Soms gedragen bedrijfsleiders zich wereldvreemd en wanen ze zich onaantastbaar. General Motors is een recent voorbeeld: als het zich niet vlug hervat, wacht het faillissement voor wat ooit de machtigste Amerikaanse autobouwer was.
Het nieuws ging de voorbije weken bij ons wat verloren tussen de berichten over het hovaardige gedrag van de Fortis-top. Die belijdt dat hij werkt aan een herstel van het vertrouwen in wat eens de grootste bankverzekeraar was van het land, maar concrete daden blijven uit. Dat herstel van het vertrouwen is nochtans noodzakelijk, want Fortis vertilde zich aan de overname van ABN Amro en gaat gebukt onder de Amerikaanse kredietcrisis, omdat het zich liet opzadelen met herverpakte rommelkredieten.
Natuurlijk eiste dat in ons land alle media-aandacht op, want het gaat hier om de doodsstrijd van het Fortis zoals we dat lange tijd gekend hebben: de hautaine bankverzekeraar die zich onaantastbaar waant en die er zonder gêne voor uitkomt dat het lak heeft aan de regels van deugdelijk bestuur. Regels die werden opgesteld onder leiding van – o ironie – de Fortis-voorzitter zelf: Maurice graaf Lippens, die blijkbaar wél langer bestuurder mag zijn dan de in de code-Lippens vooropgestelde twaalf jaar.
Terwijl het gespartel van Fortis voorpaginanieuws was, maakte General Motors, dat dit jaar zijn honderdste verjaardag viert, bekend dat het 15,5 miljard dollar (pakweg 10 miljard euro) verlies had gemaakt over het tweede kwartaal. Meteen werden er maatregelen aan-gekondigd: het dividend wordt geschrapt. Er moet voor minstens 4 miljard dollar (2,5 miljard euro) activa verkocht worden. En de personeelskosten moeten het volgende anderhalf jaar met 20 procent omlaag, dus er zullen heel wat ontslagen volgen.
In Europa is GM eigenaar van Opel. Dat is wél nog winstgevend, en daarom denken sommigen dat Opel, met nog 3100 werknemers in Antwerpen, niet getroffen zal worden door de sanerings-ronde. Of dat ook zo zal zijn, is zeer de vraag. Want het gaat niet goed in de Europese autosector: in de eerste helft van dit jaar werden er 200.000 auto’s minder ingeschreven. Ook in België draait het vierkant: dankzij het tweejaarlijkse Autosalon hield de automarkt bij ons wel stand, maar de sectorfederatie Febiac is pessimistisch over de tweede jaarhelft.
In de VS lijdt GM onder de kredietcrisis. Heel wat Amerikanen zien zwarte sneeuw en de aanschaf van een nieuwe wagen wordt uitgesteld. Bovendien voelen ze er ook de hoge olieprijzen, met als gevolg dat brandstofverslindende wagens minder verkocht worden. Dat treft GM extra, omdat het grote terreinwagens zoals de Hummer produceert.
Zo is ook GM het slachtoffer van zijn wereldvreemde gedrag. Al jarenlang is het duidelijk dat olie nooit meer echt goedkoop zal worden. Toch moesten de auto’s steeds groter worden. Zuiniger? Dat was geen issue. Toen de tweede man bij het bedrijf, Bob Lutz, voorstelde om een kleinere auto met een zuinige motor te fabriceren, werd hij weggelachen: ‘Elke nieuwe Cadillac hoort groter te zijn, onze klanten eisen dat.’ Nu zegt GM alles op alles te zetten om tegen 2010 met een elektrische auto te kunnen uitpakken. Als GM 2010 haalt natuurlijk, want volgens een studie van de Italiaanse bank UniCredit kan elk moment een van de drie grote autobouwers van de VS failliet gaan. En dan heeft GM slechtere papieren dan Ford of Chrysler.
Hoe verschillend het Europese Fortis en Amerikaanse GM ook zijn, ze hebben een aantal zaken gemeen: ooit waren ze oppermachtig in hun sector. Ze waanden zich onaantastbaar en gedroegen zich wereldvreemd. Vandaag incasseren uitgerekend zij de hardste klappen. En het is nog onduidelijk of ze zich wel tijdig kunnen hervatten.
door Ewald Pironet