‘Toch zijn de steden ook sterke arbeidspolen’, zegt Bart Van Schel van de VDAB-studiedienst.

‘De vroegere mijnstreek in Centraal-Limburg scoort slecht en Ronse, een gemeente met een uitgedoofde industrie en een taalproblematiek, is ook bekend als een zorgenkind. Maar voor de rest kunnen we toch wel stellen dat werkloosheid vooral een grootstedelijk probleem is’, merkt Bart Van Schel van de VDAB-studiedienst op. ‘De grootstad trekt tradi- tioneel een zwakke arbeidsbevolking aan, en dat zie je ook op deze kaarten. De werkloosheidscijfers liggen er veel hoger dan het Vlaamse gemiddelde van 8,6 procent, waarvan 10,6 procent bij vrouwen en 7 procent bij de mannelijke bevolking. Een vreemde anomalie is overigens dat Antwerpen een uitgesproken mannelijke werkloosheid heeft, volkomen atypisch voor Vlaanderen. Een mogelijke oorzaak is de gebrekkige mobiliteit van de Antwerpenaar, al kan die niet alles verklaren.

‘Het lijkt misschien paradoxaal, maar tegelijkertijd zijn die grootsteden ook sterke arbeidspolen, zoals je kunt zien op de kaart voldoende werk in eigen gemeente. De aanwezige werkloze bevolking heeft echter meestal niet de juiste competenties om de veeleisende vacatures in te vullen. Verder vallen vooral de gemeenten met veel industrieterreinen natuurlijk in positieve zin op: Kortrijk, Ieper en Veurne om er maar een paar te noemen. Wanneer je deze kaart zou combineren met een kaart van de werkzaamheidsgraad, zou je er overigens perfect het woon-werkverkeer in kunnen aflezen. In Aalst en Dendermonde is er bijvoorbeeld relatief weinig werk, maar ook relatief weinig werkloosheid. De verklaring? Er wordt vanuit die steden massaal gependeld naar Brussel. Een vergelijkbaar effect zie je in Hoeilaart en Sint-Genesius-Rode, de slaapgemeenten ten zuiden van Brussel.

‘Wie werkloos wordt, moet vooral oppassen dat hij niet blijft plakken in die werkloosheid’, waarschuwt Van Schel. ‘Want wanneer je je aanbiedt bij een werkgever is die witte vlek op je cv vaak het eerste wat hij merkt. Als je kunt zeggen dat je die moeilijke periode hebt kunnen overbruggen met een bijkomende jobtraining of wat interim-werk, sta je natuurlijk een stuk sterker. Naast de mindere score van de steden, zien we op deze kaart ook dat de agrarische gebieden van het Meetjesland (regio Eeklo) het niet zo best doen, al wordt er nu wel zwaar geïnvesteerd om die regio uit zijn underdogpositie te halen. Hetzelfde gebeurt voor het Waasland, dat maar blijft kampen met naweeën van de ingestorte textielsector.

‘Dat er over het algemeen veel langdurig werklozen zijn? Abnor-maal is dat niet, we hebben net enkele jaren van laagconjunctuur achter de rug. Wie in die periode werkloos werd, kan dat nu al enige tijd zijn. Maar een heropleving van de arbeidsmarkt is in aantocht. Een goede indicator daarvan is dat de hoogopgeleide mannelijke Vlaming, traditioneel de sterkste speler op de arbeidsmarkt, weer makkelijker werk vindt. Dan volgen de andere bevolkingsgroepen meestal snel. Ik heb het gevoel dat de economie nog wel even zal blijven groeien: het consumentenvertrouwen zit goed en het vacatureaanbod stijgt merkbaar. Enige remmende factor is de dure euro, die er enerzijds wel voor zorgt dat we de hoge olieprijs minder scherp voelen dan normaal, maar tegelijk onze export met een loden last opzadelt. En België is natuurlijk een exportland bij uitstek.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content