De Nederlandse primatoloog Frans de Waal omschrijft de mens als een moeilijk huwelijk tussen chimpansee en bonobo, tussen goed en slecht. Een gesprek over democratie, seksenquêtes, liegende politici en de oorsprong van oorlog.

Bonobo’s zijn bezig met seks, chimpansees met geweld. De bonobogemeenschap draait op allianties tussen vrouwen, die van chimpansees op de strijd tussen machomannen. Toch lijken de twee soorten zo sterk op elkaar dat veel mensen ze niet meteen van elkaar kunnen onderscheiden. En beide zijn ze onze dichtste verwanten. Daarom is de meest vanzelfsprekende vraag: zijn wij vooral bonobo of vooral chimpansee?

We zijn een mooie mix van beide, stelt de naar de Verenigde Staten uitgeweken bekende Nederlandse primatoloog Frans de Waal in zijn nieuwste boek: De aap in ons (Uitgeverij Contact). Wij zijn een aap met een januskop, met zowel een grote destructieve kracht als een groot inlevingsvermogen.

De Waal is goed geplaatst om de vergelijking te maken, want hij bestudeerde chimpansees én bonobo’s, weliswaar altijd in gevangenschap en nooit in de vrije natuur, maar daar maakt hij geen punt van. En hij is ondertussen zoveel waarnemer geworden dat hij ook constant mensen observeert – zoals iemand anders naar vogels kijkt.

Eind september publiceerde hij met twee collega’s in het wetenschappelijke topvakblad Nature nog een analyse van de chimpansee als normvolger: in voedselzoekexperimenten gedraagt hij zich zoals de meerderheid van de groep, conform de culturele normen – overigens net zoals mensen normvolgers zijn.

Amper twee weken later verscheen in hetzelfde blad een artikel waarin chimpansees onomwonden asociaal genoemd werden, niet bereid om ook maar iets voor anderen te doen. Lectuur van het stuk liet de indruk na dat de auteurs er zelfs niet aan dachten om de chimpansee menselijke trekjes toe te dichten.

Dat laatste artikel was zeer kritisch voor uw werk. Hoe reageert u erop?

FRANS DE WAAL: Ik maak me geen zorgen. Het enige wat het artikel aantoont, is dat men situaties kan creëren waarin chimpansees geen altruïstisch gedrag vertonen ten opzichte van individuen die evenmin altruïstisch zijn. Dat kan wanneer dieren sterk gefocust worden op het krijgen van een beloning. Ik weet zeker dat je ook voor mensen zulke situaties kunt creëren.

Zoals?

DE WAAL: In de VS is er een héél populair speelgoedje, een popje dat lacht als het gekieteld wordt. Dat ding is zo populair dat mensen er massaal voor in de rij staan en elkaar desnoods zouden slaan om het te pakken te krijgen.

Wij hadden rellen in een winkel waar dure spullen tegen een lage prijs verkocht werden.

DE WAAL: Dat is het gedrag dat ik bedoel, en dat is wat ze in die experimenten gesimuleerd hebben. Maar het is dus niet zo dat chimpansees niets om elkaar geven.

Vanwaar dat voortdurende geruzie over de vraag hoe ver de mens van de aap staat?

DE WAAL: Economen hebben gemakkelijk de neiging te geloven dat menselijke beslissingen heel anders genomen worden dan die van apen, meer gebaseerd zijn op een soort sterke wederkerigheid. Maar, zoals wel vaker het probleem is met onderzoeken: het is niet omdat je niets vindt, dat er niets is. Tien jaar lang is er halsstarrig volgehouden dat apen elkaar niet zouden imiteren, terwijl we ondertussen weten dat dat wel het geval is. Maar als je op zoek gaat naar imitatie of altruïsme, en je vindt het niet, betekent dat niet dat je met recht en reden kunt stellen dat het er niet is.

U steunt nooit op negatieve resultaten?

DE WAAL: Nooit. Ik publiceer ze zelfs niet, omdat je nooit weet waaraan het ligt dat je niets gevonden hebt: ligt het aan jezelf, aan de apen, aan de experimentele omstandigheden…

U vindt al lang dat wij héél dicht tegen de apen aanleunen.

DE WAAL: Ik benadruk de samenhang, ik vergelijk, ik zoek naar de overeenkomsten tussen menselijk en dierlijk gedrag. Ik ben niet blind voor de verschillen, die zijn behoorlijk groot, maar er zijn al zoveel mensen die zich daarop concentreren, zoals de meeste filosofen en psychologen. Ik doe het andersom.

In Nature schrijft u: ze gelijken op ons zoals hun genetisch materiaal op het onze gelijkt.

DE WAAL: Het verschil tussen het genetisch materiaal van de mens enerzijds en dat van de chimpansee en de bonobo anderzijds bedraagt amper 1,5 procent. Terwijl veel mensen het gevoel hebben dat het 50 procent is!

Anderen zeggen: die 1,5 procent, dat is een wereld van verschil.

DE WAAL: Het is natuurlijk mogelijk dat de verschillen regulerende genen betreffen, die inwerken op andere genen. Als dat zo is, tellen ze zwaarder mee. Je zou dan kunnen zeggen dat het verschil 5 of zelfs 10 procent is. Maar zelfs dat zal voor de meeste mensen onverteerbaar zijn.

Volstaat het niet dat onze hersenen drie keer groter zijn dan die van onze naaste verwanten om te zeggen: we zijn totaal verschillend?

DE WAAL: Onze hersenen hebben niets nieuws. Ze zijn alleen groter, en er zijn meer verbindingen tussen de hersencellen. Maar er zijn nog altijd geen onderdelen van de hersenen gevonden die wij zouden hebben en apen niet. Het is een strikt kwantitatief verschil.

Waren onze voorouders dan ook primitiever dan wij?

DE WAAL: Wij hebben altijd de neiging om onszelf te overschatten. We stellen de neanderthaler, bijvoorbeeld, systematisch voor als een domme bruut, maar op basis van zijn hersenvolume lijkt het zeer onwaarschijnlijk dat hij dat was.

Was de neanderthaler slimmer dan de chimpansee en de bonobo?

DE WAAL: Zeker. Hij was waarschijnlijk net zo slim als wij. Het is niet omdat hij uitgestorven is dat hij minder intelligent zou zijn geweest. Uitsterven heeft niets met intelligentie te maken, maar alles met efficiëntie in het vinden van voedsel of met het afweersysteem: de weerstand tegen ziektes of koude. Ik denk dat de neanderthaler flexibel was inzake voedsel, maar misschien niet genoeg weerstand had tegen bepaalde ziektes.

Was onze verre voorouder, de australopithecus, dan zo slim als de huidige mensaap?

DE WAAL: Dat is natuurlijk de vraag. Onze afstamming wordt gedefinieerd door tweebenigheid. Men heeft altijd gedacht dat wij begonnen met grote hersenen, en daarna op twee benen gingen lopen. Maar nu denken we dat het omgekeerde gebeurd is. De australopitheken hadden hersenen met de omvang van die van chimpansees vandaag. Ze waren dus misschien niet slimmer dan chimpansees, maar ze liepen wel op twee benen.

Ook bonobo’s kunnen lange afstanden afleggen op twee benen.

DE WAAL: Inderdaad. Het debat over de vraag wie van de twee, chimpansee of bonobo, het dichtst bij de mens staat, is niet afgerond. Ik denk dat ze allebei precies even ver van ons staan. Het debat zou meer moeten gaan over de vraag: hoe zag de gemeenschappelijke voorouder van mens, bonobo en chimpansee eruit?

Onlangs is er een stukje DNA gevonden dat alleen mens en bonobo gemeen hebben.

DE WAAL: En het was een heel belangrijk stukje, want het codeerde voor het hormoon vasopressine, dat een grote rol speelt in het sturen van sociale vaardigheden. Het zou kunnen impliceren dat onze laatste gemeenschappelijke voorouder meer bonobo dan chimpansee was. Maar misschien zijn er ook stukjes DNA die we alleen met chimpansees delen. Genetisch onderzoek zal hier op termijn uitsluitsel brengen.

U beschrijft de mens als een ongemakkelijk huwelijk tussen chimpansee en bonobo?

DE WAAL: In heel stereotiepe zin gebruik ik de chimpansee om de slechte kant van de mens te tonen: de gewelddadigheid, de territoriumdrift…

De mannelijke kant, zeg maar.

DE WAAL: Zoiets ja. Terwijl de bonobo onze mooiere kanten evoceert: de seks, de verzoening. Wij zijn dus in feite een bipolaire aap.

Geldt dat ook niet voor chimpansees en bonobo’s zelf?

DE WAAL: Uiteraard. Ook chimpansees kunnen samenwerken en zich verzoenen. En bonobo’s hebben ook wel eens ruzie. Mensen denken nogal gemakkelijk dat bonobo’s supervriendelijk zijn, omdat hun systeem op vrouwelijke allianties steunt, maar vrouwelijke bonobo’s kunnen vreselijk uit de hoek komen als ze achter een man aan gaan.

Waarom vormen de mannen in het bonobosysteem geen allianties?

DE WAAL: In het dierenrijk zijn er alleen coalities tussen mannen als er een sterke competitie om vrouwtjes is, zoals bij leeuwen of dolfijnen, en ook bij chimpansees. Dat lijkt tegen de intuïtie in te gaan, maar als twee mannen er samen in slagen een derde concurrent te verjagen is dat voordelig voor hen beide. Maar als er, zoals in het geval van de bonobo, constant meerdere vrouwtjes zijn die bereid zijn tot seks, wacht je gewoon op een andere gelegenheid als je eens niet bij een vrouwtje geraakt. Er is bij bonobo’s niet genoeg noodzaak om mannen in coalities te stuwen.

U noemt de chimpanseemaatschappij instabiel in vergelijking met die van de bonobo. Waarom zijn er dan niet meer bonobosystemen?

DE WAAL: We weten het niet precies. Misschien spelen er ecologische omstandigheden mee. Het woud van de bonobo zou rijker zijn dan de wouden met chimpansees. Bonobovrouwen kunnen na vijf jaar een baby krijgen, chimpansees pas na zes jaar. Bonobovrouwen trekken ook meer in groep rond dan hun seksegenoten bij chimpansees, die dikwijls alleen met hun baby rondtrekken. Dat maakt het misschien mogelijk dat bonobovrouwen allianties kunnen vormen tegen de mannen, en chimpanseevrouwen niet.

Een van uw collega’s noemde het bonobosysteem dom, omdat de soort met uitsterven bedreigd is.

DE WAAL: Ik weet het, het was een antropoloog die zich al zijn leven lang uitput om te bewijzen dat wij van nature héél agressief zijn. Ik zei het al: het is niet omdat een soort uitsterft dat ze niet succesvol was. De australopitheken zijn uitgestorven, maar ik ben geneigd te denken dat het om héél succesvolle soorten ging.

U beschrijft chimpansees als de eerlijke politici die we allemaal zouden willen.

DE WAAL: Mensenmannen gaan niet op de televisie zeggen: wij willen macht. Die zeggen: wij willen de gezondheidszorg hervormen en het volk dienen. Mensen liegen volop. Ik ben blij dat ik soorten bestudeer die niet kunnen liegen.

Kijken mensen niet door de leugens heen?

DE WAAL: Daar ben ik niet van overtuigd. Mensen liegen voortdurend. Veel psychologen steunen voor hun werk op de resultaten van enquêtes, maar die zou ik niet durven vertrouwen. Als iemand u vragen stelt over uw seksleven, zou u dan naar waarheid antwoorden, zonder er iets bij of iets af te doen? Als vrouwen over hun seksuele partners ondervraagd worden terwijl ze aan een leugendetector hangen, geven ze gemiddeld twee keer meer partners toe dan anders.

U benadrukt voortdurend de inherente goedheid van de mens. Misschien zou u toch eens in volle burgeroorlog naar het bonobogebied in Congo moeten gaan?

DE WAAL: Ik ontken niet dat er gewelddadigheid en andere problemen in de mensenwereld zijn. We hebben allemaal de neiging om iets slechts als beestachtig te labelen, en iets goeds als menselijk. We hebben zelf moraliteit, religie, empathie en gerechtigheid bedacht. Maar soms ontmoet ik priesters die zeggen dat vergevingsgezindheid een christelijke deugd is. Betekent dat dan dat een niet-christen niet vergevingsgezind kan zijn? In mijn concept is vergevingsgezindheid meer dan 100 miljoen jaar geleden ontstaan. Ik benadruk goedheid niet, ik wil evenwicht tussen het goede en het slechte. Ik verzet me sterk tegen de ideeën van biologen als Richard Dawkins, die zijn zelfzuchtige genen extrapoleerde naar zelfzuchtige mensen.

Terwijl dat verband er niet is?

DE WAAL: Ik ben akkoord dat genen zelfzuchtig zijn, want zo planten ze zich voort. Maar het blijft een metafoor. De mens is in se een sociaal wezen.

En daarom niet zelfzuchtig?

DE WAAL: Wij zijn sterk op elkaar gericht. Ik hoorde onlangs de resultaten van onderzoek met ratten, waaruit blijkt dat rattenvrouwtjes die alleen moeten leven 40 procent minder lang leven dan diertjes die met vijf samen in een kooi zitten. Zelfs het immuunsysteem van de diertjes staat onder invloed van de sociale context. Het ergste wat je een mens kunt aandoen, is eenzame opsluiting.

In ons sociaal systeem ontstaan er meteen hiërarchieën.

DE WAAL: Ja. Alle mensenmaatschappijen, en vooral de mannen daarin, hebben de neiging hiërarchieën te vormen.

Terwijl onze voorouders blijkbaar het principe van de gelijkheid koesterden.

DE WAAL: Een hiërarchie impliceert niet per definitie dat er ongelijkheid is. Onze democratie is daar een mooi voorbeeld van. Wij zeggen tegen onze politici: jullie mogen in Brussel of Den Haag gaan zitten, maar als het ons niet aanstaat wat jullie daar doen, stemmen we jullie weg. Onze democratie vijlt de ongelijkheid natuurlijk niet weg, maar we houden wel de touwtjes in handen. Ook bij chimpansees kunnen de meest dominante mannen afgezet worden als ze niet populair genoeg zijn.

Dat is toch geen democratie.

DE WAAL: Tja, ik aarzel om het zo te noemen, want ze kunnen in dat proces soms tot de dood vechten, maar de invloed van de basis is er wel.

Hoe maken regimes als de Taliban dan een kans?

DE WAAL: Mensen zijn heel goed in het organiseren van samenlevingsverbanden. Als je een leger zo op poten kunt zetten dat niemand nog een vin kan verroeren, kom je natuurlijk in een dictatuur terecht. Maar dat is niet het systeem dat in zwang was toen wij nog jagers en verzamelaars waren. Dat was een egalitair systeem met een zekere vorm van hiërarchie om het allemaal wat praktischer, wat overzichtelijker te houden.

Hoe sterker georganiseerd, hoe minder menselijk?

DE WAAL: Het communisme, bijvoorbeeld, heeft geprobeerd het individualisme van de mens op te heffen. Het was een puur coöperatief systeem, maar mensen blijven natuurlijk individualisten. Ik verzet me dus tegen dat systeem, net zoals ik me, als sociaal-democraat, verzet tegen het rabiate individualisme van het kapitalisme. Wat meer in overeenstemming is met onze primatenaard is een systeem dat het mogelijk maakt om zowel competitie als solidariteit te hebben in een samenleving.

Het beste van twee werelden?

DE WAAL: Ja. Dan zijn we op ons best.

Wij zijn een seksueel nieuwsgierige soort, maar toch verbergen we ons seksueel gedrag. Hoe rijmt u dat met elkaar?

DE WAAL: Misschien zijn we net nieuwsgierig omdat we onze seksuele activiteiten verbergen. Wij zijn een van de weinige diersoorten die in familieverband leven met ouders en kinderen, maar die ook anderen op ons terrein tolereren. Onze mannen blijven samen op jacht gaan. Dat is een heel speciaal systeem, dat speciale mechanismen vereist. Wij beschermen onze familie, en wij hebben het moeilijk met het concept van ontrouw, omdat dat tegen onze familiebelangen indruist. Seksuele schaamte is een universeel menselijk gegeven. Bijna overal dragen mensen op zijn minst een lapje voor hun genitaliën.

Mensenmannen onderscheiden zich van andere apen door het feit dat ze op jonge vrouwen vallen. Terwijl chimpansees en bonobo’s volgens u oudere vrouwen prefereren?

DE WAAL: Ja, dat is opvallend. In een gezinssysteem, zoals het onze, is het voor een man voordelig om een jongere vrouw aan te trekken, omdat die zich nog lang kan voortplanten. In een promiscue systeem, zoals dat van chimpansees en bonobo’s, speelt dat geen rol. Je moet gewoon zoveel mogelijk zien te paren. En de preferentie voor oudere vrouwen heeft dan misschien te maken met het feit dat ze bewezen hebben goede moeders te zijn.

Zou u geïnteresseerd zijn in een kruising tussen een mens en een bonobo?

DE WAAL: Technisch is dat ongetwijfeld mogelijk, hoewel de nakomelingen niet vruchtbaar zouden zijn. Maar ik zou inderdaad graag eens zo’n persoon zien.

U noemt het toch een persoon?

DE WAAL: Ja. Maar ik beschouw ook de meeste apen als een soort personen.

U stelt in uw boek dat ons mensbeeld er heel anders zou hebben uitgezien mocht eerst de bonobo ontdekt zijn, en pas daarna de chimpansee.

DE WAAL: Daar ben ik van overtuigd. Het feit dat chimpansees zo gewelddadig en agressief zijn, inspireerde ons tot theorieën zoals die van de mens als een killer ape. Dan kwamen de chimpansee-oorlogen van Jane Goodall en de zelfzuchtige genen van Dawkins, dat paste allemaal in dat plaatje van de agressieve primaat die wij waren. Maar als we eerst de bonobo’s gezien zouden hebben, hadden we misschien meer nadruk gelegd op seks en vreedzaamheid.

Zou onze wereld er dan anders hebben uitgezien?

DE WAAL: Misschien. Sommige mensen gaan er nu van uit dat wij al 5 miljoen jaar lang oorlog voeren. Winston Churchill was ervan overtuigd dat er nooit iets anders dan oorlog is geweest. Ik ben het daar niet mee eens. Ik denk dat er af en toe oorlog was, gekoppeld aan territoriale gevechten. En dat er pas de laatste tienduizend jaar, nadat de landbouw opgang had gemaakt en land en bezittingen grote waarde kregen, systematisch en op grote schaal vijanden werden afgemaakt. Er is geen enkel bewijs dat, bijvoorbeeld, australopitheken onderling oorlog voerden.

U woont en werkt in de VS, waar het concept van het ‘intelligent design’ als alternatief voor de evolutieleer opgang maakt. Beschouwt u de mens als een geweldige creatie?

DE WAAL: De natuur barst van de onintelligente ontwerpen, de mens inbegrepen. Wie zou er nu een oog met een blinde vlek maken, als hij het zo goed wist? Biologen kunnen dat verklaren, omdat er plaats moet zijn voor een oogzenuw, en we niet van nul vertrekken met ons ontwerp, maar van iets dat al een hele tijd bestaat. Wij kunnen die imperfecties perfect uitleggen. En geef toe: je moet toch hoogst onintelligent zijn om als ontwerper een wezen te maken dat zo agressief is als de mens, en dat dan de hersencapaciteit te geven waarmee het vreselijke wapens kan maken. Als er echt een slimme ontwerper zou zijn geweest, had hij die ongelukkige combinatie zeker vermeden.

Door Dirk Draulans

‘Mannen van de mensensoort prefereren jonge vrouwen, terwijl apen op oudere vrouwen vallen.’

‘Mensenmannen zeggen niet op televisie: wij willen macht. Die zeggen: wij willen het volk dienen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content