Maskers uit West-Afrika.

De Zwitser Josef Mueller – die al de kunst van zijn tijd verzamelde – trok in 1923 naar Kongo en hield daar een andere kwaal aan over: hij werd ook verzamelaar van Afrikaanse “kunst”. Vanaf 1950 “besmette” hij zijn schoonzoon Jean Paul Barbier, die in 1977 de imposante en ruim gediversifieerde collectie Barbier-Mueller onderbracht in een museum in Genève. Uit die collectie worden nu in het Afrika Museum in Tervuren zo’n 150 maskers uit West-Afrika getoond. De bezoeker van de tentoonstelling doet er zijn voordeel bij eerst twee korte video’s te bekijken, die opgesteld staan in de tweede zaal. De ene video werd vorig jaar opgenomen in een dorp van de Guro in Ivoorkust en toont een nogal woeste “Dans van een Zamble masker”. De andere video werd in het museum zelf opgenomen, toen de maskers onlangs ter plaatse kwamen en uitgepakt werden. De twee manieren van omgaan met maskers worden zo mooi met elkaar geconfronteerd.

Nog altijd immers spelen maskers een rol in de Afrikaanse culturen, waar zij “tot leven komen” in een rituele context van dans, muziek en gezang. De echte betekenis van het masker wordt wellicht het duidelijkst uitgedrukt in een titel uit de (Franstalige) cataloog: “Je ne suis pas moi-même”. Door het dragen van het masker – en alles wat daarbij hoort – wordt de persoon als het ware een ander, niet alleen fysiek maar ook psychisch. Die psychische ommekeer zou dan bijdragen tot het herstel van een verstoorde orde, een verbroken evenwicht. Die “heling” – opnieuw heel maken – is het doel van elk ritueel.

Laten we dat de Afrikaanse manier van omgaan met maskers noemen. Er is echter ook een westerse kijk en die blijft vaak alleen stilstaan bij de esthetische kant van de maskers: hun ruwe, onmiskenbare schoonheid of hun ongelooflijke diversiteit (hout, messing, brons, plantenvezels, hoorn, kariesschelpen, diverse verven). Die visie is eigenlijk even respectabel als de antropologische (Afrikaanse) kijk. Die laatste visie wordt in het Afrika Museum – haar fundamentele functie in acht nemend – ook niet verdoezeld achter de esthetiek. Met tekeningen, tekstborden, een kaart van het gebied waar de maskers vandaan komen, en twee andere korte video’s worden de maskers in een globale context geplaatst en komen ze ook hier “tot leven”.

Het tweede gezicht. West-Afrikaanse maskers. In het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren. Tot 29.11.98.

Paul Dossche

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content