De Stichting Technologie Vlaanderen bestudeerde het fenomeen telethuiswerk. Ze komt tot de conclusie dat er bij ons weinig be- langstelling voor bestaat. Werkgevers houden van zicht op zaken.

HET INTERNET groeit snel. Telenet Vlaanderen overspant straks Vlaanderen met zeshonderd kilometer glasvezelkabel. Niet alleen om meer radio- en televisiekanalen in de huiskamers te brengen, maar vooral als tweede telefoonnet. Het wil overigens ook tal van elektronische en multimediadiensten aanbieden.

De telematica-industrie spiegelt, niet zonder enig commercieel eigenbelang, een betere wereld voor, waarin het aangenamer en makkelijker leven en werken zal zijn, werken waar en wanneer het past. De Vlaamse overheid voorspelt voor de komende jaren een hoge vlucht van dat telewerk of ?het op afstand werken met behulp van telematica?. En de Europese Unie verwacht dat tegen het jaar 2000 tien miljoen werknemers thuis aan de slag zullen zijn.

Groot enthoesiasme alom dus, maar niet bij de Stichting Technologie Vlaanderen. Die Stichting volgt in de schoot van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen de sociale aspecten van de technologische innovatie en studeert al enkele jaren op telethuiswerk. In een nieuwe studie ?Telethuiswerk. Organisatorische drempels op de informatiesnelweg? komt André Vandorpe tot een tegendraadse conclusie. ?De vraagt rijst of in de actuele bedrijfspraktijk de behoeften en de verwachtingen rond telethuiswerk dermate hoog gespannen zijn. In Vlaanderen blijkt dit alvast niet het geval. Gepeild naar hun concrete verwachtingen, getuigen zowel de bedrijfsverantwoordelijken als de werknemers van weinig animo rond telethuiswerk.?

VERWARRING.

Dat de arbeidsvorm té nieuw en té revolutionair zou zijn en dus nog sensibilisering zou kunnen gebruiken, kan volgens Vandorpe niet de oorzaak van dit rustig-aan in Vlaanderen zijn. Halfweg de jaren zeventig al werd telethuiswerk als nieuw en grensverleggend gepropageerd. In volle oliecrisis sloeg het argument aan dat, ten gevolge van thuiswerk, de verkeersdrukte en bijgevolg het energieverbruik zouden dalen. Bovendien lieten vooral de telematicaverkopers niet na de technisch-economische voordelen van telethuiswerk te onderstrepen. Onvoldoende informatie en voorlichting van het grote publiek kan er niet de oorzaak van zijn dat van een ruime verspreiding van telethuiswerk in Europa geen sprake is. Zeker in Vlaanderen niet.

Enkele grote ondernemingen zetten recent formules van telewerk op voor een deel van hun personeel, vooral in de sectoren verkoop en technisch onderhoud. Slechts een half dozijn of wat bedrijven en organisaties voerden structureel telethuiswerk in. Op kleine schaal. Er heerst ook begripsverwarring. Telethuiswerk is het werk dat een bediende of ambtenaar, in ondergeschikt verband, thuis presteert via de persoonlijke computer met modem (ten minste twintig procent van zijn totale arbeidstijd). Dat is heel wat anders dan het telewerk van verkopers, consultants, handelsvertegenwoordigers en service-technici, die al altijd op de baan waren en thuis werkten. Die ?moderne nomaden? doen nu wel hun voordeel bij de uitgebreide telematicafaciliteiten.

Telewerkcentra combineren dan weer telethuiswerk en werken onder collega’s in, bijvoorbeeld, satellietkantoren in een streek waar een onderneming veel werknemers wonen heeft. Of het zijn telecottages die telematicafaciliteiten aanbieden aan werknemers van kleinere ondernemingen.

?Algemeen wordt verwacht dat de substantiële uitbreiding van telethuiswerk in de Vlaamse ondernemingen en overheidsinstellingen nog minstens tien jaar vraagt en dat hiervoor slechts twintig procent van de huidige, in hoofdzaak administratieve functies in aanmerking zullen komen,? weet André Vandorpe van de Stichting Technologie Vlaanderen. Het telethuiswerk blijft nu botsen op psychologische en organisatorische drempels.

Het is een vreemde discussie. De meeste bedrijfsverantwoordelijken erkennen dat telethuiswerk nu reeds echt mogelijk is voor welbepaalde functies, zoals het programmeren en het invoeren van teksten en gegevens, en voor specifieke ondernemingen. Maar tegelijk bekennen ze weigerachtig te staan tegen het invoeren van die arbeidsvorm in hun eigen onderneming.

De personeelsmanagers voeren vooral organisatorische bezwaren aan. Argumenten in de stijl van ?ik zie niet meer wanneer mijn werknemers aan het werk zijn of wat ze uitrichten? of ?ik heb onvoldoende vat op de output en vrees de gebrekkige zelfdiscipline van de medewerkers?. Vlaamse ondernemingen blijven vasthouden aan een strak hiërarchisch organisatiemodel. De managementspraktijk steunt nog grotendeels op de industriële organisatieconcepten. In het kantoorwerk blijkt de controle op de bedienden en op hun werk nog altijd zeer belangrijk zijn. Wat haaks staat op de theorieën die personeelsverantwoordelijken verkondigen over teambuilding, vlakkere organisatiestructuren of selfmanagement. Want net die nieuwe concepten beogen werknemers meer autonomie en verantwoordelijkheid te geven bij de uitoefening van hun werk, ook aan hen die niet thuiswerken.

NIEUWE HIERARCHIE.

Noteert André Vandorpe : ?Het is bepaald geen toeval dat de invoering van telethuiswerk in de Vlaamse bedrijfswereld een even moeizaam of problematisch verloop kent als de overgang van gecentraliseerde, hiërarchische top-down bedrijfsvoering naar platte(re) netwerkorganisaties. Telethuiswerk veronderstelt immers dat controle-discipline vervangen wordt door afspraken, en ondergeschiktheid door wederzijdse afhankelijkheid en samenwerking. Met andere woorden de wezenlijke kenmerken van de traditionele industriële arbeidsverhoudingen komen door de invoering van deze alternatieve werkvorm op de helling te staan.?

Maar het verlies aan controle is niet het enige bezwaar van personeelsmanagers. Zij vrezen ook dat bij telethuiswerk de noodzakelijke sociale contacten tussen de collega’s vervagen en de vaak moeizaam opgebouwde bedrijfscultuur verloren gaat, zo geeft de studie van de Stichting Technologie Vlaanderen aan.

Personeelsmanagers leggen de belangrijkste voordelen van telethuiswerk bij de werknemers. Thuiswerk laat toe arbeids- en gezinstaken beter op elkaar af te stemmen. Omdat ze niet langer elke werkdag hoeven te pendelen tussen hun woon- en werkplaats, lopen thuiswerkers minder stressrisico en ze zijn aanzienlijk productiever dan het gewone kantoorpersoneel.

Potentiële telethuiswerkers beschouwen het sociaal isolement als een belangrijk nadeel. Bedrijven kunnen dat opvangen met roterende formules, waarbij telethuiswerkers een of meer dagen thuis en de resterende dagen van de week op kantoor arbeiden. De telematica-industrie bedacht trouwens technologische oplossingen voor de eenzaamheid : softwarepakketten om simultaan met collega’s documenten te bewerken, videofoon en videoconferenties. Maar telethuiswerkers vrezen ook promotiekansen te mislopen door hun afwezigheid op kantoor.

De verwachtingen van de Vlaamse werknemers en werkgevers staan vaak diametraal tegenover mekaar. Bedienden en potentiële telethuiswerkers denken vooral aan een grotere vrijheid bij het uitvoeren van hun taken, het flexibeler invullen van hun werktijd en het beter indelen van hun tijd. Personeelsmanagers denken vooral aan strikte controleerbaarheid en discipline.

GARNALEN PELLEN.

Bedrijfsverantwoordelijken blijven aankijken tegen belangrijke organisatorische knelpunten. Met telethuiswerk kan een onderneming minder flexibel inspelen op onvoorziene werksituaties. Er bestaat bezorgdheid om de beveiliging van de heen en weer gemodemde bedrijfsinformatie. En de ondernemingen rekenen met een aanzienlijke meerkost, investeringen vooral voor het uitrusten van de telethuiswerkposten (pc, printer, fax en/of modem, aangepast meubiliair, verwarming…). Bij roterende telethuiswerkformules moet een bedrijf bovendien nog altijd in een werkplek op het kantoor voorzien. Ondernemingen zijn niet zeker dat de hogere arbeidsproductiviteit van de telethuiswerkers opweegt tegen de te maken kosten. ?De praktijk toont aan dat een meerkost van twintig procent niet denkbeeldig is,? antwoordt Vandorpe.

De vakbonden zijn ook al niet de grootste promotoren van het telethuiswerk ?digitaal garnalen pellen,? is niet echt een goedkeurende omschrijving. Het roept bij hen herinneringen op aan de misbruiken met het ambachtelijke thuiswerk, rond de eeuwwisseling. Telethuiswerk, vrezen zij, is een onderdeel van de aan gang zijnde versnippering van de ondernemingswereld. Taken worden in toenemende mate ondergebracht in kleine, afzonderlijke entiteiten, met minder gunstige loon- en arbeidsomstandigheden en zonder het traditioneel sociaal overleg. Bovendien is het weinig waarschijnlijk dat een grootschalige invoering van telethuiswerk veel bijkomende werkgelegenheid kan scheppen. De hogere productiviteit van de thuiswerkers is op dat stuk al een rem.

Ondanks alle psychologische en organisatorische horden die te nemen vallen, concludeert André Vandorpe in de studie van de Stichting Technologie Vlaanderen : ?Organisatiedeskundigen laten er geen twijfel over bestaan dat in de toekomst het telethuiswerk veel gelijkenis zal vertonen met het ambachtelijke thuiswerk uit lang vervlogen tijden. Het productgericht en zelfstandig thuiswerk wordt de arbeidsvorm van de toekomst. Voorts zal door toedoen van de telematica het onderscheid tussen privé-leven en werk, dat sinds de industriële revolutie bestaat, verdwijnen en zullen in het jaar 2000 de gewone arbeidstijden niet meer bestaan.?

Guido Despiegelaere

Ondernemingen vrezen de controle over hun telethuiswerkers te verliezen.

Thuiswerkers lijden niet aan pendelstress en zijn bijgevolg productiever.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content