Er is aan de universiteiten commotie ontstaan over de aanvragen voor doctorale specialisatiebeurzen van het IWT (‘Snelle Fientje’, Knack nr. 45). Dit jaar werd er immers op toegezien dat de aanvragen van meet af aan correct werden ingediend. In het verleden kregen kandidaten nog tijd om een en ander te vervolledigen. Stelt het IWT zich plots formalistisch en klantonvriendelijk op? Graag een genuanceerd beeld van de feiten.

Vorig jaar kreeg het IWT 676 aanvragen te verwerken, een stijging van 29 procent ten opzichte van het jaar voordien. Van die 676 kandidaten kon slechts aan 150 een beurs worden toegekend. Die lage steunkans werkt demotiverend, niet alleen voor de aanvragers, maar ook voor de 340 juryleden die het IWT inzette voor de beoordelingen. Daarom besliste de raad van bestuur van het IWT op 27 mei 2004 om de procedures te stroomlijnen. Zoals bij andere federale en Europese steunkanalen moeten aanvragen van meet af aan correct worden ingediend. De onderzoekscoördinatoren werden uitvoerig en tijdig op de hoogte gebracht en diverse informatievergaderingen werden georganiseerd. De nieuwe aanpak stond ook uitdrukkelijk beschreven in het reglement en in de indieninginstructies voor specialisatiebeurzen.

Dit jaar waren er 637 aanvragen. Initieel bedroeg het aantal onontvankelijke dossiers meer dan 10 procent. Ook al werden verkeerd ingevulde documenten door de bevoegde instanties – wat immers de kandidaten zelf niet kon worden aangewreven – rechtstreeks rechtgetrokken. De raad van bestuur van het IWT besliste op 21 oktober om ook de aanvragen die op 15 september alle nodige informatie bevatten maar enkel vormfouten in de documenten vertoonden, ontvankelijk te verklaren. Hierbij hield hij rekening met het feit dat het aantal aanvragen niet meer was toegenomen, en dat op voorstel van Vlaams minister van Wetenschap Fientje Moerman (VLD) de budgettaire middelen voor 2005 ondertussen werden verhoogd. Daardoor kan het aantal toe te kennen beurzen opgetrokken worden van 150 naar 200. Een steunkans van 33 procent ( i.p.v. 22 procent vorig jaar) is nu ook veel redelijker.

Toch bleven nog 40 dossiers onontvankelijk (6 procent). De vorige jaren ging het om 2 à 3 procent, weliswaar na vervolledigingen.

Het is een spijtige zaak dat zoveel dossiers ondanks de duidelijke communicatie niet correct werden ingediend. Daarover zal overleg worden gepleegd met de universiteiten, met het oog op een maximale administratieve vereenvoudiging.

Paul Zeeuwts, directievoorzitter van het IWT.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content