Woestijnplanten kunnen met een minimum aan water in leven blijven.

Elke gids die een bezoeker meeneemt voor een wandeling door de kurkdroge savanne of de woestijn van Namibië, toont met trots exemplaren van een bizarre plant die zich langs de route bevindt. Een lage plant met grote bladeren waarvan de mannelijke en vrouwelijke bloemen op afzonderlijke individuen leven. Een plant die perfect is aangepast aan kurkdroge omstandigheden, met wortels die tot twintig meter diep in de grond dringen om het laatste druppeltje water te vinden, en met bladeren die zich plooien als een kelk waarop ’s ochtends dauwdruppeltjes gevormd worden. De druppeltjes rollen vervolgens in het hart van de kelk.

In extreme omstandigheden kan de plant de huidmondjes op haar bladeren alleen ’s nachts openen om koolstof-dioxide uit de lucht te halen. Overdag, in het licht, zet ze dat dan via fotosynthese om in bruikbare energie. Als het niet te warm is, activeert ze het fotosyntheseproces alleen als het licht is, zoals planten normaal doen.

De plant heeft zich zo aangepast dat ze het maximum uit haar ogenschijnlijk moeilijke leefwereld kan halen. Ze heeft dat met succes gedaan, want ze wordt als een levend fossiel beschouwd: ze had in feite uitgestorven moeten zijn. Van sommige individuele exemplaren wordt beweerd dat ze meer dan duizend jaar oud zijn. De welwitschia wordt ook graag als symbool voor heel Namibië gebruikt.

Andere planten hanteren andere technieken om de omgeving naar hun hand te zetten. Het loogkruid wortelt zich stevig in de grond, groeit uit en laat toe dat er een zandheuveltje rond zijn stengel komt. Het zand levert de plant niet alleen bescherming tegen de harde wind die dikwijls in de Namibische woestijn waait, maar ook het weinige water dat het kruid nodig heeft om te overleven.

Langs de kust maakt het contact tussen het ijskoude water van de oceaan met de verzengende hitte van het land leven mogelijk: er hangt dikwijls een dichte mist boven de woestijn, waarvan planten en dieren handig gebruik maken om hun watervoorziening op peil te houden. De mist kan tot honderd kilometer diep het land ingewaaid worden. Sommige cactussen hebben genoeg aan een lichte condensatie van mist in rotsspleten om te overleven.

Woestijnplanten kunnen zelfs voor de mens nuttig zijn, en niet alleen als verstrekker van vocht en voeding aan zogenaamd primitieve stammen. Onderzoeker Wim Vanden Berghe van de Vakgroep Fysiologie aan de Universiteit Gent ontdekte met zijn collega’s dat een eenvoudige molecule uit de Namibische woestijnplant Salsola, een doornstruik die echt extreme droogte aankan, een even krachtige ontstekingsremmer is als cortisone, maar zonder daarbij neveneffecten zoals het broos worden van beenweefsel te veroorzaken. De molecule blijkt inpatiënten met reumatoïde artritis zelfs na langdurige toediening zijn effect te behouden – bij cortisone vermindert de werking na verloop van tijd.

Een schoolvoorbeeld ter illustratie van het gegeven dat behoud van biodiversiteit ook voor de mens nuttig kan zijn.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content