wat voor giftig en brandbaar spul ze behandelen.’

Intussen wachten ze in Peel en Horst aan de Maas nog altijd op een winnende tip. 5000 euro om de tongen los te maken? Misschien net iets te mager voor het xtc-milieu waar winstcijfers met heel veel nullen worden geschreven.

DOOR ERIK RASPOET

‘Als ik in de criminaliteit zou gaan, dan zou ik ook niet twijfelen. Werken in België, wonen in Duitsland, en dat alles met een Nederlandse identiteitskaart.’

‘We hebben te vroeg gejuicht. Vijf jaar geleden leek xtc onder controle. De productie was gekelderd, vooral door gebrek aan grondstoffen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content