Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Schoonheid is geen kwestie van psychologie en cosmetica. Schoonheid is biologisch bepaald. Waarom vinden mensen iemand mooi?

In de categorie wetenschappelijke vakbladen is Nature de top. Geen enkel tijdschrift kan in wetenschappelijke kringen op een betere reputatie bogen. Geen enkele publicatie brengt meer originele en meer baanbrekende onderzoeksresultaten. Akkoord, de wetenschappelijk minder onderlegde lezer zal het Britse weekblad misschien licht gefrustreerd doorbladeren. Technisch-wetenschappelijke beschrijvingen van genetische experimenten of mathematische analyses van ingewikkelde klimaatmodellen: er zijn natuurlijk teksten die vlotter weg lezen.

Maar het nummer van 27 augustus leverde al bij de eerste oogopslag een helder antwoord op een vraag, waarmee elke zichzelf respecterende Vlaamse man al jaren worstelt: hoe komt het toch dat zo’n schrielkip als Koen Wauters zoveel succes bij de vrouwen heeft? Zeker, VTM-vedette, dat glanst lekker. Maar dan nog, zo’n bonenstaak met een ingestudeerd verleidelijk blikje in de camera, die af en toe eens rap gaat rijden in een supergeorganiseerde rally: dat is toch een aanfluiting van het échte man-zijn?

Mooi mis hoor. Volgens Nature vallen vrouwen vandaag op mannen met vrouwelijke trekken. Leonardo Di Caprio heeft Arnold Schwarzenegger van zijn voetstuk gestoten. Zowel proefpersonen in Schotland als in Japan staafden die stelling. De biologische kenmerken die fysieke schoonheid bepalen, blijken dus universeel.

Voor hun onderzoek manipuleerden de psychologen met de computer foto’s van gezichten. Het gelaat van de mens draagt een schat aan informatie mee. We zijn voortdurend alert op de gezichtsuitdrukkingen van onze medemens. Die helpen ons om vat te krijgen op wat hem bezighoudt.

De onderzoekers gingen uit van een aantal referentiepunten, zoals de positie van wenkbrauwen, lippen en neus, en de relatieve grootte van kaken en jukbeenderen – allemaal kenmerken die lichtjes verschillen tussen mannen en vrouwen. De onderzoekers werkten de foto’s zo bij dat de gezichten “vervrouwelijkten” of “vermannelijkten”. Een panel van proefpersonen kreeg de beelden voorgelegd, en moest de gezichten beoordelen op hun aantrekkelijkheid. Tegelijk werd een oordeel gevraagd naar het karakter van de geportretteerde personen.

De resultaten waren verrassend, althans voor wat de mannelijke gezichten betrof. Voor portretten van vrouwen bleek de versterking van de vrouwelijke kenmerken, zoals het versmallen van de kaken en het verhogen van de jukbeenderen, een gezicht aantrekkelijker te maken. Maar het benadrukken van mannelijke kenmerken in de foto’s van mannen gaf net het omgekeerde effect. Zowel mannen als vrouwen vonden mannen gemiddeld mooier als hun trekken vervrouwelijkt werden. Mannen met hoge jukbeenderen scoorden beter dan mannen met een forse kinnebak.

De enquête in Nature leerde voorts dat zowel vrouwen als mannen gezichten met vrouwelijke kenmerken taxeerden als eerlijker, emotioneler en coöperatiever. Mannelijke gezichten associeerden ze met onbetrouwbare en egoïstische, koele kikkers. Waaruit, nogal evident, de conclusie volgde dat vrouwen in mannen met vrouwelijke trekken betere vaders zagen. Supermooie vrouwen daarentegen evalueerden ze niet meteen als betere moeders. Op dat stuk kreeg de “gemiddeld” mooie vrouw meer vertrouwen. Inzake intelligentie maakten de proefpersonen geen onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke gezichten. Van mannelijke gezichten vermoedden ze wel dat ze toebehoorden aan dominante types. De leeftijd van deze mensen werd ook hoger ingeschat dan van mensen met “verwijfde” trekken.

SCHOONGEWASSEN NEANDERTHALERS

Dat lang niet alle mannelijke gezichten beantwoorden aan de wensen van de vrouwen, komt omdat hun oordeel slechts een van de factoren is, die de evolutie stuurde in haar boetseerwerk. Een stevige kaak kan een man voordeel bieden in zijn competitie met andere mannen, bijvoorbeeld in de strijd om territorium. Eigenlijk gelukkig maar dat de vrouwen van tegenwoordig anders denken dan in de prehistorie, het tijdperk van de machtige jagers. Anders zouden alle mannen er nu bij lopen als schoon gewassen neanderthalers. Losgeslagen seksuele selectie, noemen evolutiebiologen dat.

Dan zijn we nu toch beter af, nu de evolutie van kenmerken vanuit diverse invalshoeken benaderd wordt en daardoor in evenwicht en binnen anatomisch aanvaardbare perken gehouden wordt.

Om de fysieke aantrekkingskracht van mannen te bepalen, schoven biologen tot dusver bij voorkeur kenmerken naar voren, die gestuurd zijn door het mannelijk geslachtshormoon testosteron. Hoe langer de staart van de mannetjes van de Afrikaanse weduwvogel, of hoe symmetrischer de vork in de staart van de Europese boerenzwaluw, hoe meer succes ze boeken bij de vrouwtjes. Van deze twee kenmerken konden biologen bewijzen dat ze aan testosteron gebonden waren, én aan succes in de voortplanting. Grote afmetingen en symmetrie vallen in de smaak.

Het verband tussen uiterlijke schijn en succes in de voortplanting zou liggen in een hogere immunologische weerstand tegen parasieten. Mooie ornamenten zijn een signaal van een gezond lichaam. De natuur zorgt ervoor dat aantrekkingskracht biologische kwaliteit garandeert.

Overigens, veel meer dan dat van de man geniet het lichaam van de vrouw de belangstelling van de wetenschap. Die wordt natuurlijk ook sinds mensenheugenis door mannen gedomineerd. Maar mannelijke wetenschappers voeren toch gegronde argumenten aan voor hun voorkeur. Ze stellen vast dat ongeveer elke man van ouder dan veertien jaar, sperma kan produceren. De vrouwelijke vruchtbaarheid daarentegen heeft grenzen. Een vrouw is niet vruchtbaar tijdens een deel van haar menstruele cyclus of als ze zwanger is, en haar vruchtbaarheid vermindert steil naarmate ze veroudert. Redenen genoeg dus voor de natuur en haar op voortplanting beluste mannen om een vrouwenlichaam met argusogen te bekijken, op zoek naar signalen die vruchtbaarheid adverteren.

Daarbij vallen “ruwe” lichaamsvormen zoals rondingen vanop grotere afstand te duiden dan fijne gelaatstrekken. Vooral het “vlees” wordt gekeurd. Het vakblad Human Nature wees vijf jaar geleden al op het grote belang van vrouwelijke lichaamsvormen, en meer bepaald de verhouding tussen taille en heupen. Het zandloperfiguurtje dat in animaties allerhande maximaal geëxploiteerd wordt: los van hun gewicht worden vrouwen met een, in verhouding tot hun heupen, smalle taille als aantrekkelijker beschouwd dan minder subtiel geschapen types. Zware vrouwen met een merkbaar smalle taille charmeren meer dan slanke vrouwen zonder curven.

De verklaring voor dit fenomeen is opnieuw biologisch: de geschiktheid als moeder. Nederlandse vrouwen die zich aanboden voor een in-vitrofertilisatie, bleken voor elke tien procent verhoging in de relatieve verhouding van taille tot heupen, dertig procent minder kans te hebben om zwanger te geraken. Een brede taille of smalle heupen werkten een succesvolle voortplanting tegen.

HARDE WERKERS VRIJEN VEEL

De test met de gemanipuleerde foto’s toonde het aan: mensen houden niet van “extremen”. Ze verkiezen gezichten met meer gemiddelde kenmerken boven gezichten met opvallende eigenschappen.

Soms spitte de wetenschap uit de gegevens van onderzoek minder voor de hand liggende voorkeuren naar boven. Symmetrie bijvoorbeeld. De Amerikaanse acteur Denzel Washington zou onweerstaanbaar zijn, omdat hij een perfect symmetrisch gezicht heeft. Foto’s van gezichten, die de computer symmetrisch maakte, bekoorden meer dan hun asymmetrische originelen.

Ook symmetrische lichamen behagen meer dan asymmetrische. Het vakblad Evolutionary Human Behaviour liet vorig jaar weten dat vrouwen met symmetrische borsten beter in de markt liggen dan dames met asymmetrische boezem. Zowel mannen als vrouwen die voor vele kenmerken – tot en met de ellebogen toe – symmetrisch gebouwd waren, hadden meer sekspartners, onder meer omdat ze veel vroeger in hun leven seks hadden.

Biologen zitten nooit verlegen om een uitleg. Maar voor dit symmetrie-element moesten ze toch een maximum aan creativiteit mobiliseren. Ze bogen zich in eerste instantie over schorpioenvliegen. Perfect symmetrische mannetjes kwamen stukken beter aan hun trekken dan scheefgebouwde sukkelaars. Ook in de wereld van de schorpioenvlieg werd symmetrie op prijs gesteld en gehonoreerd met meer seks en meer nakomelingen.

De verklaring zou liggen in de stabiliteit van de ontwikkeling. Bij ideale groeicondities moeten vooral uitwendige kenmerken – zoals ledematen en zintuigen – perfect symmetrisch ontwikkelen. Ziekten of parasieten of vatbaarheid voor, bijvoorbeeld, vervuilende stoffen, kunnen dat proces verstoren. Met als gevolg dat de individuen met de minste weerstand minder symmetrisch door het leven moeten.

Voor een bioloog is de stap van de schorpioenvlieg naar de mens niet meer dan een kwestie van onderzoekskredieten losweken bij de juiste instantie. Dezelfde onderzoekers ontdekten dat vrouwen die seks hadden met symmetrische partners, meer dan dubbel zoveel orgasmen kregen. Biologen weten ondertussen dat een goed getimed vrouwelijk orgasme een bevruchting kan bevorderen door het opzuigen van zaad – hoewel dat in de moderne wereld niet langer per definitie als een voordeel wordt beschouwd. Een jammerlijk neveneffect was wel dat symmetrische mannen minder aandacht voor hun vrouwen hadden, en meer slippertjes maakten dan andere. Voor symmetrisch gebouwde vrouwen gold dat niet. Die bleven even braaf.

De wetenschap ontdekte ook dat personen met heel asymmetrische gezichten, veel klachten over gezondheid hadden, zoals slapeloosheid en spijsverteringsstoornissen. Ze kon natuurlijk niet uitsluiten dat die resulteerden uit de mindere seksuele activiteit van deze mensen.

Het vakblad American Demographics publiceerde in de lente de resultaten van de zoveelste enquête naar de seksuele activiteit van de moderne mens. Het bleek dat de gemiddelde Amerikaan vorig jaar één keer per week seks had. Interessant was dat de helft van het aantal seksuele betrekkingen door slechts vijftien procent van de ondervraagden geleverd werd. Een heleboel mensen staat dus op non-actief, of zo goed als. Bij de mannen waren de hardste werkers ook op seksueel vlak het meest actief.

DE BIOLOGIE VAN SILICONENBORSTEN

Een veelgehoorde kritiek op de vaststellingen over het universele en dus onderliggend biologische karakter van aantrekkingskracht, is dat de wereld zo overstelpt wordt met vrouwen met siliconenborsten – type Baywatch – en gespierde macho’s – type Lethal Weapon -, dat daar helemaal geen biologie meer achter zit.

De moderne maatschappij beschouwt aantrekkelijkheid sowieso als voordelig. Cosmetica en plastische chirurgie bloeien als nooit tevoren. Mooie mensen krijgen meer punten op school of vinden gemakkelijker een interessante job. Deze cultus van de schoonheid gaat gepaard met nachtmerries voor mensen die vinden dat de natuur hen slecht bedeeld heeft.

Niettemin gaat de perceptie van bepaalde ideale maten al heel lang mee. De Griekse godinnen en de gratiën van Pieter Paul Rubens bezaten al een optimale verhouding van taille tot heup: 0,7. De centerfolds van Playboy slankten vanaf de jaren twintig tot nu wel af, maar hun rondingen bleven proportioneel dezelfde. Een sterk argument voor het historisch bepaald zijn van de ideale maten, vonden psychologen bij baby’s. Die kijken nooit naar de televisie en bladeren nooit in modetijdschriften, maar vinden precies dezelfde gezichten aantrekkelijk als volwassenen.

Vanzelfsprekend worden aantrekkelijke kenmerken dikwijls met jeugdigheid en frisheid geassocieerd. De ideale vrouw die uit het wetenschappelijk manipuleerwerk opdook, had een iets hoger voorhoofd dan gemiddeld, vollere lippen, een kortere kaak, een smallere kin en een kleinere neus. Kenmerken die sterk tot uiting komen bij “kindvrouwtjes”, en die onder meer opvallende ogen en hoge jukbeenderen tot gevolg hebben. Kenmerken ook die ontwikkelen tijdens de puberteit onder invloed van de vrouwelijke geslachtshormonen, zoals oestrogeen, die een lichaam voorbereiden op de voortplanting. En zoals de recente studie in Nature nog eens bevestigde, krijgen zulke kenmerken overal in de wereld de voorkeur.

Overal in de wereld, maar natuurlijk wel binnen het beperkende kader van andere invloeden, die ervoor zorgen dat de rassen onderling heel sterk verschillen. De opvallende variatie in schoonheidsargumenten schuilt echter vooral in cultuurgebonden ornamenten, zoals oorringen, lipschijven en pearcings, en minder in lichaamsaspecten, al zijn, bijvoorbeeld, vetlagen nog altijd heel functioneel in regio’s die het moeilijk hebben, zoals Afrika.

APOLLO LIJKT NIET OP BRUCE WILLIS

Omdat de wetenschap zich pas ernstig over de mannen boog nadat ze klaar was met de vrouwen, dacht ze dat dezelfde redenering zou steekhouden. En dat dus vrouwen in mannen speurden naar testosterongebonden kenmerken: een grote kaak, een stevige kin en zware wenkbrauwen, ook allemaal dingen die zich in de puberteit ontwikkelen en van een slungelige jongen een krachtige jager moesten maken.

Maar de studie in Nature suggereerde dus het omgekeerde. Omdat er weinig gegevens voorhanden zijn uit het verleden, kan niemand zeggen of het hier handelt om een vooringenomen uitgangspositie dan wel om recente evolutie. De beelden van antieke oude helden als David of Apollo vallen niet echt op door een groot Bruce Willis-gehalte.

Anderzijds is de neiging groot om te beklemtonen dat vrouwen de mannelijke spieren, die vroeger in een vrouwonvriendelijke fysieke omgeving bescherming konden bieden, misschien niet langer als essentieel beschouwen in een wereld waarin ook zij meer buitenshuis aan de slag gaan. Vrouwen zouden dus tegenwoordig meer voordeel kunnen halen uit een man die zich met de kinderen wil bezighouden, dan met een macho. Een hoog testosterongehalte bij mannen werd in ieder geval al gecorreleerd met relaties die kreunen onder ontrouw, geweld of scheidingsperikelen.

De wetenschap heeft recent ook ontdekt dat het vrouwelijke oestrogeen een veel grotere rol speelt in de vruchtbaarheid van de man dan tot dusver werd aangenomen. Dat leerde een rapport in het vakblad Endocrinology, dat de link legde tussen oestrogeen en zaadproductie. Dit zou betekenen dat machomannen toch niet de absolute helden van de voortplanting zijn.

Gespiegeld naar het trage proces dat de evolutie is, bestaat er in ieder geval een trend dat mannen vervrouwelijken, omdat de omgevingsdruk op hun lichaam vermindert. Status en dominantie zijn niet langer aan spierkracht en succes bij de jacht gekoppeld. Niet-fysieke vaardigheden zoals “geld verdienen” staken de kop op. Maar niet alle elementen uit het steentijdperk blijven verborgen onder het dunne laagje cultuur dat wij als beschaving omschrijven. Een puisterige tiener die als geen ander de moderne informatietechnologie weet te manipuleren, zal op schoolfeestjes nog altijd het onderspit delven tegen de gespierde knaap die scoort op het voetbalveld.

Voorlopig kan niemand evalueren hoezeer de recente opstoot in de cultuur een gedrag zal bijsturen, dat de biologie al honderdduizenden jaren lang domineerde. Dat seksuele signalen, zoals gezichtskenmerken, informatie bevatten over de kwaliteit van hun drager, staat vast. Het is onduidelijk in welke mate de elementen, die kwaliteit bepalen, actief worden bijgestuurd. Zo durven slechts weinig wetenschappers het aan om biologische wortels te presenteren als een kompas voor morele waarden. Zelfs de sterk op de fysieke verschijning leunende modetijdschriften scoren daarin beter dan de diepzinnigste analysen in wetenschappelijke topvakbladen.

Wat heeft Koen Wauters dat wij niet hebben?

De moderne vrouw wil een vrouwelijke man.

Grote afmetingen en symmetrie vallen in de smaak.

Bij de vrouw wordt vooral het vlees gekeurd.

Dirk Draulans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content