JA

‘De werkloosheid van allochtone jongeren is een groot probleem in Mechelen. In Marokko heb je veel vacatures die onze jongeren tijdelijk kunnen opvullen. Daar kunnen ze niet alleen werkervaring opdoen, maar ook meer zelfvertrouwen krijgen. Als ze dan terug zijn in België, hebben ze meer kansen om hier werk te vinden. Met dit plan benadruk je niet de afkomst van de jongeren, maar de troeven die ze hebben. Ze spreken de taal, ze kennen de cultuur, ze hebben veel achtergrondkennis. In Marokko zullen ze beter functioneren dan iemand voor wie het land helemaal vreemd is.

Samen met de VDAB, het ACV en de Mechelse scholen gaan we de uitvoeringsmogelijkheden bespreken. In Sint-Niklaas is de VDAB al bezig met een dergelijk project: na een opleiding gaan allochtonen vanuit Belgische bedrijven in Marokko werken. Daarbij moeten wij ook de ondernemingszin stimuleren. Als er meer bedrijven zijn die in Marokko een afdeling hebben, zullen meer jongeren daar aan de slag kunnen.

Jonge allochtonen bevinden zich vandaag tussen de twee werelden, dat kan ik niet ontkennen. Daarom zullen ze begeleiding krijgen in de bedrijven waar ze werken. Veel aandacht wordt besteed aan hun sociale vaardigheden en hun zelfbeeld, zodat ze zich niet meer het slachtoffer voelen maar trots zijn op zichzelf. Bovendien kun je met dit plan ook de Marokkaanse staat helpen. Onze jongeren zijn technisch beter opgeleid, ze kunnen hun competenties doorgeven aan anderen. In Tanger bijvoorbeeld wordt er momenteel gewerkt aan een havenproject dat in vijf jaar tijd klaar moet zijn. Met de hulp van onze jongeren kan het misschien in drie jaar in orde komen.

Niemand zal verplicht zijn in Marokko te gaan werken, het project is bedoeld voor mensen die het willen. Zelfs al zijn er maar twintig jongeren die voor zo’n werkervaring kiezen, is het de moeite waard. Dan heb je twintig werklozen minder.’

NEE

‘Op zich lijkt dit misschien een goed idee, maar ik twijfel sterk aan de intenties van Van Butsel. Hij wil de Mechelse problemen als het ware naar Marokko doorschuiven. Dat is een heel pover voorstel in een verkiezingsjaar, ten opzichte van het grote probleem van jeugdwerkloosheid in Mechelen. Wat mij aan zijn voorstel bijzonder stoort, is dat hij heel selectief te werk gaat. In Mechelen is de jeugdwerkloosheid onder allochtonen heel groot. Maar dat is ook een probleem van alle andere laaggeschoolde jongeren, niet alleen van die van Marokkaanse afkomst. Alleen die groep selecteren en dan nog de afkomst beklemtonen, is fout. We spreken hier van jonge migranten van de derde generatie, die hier geboren en opgegroeid zijn. Ze hebben geen banden meer met Marokko, daar worden ze vaak als Europeanen beschouwd. In veel streken spreekt men Arabisch, terwijl veel jongeren hier Berbers spreken en helemaal geen Arabisch kunnen.

Met deze ideetjes bevestigt Van Butsel vooral heel wat negatieve clichés. Door alléén allochtonen alléén naar Marokko te sturen, benadruk je alleen maar het wij-en-zijgevoel. De werkloosheid in Marokko is bovendien nog veel hoger dan hier. Misschien is het beter om de plaatselijke bevolking kansen te geven in plaats van buitenlandse arbeiders aan te trekken. En onder welke voorwaarden moeten de Mechelse jongeren daar gaan werken: de Belgische of de Marokkaanse? Werkervaring laten opdoen is natuurlijk goed, ook in het buitenland. Maar dan moet een aantal randvoorwaarden vervuld zijn. Wij hebben hier veel knelpuntvacatures, zeker in de bouwsector. Wij moeten er in de eerste plaats voor zorgen dat die ingevuld raken. Door meer aandacht te besteden aan de scholing, bijvoorbeeld. Jongeren die willen werken, komen vaak niet aan werk omdat hun opleiding niet aangepast is aan de beroepseisen. Verschillende onderzoeken tonen bovendien aan dat allochtonen nog veel te vaak gediscrimineerd zijn. Ik hoop dat we Van Butsels plannen vooral moeten zien als een uitnodiging om in Mechelen eindelijk vooral aan die dingen te werken.’

Natalia Jerjomkina

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content