Piet Piryns
Piet Piryns Piet Piryns is redacteur bij Knack.

‘Als een programma je ergert, zap dan weg of neem een goed boek.’ Een dubbelgesprek met topman Tony Mary en topvrouw Christina von Wackerbarth over de ‘normen en waarden’ van de VRT.

Ze waren allebei kandidaat voor de functie van gedelegeerd bestuurder. Als het aan Bert De Graeve had gelegen (‘ze moeten mijn opvolger niet te ver zoeken’), was Christina von Wackerbarth het geworden – zij had haar sporen verdiend als algemeen directeur televisie van de VRT. Ook de voorzitter van de raad van bestuur Guy Peeters (SP.A) steunde de kandidatuur van Von Wackerbarth. Maar de VLD-top wilde een externe manager. Er rolde een mooi Belgisch compromis uit: Tony Mary en Christina von Wackerbarth leiden nu samen de VRT: hij als chief executive officer, zij als chief operations officer. Of in de woorden van Tony Mary: ‘Ik ben de manager van het restaurant, Christina heeft de leiding in de keuken.’

Bevalt het een beetje, zo’n duobaan?

CHRISTINA VON WACKERBARTH: Het is geen duobaan. Een duobaan, dat zijn twee onderwijzeressen die samen één klas leiden. Zo zie ik dat niet.

TONY MARY: Er is bij mijn aantreden deze zomer in de kranten een hetze gevoerd. Het was komkommertijd, moet je maar denken. Christina en ik hadden elkaar nooit ontmoet, maar we hadden minder dan één uur nodig om een duidelijke taakverdeling af te spreken. Het klikte meteen, en het gaat echt zoals in de beste der werelden.

Een docusoap als ‘De Pfaffs’, zei u in een van uw eerste interviews, strookt niet met de normen van de VRT. Wat zijn die normen?

MARY: Je moet een onderscheid maken tussen de normen en waarden van het Huis, en die van elk van de netten en zenders. We willen altijd ten dienste staan van de mediagebruiker, die onze klant is. En het sleutelwoord is: respect.

VON WACKERBARTH: Wie respect toont, krijgt respect. Wij willen niet alleen de kijkers met respect behandelen, maar ook onze gasten. Dat betekent niet dat je niet kritisch mag zijn of in katzwijm moet vallen voor iemand. Een tweede kernwaarde is: authenticiteit. Wij streven naar een vorm van waarachtigheid, die bijna haaks staat op het medium. Televisie – zelfs zogenaamde reality-tv – is per definitie geënsceneerd. Sommige dingen laat je weg, andere vergroot je uit. U gaat toch ook niet letterlijk alles opschrijven wat ik zeg?

Godbewaarme! Maar nogmaals: wat is er mis met ‘De Pfaffs’?

VON WACKERBARTH: Daar is niets mis mee, maar als wij op de VRT een docusoap brengen, is pure human interest nooit het uitgangspunt. Voor ons moet er altijd een maatschappelijke component in zitten: het leven zoals het is. Wij zoeken naar arena’s – zoals dat in vaktermen heet – die iets vertellen over de samenleving waarin wij functioneren: een politiebureau bijvoorbeeld. Of de luchthaven. Met TV1 willen wij toegankelijk zijn, maar relevant. Emotioneel, maar niet leeg.

MARY: Toen we vijf jaar geleden het publiek van de openbare omroep gedefinieerd hebben, was de conclusie dat we ons zouden richten op 76 procent van de Vlaamse bevolking. 24 procent – in marketingcategorieën: de sensatiezoekers en de tv-verslaafden – behoort niet tot onze doelgroep. Programma’s als Big Brother of Robinson Eiland zullen wij dus niet zo gauw maken.

De socioloog Mark Elchardus schrijft in zijn jongste boek ‘De dramademocratie’ dat er een nieuwe breuklijn door de samenleving loopt: het onderscheid tussen hoofd- en handarbeiders weegt in het stemhokje minder zwaar door dan dat tussen ‘VRT-mensen’ en ‘VTM-mensen’.

VON WACKERBARTH: Verwar oorzaak en gevolg niet! Als je een zender hebt waar gemiddeld meer laaggeschoolden en 55-plussers naar kijken, heb je natuurlijk automatisch een oververtegenwoordiging van andere groepen. We gedragen ons allemaal clichématiger dan we zelf wel zouden willen, maar ik zou toch een beetje oppassen met overhaaste conclusies. Het is niet omdat 24 procent van de kijkers niet tot onze doelgroep behoort dat die mensen nooit naar de VRT kijken. Er zijn in de praktijk nogal wat overlappingen. Maar de theorie van Elchardus stijft mij wel in de overtuiging dat we met TV1 heel breed moeten gaan. Als onze informatie niet toegankelijk genoeg is, versterken we de tweedeling in de samenleving.

Sinds de openbare omroep een eigen huisreglement heeft – ‘De VRT en de democratische samenleving’ – is Filip Dewinter haast niet meer van het scherm te branden. Of is dat maar een indruk?

VON WACKERBARTH: Ik denk het. Een van de functies van de openbare omroep is bouwstenen aan te dragen voor een democratische samenleving. Dat is waar het over gaat. Die nota is ten onrechte geïnterpreteerd als een aansporing om het Vlaams Blok dood te zwijgen. Er wordt van redacties alleen gevraagd dat ze twee keer zouden nadenken voor ze ondemocratische of racistische standpunten aan bod laten komen. Ze moeten ze selecteren op hun nieuwswaarde.

MARY: De VRT heeft een informatieopdracht, die trouwens vastgelegd is in de beheersovereenkomst. En nieuws is nieuws. Soms kun je er niet omheen extremisten – van welke pluimage ook – aan het woord te laten. Ik meen ongeveer te weten waar Knack voor staat, maar jullie zetten Dyab Abou Jahjah toch ook op de cover?

U werkt aan ‘een charter van de diversiteit’. Wat moet daarin staan?

MARY: Als openbare omroep heb je de plicht om de gemeenschap waarin je leeft en waardoor je goeddeels gefinancierd wordt in beeld te brengen en aan het woord te laten. Tien procent van de Vlaamse bevolking is allochtoon…

En hoeveel procent van het VRT-personeel?

MARY: We hebben daar geen statistieken over, maar één ding is zeker: te weinig. En als hier al allochtonen werken, zitten ze niet in leidinggevende functies.

Als we mevrouw Von Wackerbarth even niet meetellen.

VON WACKERBARTH: ( lacht) Vrouw én allochtoon. Twee vliegen in één klap.

MARY: Als je echt werk wilt maken van integratie, zul je ook iets moeten doen aan de beeldvorming op televisie. Je ziet veel te weinig allochtonen op het scherm: niet in panels, niet als quizkandidaten, niet tussen het publiek.

U pleit voor quota?

MARY: Nee. Ik geloof niet in positieve discriminatie, in de Verenigde Staten zijn ze daar na vijfentwintig jaar ook van teruggekomen. Ik geloof in gelijke kansen. En we moeten allochtonen stimuleren om die kansen te grijpen. Samen met de VDAB en met de scholen die mensen voor ons opleiden, zoals het RITS, willen we daaraan werken.

VON WACKERBARTH: Schermmedewerkers moeten een stemtest afleggen: er wordt verwacht dat ze min of meer accentloos en correct Nederlands spreken. Dat is voor veel allochtonen – maar niet alleen voor allochtonen – een probleem. We hebben het met minister Vogels en minister Van Mechelen al gehad over extra opleidingspakketten voor allochtonen, met logopedie en dat soort dingen.

In Frankrijk wil de overheid expliciete seks- en geweldscènes op de televisie in prime time verbieden. Moet dat bij ons ook gebeuren?

MARY: Ik geloof in zelfregulering op dat vlak. In de vier maanden dat ik hier zit heb ik trouwens niet één klacht gekregen over te veel geweld op de televisie. Dat wil niet zeggen dat ik ontken dat er een maatschappelijk probleem is: ik ben geen moraalridder, maar als ik over de schouders van mijn zonen meekijk naar computerspelletjes, waarin je punten kunt verdienen door vitriool in het gezicht van je virtuele tegenspeelsters te gooien, stel ik me toch vragen.

De verkiezingen komen eraan. Is de VRT er klaar voor?

VON WACKERBARTH: Jazeker, maar het is nog een beetje prematuur om daar al iets over te zeggen. U kunt van ons veel spraakmakende programma’s verwachten, en we gaan een aantal cross-formats opzetten: er zal intensief worden samengewerkt tussen de redacties van radio, televisie en VRT-nieuws.net.

Gaat u voort op de lijn van ‘Bracke & Crabbé’?

VON WACKERBARTH: Ik zal het blijven herhalen: we hebben met dat programma een segment kijkers bereikt dat anders nooit naar informatieprogramma’s kijkt. We zullen zeker opnieuw iets dergelijks maken, tot spijt van wie het benijdt.

MARY: In een land dat een opkomstplicht kent en waar straks honderdduizenden jonge mensen voor het eerst gaan stemmen, lijkt het me van eminent belang om kijkers op die manier te confronteren met politiek. Dat lukt je nooit met een bloedernstig programma.

Nogal wat mensen ergeren zich aan het opvoeren van politici in infotainmentprogramma’s: Guy Verhofstadt die kaviaar eet met Herwig Van Hove, Patrick Janssens in de wetenschapsquiz van Bart Peeters.

MARY: Het is niet aan de VRT om een gedragscode op te stellen voor politici. Dat moeten politici zelf maar doen. We kunnen toch geen wal om de VRT heen bouwen of er een groot klooster van maken? Weet u wat ik doe als ik me erger aan een televisieprogramma? Dan zap ik weg of ik neem een goed boek.

Hoe evalueert u na anderhalf jaar het ‘nieuwsoffensief’ van de VRT?

VON WACKERBARTH: We zijn niet ontevreden. Het was een buitengewoon ambitieus project en we hebben het op een ongelooflijk korte tijd gerealiseerd. Het is niet simpel om een machine die continu draait – x-aantal nieuwsprogramma’s per dag, 365 dagen per jaar – bij te stellen: alsof je altijd maar moet blijven rijden en je auto nooit naar de garage kunt brengen. De journaals van 13 en 18 uur trekken nu substantieel meer kijkers, en het journaal van 19 uur heeft een gedeelte van zijn achterstand op het VTM-journaal ingelopen.

De kritiek dat de journaals van VRT en VTM steeds meer op elkaar zijn gaan lijken, legt u naast u neer?

MARY: Ik zie nog altijd een duidelijk verschil. Als ik zit te zappen, hoef ik niet op het logootje in de hoek van het scherm te letten om te weten welk vlees ik in de kuip heb.

Als ‘Telefacts’ een exclusief interview aankondigt met het komische duo Willy & Rosie van KV Mechelen, haalt ‘TerZake’ nog gauw een oud filmpje uit de la om ze voor te zijn.

VON WACKERBARTH: Gaan we de discussie voeren over wezenlijke zaken of gaan we ze reduceren tot een anekdote?

Een anekdote kan verhelderend zijn.

VON WACKERBARTH: Ik geloof oprecht niet dat TerZake ooit zou proberen Telefacts vliegen af te vangen. De profielen van die twee programma’s zijn totáál verschillend.

MARY: Telkens er in TerZake een wat lichter onderwerp aan bod komt, regent het verwijten. Onlangs nog, toen Axelle Red in de studio te gast was, vond iemand dat Phara de Aguirre haar niet agressief genoeg had aangepakt. Maar niet alle onderwerpen lenen zich tot investigative journalism.

Klopt het dat ‘TerZake’meer op ‘Humo’zou moeten lijken dan op ‘Knack’? Dat schijnt de mening van eindredacteur Kris Hoflack te zijn.

VON WACKERBARTH: Zo zou ík het nooit formuleren. Humo brengt nauwelijks actualiteit en steeds meer human interest. En Knack verkoopt natuurlijk zo goed omdat Weekend Knack erbij zit: ik kom uit de bladenbranche en mij moet je de truken van de foor niet leren. Een weekblad kun je nooit vertalen in een dagelijkse televisieformat.

MARY: Niet op korte termijn. We hebben in Vlaanderen een tamelijk uniek medialandschap, waar de openbare omroep en de grote commerciële omroep elkaar in evenwicht houden en over ongeveer dezelfde middelen beschikken om tv te maken. Dat komt de kwaliteit ten goede: ik prefereer onze situatie boven die in Italië of Spanje, waar je haast geen verschil meer ziet tussen de verschillende zenders.

De VRT haalt tweederde van zijn middelen uit de overheidsdotatie, die jaarlijks stijgt met ongeveer vier procent. Dat is amper voldoende om de natuurlijke stijging van de kosten te dekken. Daarnaast mag de VRT maximaal vijftig miljoen euro uit de advertentiemarkt halen, maar dat zal ons in ieder geval dit jaar niet lukken. U hoort me daar niet over klagen: we zetten de tering naar de nering. Maar als de economie in 2004 weer aantrekt, zoals ik verwacht, en de reclamebudgetten stijgen met misschien wel veertig of vijftig procent, zullen de inkomsten van de commerciële omroep navenant stijgen, terwijl die van de VRT geplafonneerd blijven. Dan dreigt er een enorme scheeftrekking te ontstaan, met alle gevolgen van dien. Voorkomen is beter dan genezen, zei mijn moeder altijd, en daarom trek ik vandaag al aan de alarmbel.

U wil de beheersovereenkomst openbreken?

MARY: Dat niet. Maar ik pleit er nu al voor om bij de volgende beheersovereenkomst – die ingaat in 2007 – met dit soort evoluties rekening te houden. Intussen zullen wij op zoek gaan naar nieuwe inkomsten – uit bijvoorbeeld interactieve televisie, of internet – en een aantal synergieën tot stand brengen tussen radio, televisie en VRT-nieuws.net.

Maar dat levert toch hoogstens peanuts op?

VON WACKERBARTH: Ik heb in mijn carrière te veel fusies meegemaakt om niet te weten dat synergieverhalen altijd worden overschat en kosten onderschat. Maar vele kleintjes maken een groot natuurlijk. We doen in dit huis nog altijd op een aantal plekken hetzelfde werk: het opstellen van de nieuwsagenda bijvoorbeeld. We besparen niet om mensen overbodig te maken, maar om ze op andere plaatsen te kunnen inzetten. De output moet zijn: meer en betere programma’s.

Een andere methode om te besparen, is natuurlijk het herhalen van reeksen: ‘Spraakmakers’, ‘Alles kan beter’, ‘De leukste eeuw’… het lijkt wel het hele jaar zomer op de VRT.

VON WACKERBARTH: Dat valt nogal mee, hoor. Maar toen we eind april begonnen te vrezen dat we in jaar één van onze beheersovereenkomst onze financiële doelstellingen niet zouden halen, zijn we hard op de rem gaan staan. We wilden niet het risico lopen onze dotatieverhoging kwijt te spelen en we hebben toen inderdaad beslist een aantal programma’s te herhalen. Door een aantal opiniemakers is daar flink op afgegeven, maar het gekke is dat het nauwelijks effect heeft op de kijkcijfers.

Een heruitzending van ‘Spraakmakers’ haalde onlangs amper dertigduizend kijkers.

VON WACKERBARTH: Dat zijn nog altijd de tien spreekwoordelijke concertzalen vol, maar voor televisie – ook voor Canvas – is dat natuurlijk te weinig. Toch zullen we frequenter dan vroeger programma’s blijven herhalen: sommige ‘moeilijke’ programma’s kun je alleen produceren op voorwaarde dat je ze twee keer kunt uitzenden. We willen onderzoeken hoe we via een lusschema toch een breder publiek kunnen bereiken.

Een aantal Belgische clubs is in de problemen geraakt omdat hun stervoetballers gigantische salarissen verdienden. Zijn televisievedetten nog betaalbaar?

MARY: Drie of vier jaar geleden zijn er wat excessen geweest – daardoor kon de VRT een aantal mensen niet houden. Maar Vlaanderen is natuurlijk een relatief kleine markt en ik denk dat de realiteitszin intussen is weergekeerd.

VON WACKERBARTH: We hebben nooit meegedaan aan opbod. Wij honoreren onze schermmedewerkers heel redelijk, maar voor het grote geld moet je niet bij de VRT zijn.

Zolang Bert De Graeve gedelegeerd bestuurder was van de VRT, was het oorlog tussen de publieke en de commerciële omroep. VTM-topman Eric Claeys kon zijn bloed wel drinken. Is de ‘pax media’ inmiddels hersteld?

MARY: Pax media… dat vind ik zo’n groot woord – ik heb het ook nooit uitgesproken. Wij zijn en blijven concurrenten, we hebben onze eigenheden en die zullen we ook blijven uitspelen. Maar ik geloof wel dat we erin geslaagd zijn de hitsigheid en bitsigheid uit onze relatie te halen. Het getuigt toch alleen maar van goed beleid als je beelden uitwisselt tegen een bepaalde prijs? En we wisselen nu ook schermgezichten uit: Rob Vanoudenhoven als gast op de Miss België-verkiezing bij VTM, zoiets was vroeger ondenkbaar.

De VRT heeft als publieke omroep en als marktleider een essentiële rol te spelen: we hebben van de overheid de middelen gekregen om een digitaal thuisplatform uit te bouwen, en ik hoop dat in de toekomst alle Vlaamse mediaspelers – dan heb ik het niet alleen over televisieomroepen, maar ook over kranten en magazines – daar een beroep op zullen doen. Dat lukt natuurlijk alleen maar als je op zijn minst on speaking terms bent, wat niet betekent dat Eric Claeys en ik elkaar in de armen vallen als we elkaar zien.

Eric Claeys vroeg zich onlangs af hoe het toch mogelijk was dat de VRT op 11 september de Grote Prijs Rik Van Steenbergen uitzond, terwijl VTM kosten noch moeite spaarde om de eerste verjaardag van de aanslag op de Twin Towers in New York te herdenken. Hij had last van ‘plaatsvervangende schaamte’.

VON WACKERBARTH: Schaamte zou ik ook hebben als ik in één dag mijn nieuwsbudget voor een hele maand had opgesoupeerd.

En hoe reageert u op zijn bewering dat het ‘godgeklaagd’ is dat de VRT geen boekenprogramma heeft?

MARY: Niet.

Neemt u zijn dreigement om met een Vlaamse tegenhanger van Arte te beginnen serieus?

MARY: Ik meen ergens gelezen te hebben dat Christian Van Thillo himself het idee van een commerciële cultuurzender heeft afgeschoten. Tweeënhalf procent van de mensen luistert naar Klara : zelfs als het er dubbel zoveel waren, blijft die groep te klein om er televisie voor te maken. Zolang de VRT niet over een derde net beschikt, zullen we geen plaats hebben voor nicheprogramma’s.

VON WACKERBARTH: Ik heb toch vaak last met de krampachtige kritiek van intellectuelen. ’t Is vaak aanstellerij. Ik kom weleens op culturele evenementen en dan is er altijd wel iemand die mij complimenteert met een fantastisch programma dat hij op Canvas zegt te hebben gezien, terwijl het in feite op TV1 is uitgezonden. Het is een hardnekkig misverstand dat ik een boekenhater zou zijn. Verre van: ik kom mijn huis haast niet meer in met al die boeken. Maar ik kan het niet helpen dat we nog altijd de geschikte format niet hebben gevonden voor een boekenprogramma op de televisie.

Niemand had het vertrek van Bert De Graeve zien aankomen. Hoe lang blijft u nog zitten, mevrouw Von Wackerbarth? Bij de tijdschriftenuitgever Sanoma – het voormalige Mediaxis, waar u vandaan komt – is er een vacature voor een chief executive officer.

VON WACKERBARTH: Het schijnt, ja. Ik word daar in de wandelgangen regelmatig over aangesproken, maar ik weet echt nergens van. Ik ben iemand die graag nieuwe horizonten verkent, het ligt dus niet in mijn aard om terug te keren naar iets dat ik al ken.

Maar bij Bekaert mogen ze u vragen?

VON WACKERBARTH: ( lacht) Vindt u dat ik iets in de staaldraad moet gaan doen? Bedankt voor de tip.

Graag gedaan.

Piet Piryns

‘EEN VAN DE FUNCTIES VAN DE OPENBARE OMROEP IS BOUWSTENEN AAN TE DRAGEN VOOR EEN DEMOCRATISCHE SAMENLEVING.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content