Moet nu ook de confectiesector uitvlaggen? De Kledingfederatie is boos – en terecht! – omdat de regering de bagger- en sleepvaartbedrijven een nooit eerder geziene loonkostenverlaging toeschuift. Niet dat de werkgeversvereniging hen dat misgunt; zij wil hetzelfde voor de confectie. En dus wordt er een beetje gedreigd: gezien de hoge Belgische loonkost is de uitvlagging het enige alternatief om internationaal overeind te blijven.

Bij de baggeraars lukte de dreiging om met goedkoper Nederlands personeel te werken. In naam van de werkgelegenheid is alles mogelijk. Eerder kregen zij al betalingsvrijstelling voor de sociale werkgevers- en werknemersbijdragen, voortaan moeten zij ook geen bedrijfsvoorheffing op de lonen meer betalen. Een gespecialiseerd baggeraar valt daarmee een stuk goedkoper uit dan een ongeschoold kledingbewerkster. Aangezien de baggeraars – Dredging International, De Nul en Decloedt – weet hadden van de komst van dit geschenk, hielden zij er rekening mee in hun aanbesteding voor de onderhoudsbaggerwerken van de Schelde. Met hun Tijdelijke Vereniging Schelde haalden zij het werk, ter waarde van ruim vijftien miljard frank op zeven jaar, binnen en versloegen drie Nederlandse concurrenten. De Vlaamse regering is blij dat het werk in huis kan blijven; dankzij de subsidies van de belasting- en socialebijdragebetalers. Dat iemand ooit natelt hoeveel Nederlanders er op de baggerschepen op de Schelde aan de slag zijn, lijkt weinig waarschijnlijk.

Als de baggeraars het moeilijk hebben met de concurrentie uit Nederland ziet ’s lands enig sleepvaartbedrijf, de Unie van Redding en Sleepvaartdienst (URS) – die bedrijvig is in de havens van Antwerpen, Zeebrugge, Gent en Terneuzen -, geen enkele reden meer om ook niet te klagen. Dat helpt: de URS moet voor zijn werknemers niet meer bijdragen aan de sociale zekerheid. De sleepvaartdirectie blijft aandringen om ook de spons over de loonbelasting te vegen.

De uitvlaggingschantage dateert al van halfweg de jaren tachtig. De toenmalige minister van Sociale Zaken Jean-Luc Dehaene arrangeerde toen een akkoordje om de Belgische koopvaardijvloot niet te verliezen. In naam van de werkgelegenheid mochten de Belgische schepen onder de nieuwe Luxemburgse vlag varen. Sociale zekerheid en belastingen wegen in het Groothertogdom een stuk minder op de loonkost. Het sop was eigenlijk de kool niet waard. Nog slechts een dozijn schepen vaart met Belgische bemanning onder de Luxemburgse driekleur. Meer dan honderd andere schepen van in België gevestigde scheepvaartbedrijven stomen de wereldzeeën rond onder de nog veel goedkopere Liberiaanse vlag en met exotische bemanningen.

Pierre Godfroid poogde enkele jaren geleden de operatie te imiteren om Sabena uit het rood te halen. Maar de minister van Financiën verhinderde de uitvlagging van de piloten naar Luxemburg. De poging om de Belgische piloten naar Zwitserland over te hevelen, heeft inmiddels vaart verloren. De huidige Sabenabaas Paul Reutlinger geeft de voorkeur aan meer orthodoxe besparingsmaatregelen.

En de confectiesector? De Kledingfederatie bekent dat de uitvlagging er al jaren aan de gang is via de verplaatsing van productie naar het buitenland. Het had anders kunnen verlopen, betreuren de werkgevers nu. Ze verzuimen wel om aan te duiden hoeveel de loonkosten moeten dalen om te concurreren met het loonniveau van Marokko, Tunesië en zelfs Azië.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content