Een Jood en een Palestijn regisseren samen Camille Saint-Saëns’ opera over het fatale Bijbelse koppel Samson en Dalila als een allegorie van het Midden-Oostenconflict.

Aviel Cahn, die begin dit jaar Marc Clémeur opvolgde als algemeen directeur van de Vlaamse Opera, heeft zijn start niet gemist. Meteen al de eerste nieuwe productie waar hij voor tekent, zorgt weken voor de première voor een stormpje. De reden? Een regie van het duo Omri Nitzan en Amir Nizar Zuabi, die Camille Saint-Saëns’ grote opera Samson et Dalila opvatten als een bespiegeling over het Midden-Oostenconflict. Daarbij zou de sympathie voor de Palestijnse zaak al te manifest zijn, aldus het in die materie zeer beslagen blad Joods Actueel.

Het idee zelf is alvast niet zo gek. De aanhef van het libretto van de in 1877 gecreëerde opera luidt: ‘Gaza, circa 1150 voor Christus.’ Alwaar Hebreeërs en Filistijnen zich onledig houden met elkaar de kop in te slaan. Te midden daarvan de protagonisten van een bekend Bijbels verhaal: de heldhaftige Hebreeër Samson en de fatale Filistijnse Dalila, die, driewerf helaas, Love is a battlefield nog niet kenden.

Kers op de taart, en dat had Cahn goed bekeken, is dat Nitzan een Israëlische Jood is en Zuabi een Palestijn uit Nazareth. Beiden zijn ervaringsdeskundige, geen van beiden kan van antizionistische simpliciteit verdacht worden.

Heren, zowat overal volstaat het om ‘Is- raël! Palestina!’ te roepen om verzekerd te zijn van aandacht. Had u de heisa rond de nieuwe productie verwacht?

OMRI NITZAN: We zijn geen heiligschenners: aan muziek en libretto is geen noot of komma veranderd. De enige ‘stoorzender’ is de mise-en-scène. Ons werd gevraagd om de Bijbelse mythe van Samson te verwerken als allegorie waarin onze persoonlijke thuissituatie weerspiegeld wordt. Wat het verhaal tot een leerstuk maakt, is de uitwerking met archetypen. De ene natie bezet de andere en ze bekampen elkaar. Dat wordt vermengd met een liefdesgeschiedenis, wat het verhaal aantrekkelijker maar ook herkenbaarder maakt. Niet voor niets wordt in vele talen een vrouw ‘veroverd’. Het bed als slagveld. Dat wordt in de plot van Samsons verhaal uitvergroot. Het verband met het Midden-Oosten is niet vergezocht: Amir en ik behoren daar tot de strijdende partijen. Het kostte ons dan ook enige tijd om tot een dialoog en verstandhouding te komen.

Kunt u als Israëlische Jood begrijpen waarom een bepaald deel van het Joodse publiek in Antwerpen een probleem heeft met uw aanpak?

NITZAN: De dialoog zou eerlijker en zinvoller zijn als die mensen eerst de opera zagen en dan nog eens uitlegden wat hen stoort. Ernst, sensatiezucht en lange tenen kunnen niet goed met elkaar overweg. Ik wil me echter niet achter het theater verstoppen: ik zeg klaar en duidelijk dat we deze productie politiek opgevat hebben. We klagen hier duidelijk het fenomeen bezetting aan.

Dat vergt van uw publiek alvast gevoel voor allegorie.

AMIR NIZAR ZUABI: Laten we hopen. We proberen met dit project niemand te jennen of naar de mond te praten. Maar wij komen uit een alledaagse werkelijkheid die simpelweg lelijk is. Er zit geen roze in het palet van mijn realiteit. We kunnen dus niet doen alsof alles in orde is, dat we dikke vrienden zijn of dat zo dadelijk het vredesproces begint.

Hoofdredacteur Michael Freilich van Joods Actueel alludeerde op het feit dat u in de persteksten van de Vlaamse Opera als een Palestijn wordt voorgesteld, terwijl u Israë- lisch staatsburger bent. Mét de voordelen die daarbij horen, was de teneur.

NITZAN: (ironisch) Ja, beste jongen, al die kansen die je van Israël hebt gekregen…

ZUABI: Ik ben geboren in Jeruzalem. Mijn familie leefde eeuwenlang in Pales- tina. In 1948 werd de staat Israël gesticht, onder meer op haar grond. Mijn familie werd gedeporteerd met het oog op etnische zuivering. Aan een miljoen Palestijnen die binnen de grenzen van de zogeheten staat Israël leven, is het staatsburgerschap verleend. Maar die worden daarom niet minder onderdrukt: Israël is een apartheidsstaat met een dikke laag democratische make-up. Ik ben daar kwaad om, maar dat betekent niet dat ik alle Joden in de zee wil drijven.

NITZAN: Niet iedereen kan immers zwemmen.

ZUABI: Kijk, ik wil rechtvaardigheid, en die moet bestaan in een fair compromis waar iedereen mee kan leven: ieder de helft, en geen procent minder. Zolang dat niet gebeurt, erken ik het land niet waarvan ik een paspoort draag. Ik leef er, betaal er belastingen, en gebruik er alleen de basisdiensten. Hoewel: Nazareth heeft open riolen en onverharde straten. Een alledaags voorbeeld van gelijkberechtiging.

NITZAN: Ik ben een Israëlische Jood. Ik vind mezelf patriottisch op de juiste manier. De linkse manier. Ik begrijp volkomen Amirs gevoelens en ik vind ze gerechtvaardigd. Ik ken mijn land en ben niet blind, maar ik heb veel van Amir geleerd. Onder meer dat men zich makkelijk laat verblinden. Maar toch ben ik een zionist. We hebben dan ook nog geen echt vredesverdrag gesloten, we zijn het over de oplossingen voor het conflict nog niet helemaal eens.

Waar zitten de verschillen?

NITZAN: Die zitten redelijk diep. Maar dat heeft niks te maken met de job die we hier moeten doen.

ZUABI: Het heeft er alles mee te maken.

NITZAN: Nee, het gaat om de spiegel die deze opera is voor algemene menselijke fenomenen. Maar hoe je het draait of keert: het decor van Samson et Dalila is volgens het originele libretto Gaza – zo’n dik uur rijden van bij me thuis. Het is dus normaal dat ik betrokken partij ben. Het is onze job om een podiumwerkelijkheid te creëren, en de basis daarvoor lag in dit specifieke geval voor de hand.

Wie een politiek en moreel standpunt inneemt en de wind van voren krijgt, kan zich toch niet verschuilen achter de mededeling dat het maar theater is?

ZUABI: Dat doen we ook niet. Het stuk is zelf politiek, om te beginnen. Het eindigt met een massamoord. Je kunt ervoor kiezen om dat kunstzinnig te benaderen, met je 19e-eeuwse muziek in een dito zaal, los van de wereld. Of je kunt zeggen: ik denk en voel hier wat bij, ik schaam me niet om politiek theater te brengen. Het is geen inferieure kunstvorm, als het intelligent gedaan is, vanuit nieuwsgierigheid naar het mechanisme achter de dingen. Alle stukken van Shakespeare zijn politieke kunst. Grote kunst is politiek, want levende kunst moet zich verhouden tot de wereld. We gaan op zoek naar wat die kracht van Samson echt zou kunnen betekenen. Is het de woede om de vernedering? Het feit dat hij zich een boodschapper waant? En wat is zijn relatie tot Dalila? Vanwaar die fascinatie? Politiek theater is het tegendeel van oppervlakkigheid. Dat heeft een keerzijde, controverse bijvoorbeeld. Die wil ik niet, maar ik vrees ze evenmin.

Interessant aan de heisa is alvast dat in het verhaal de Joden worden verdrukt, terwijl u dat vandaag andersom ziet.

NITZAN: Dat is alleen maar de ironie van de geschiedenis.

ZUABI: Het gaat over mensen en de keuzen en mechanismen die hen bepalen. In een andere wereld, waar het palet wel roze bevat, konden Dalila en Samson misschien trouwen en een Renault Mégane kopen. Maar in hun realiteit is het ondanks de aantrekkingskracht tussen hen onmogelijk. We interpreteren de zaak omzichtig, waardoor ik hoop dat de voorstelling geen pamflet wordt. Ik zal nooit verkondigen dat Israël het absolute kwaad vertegenwoordigt. Er is geen zwart of wit. Er is alleen grijs met vele fouten. En het is onze morele plicht om dat te zeggen. Zonder de hoop er iets aan te kunnen veranderen.

Als u die hoop niet koestert, wat bedoelt u dan met ‘morele plicht’?

NITZAN: Er worden in de opera een aantal accenten gelegd die misschien uw vraag beantwoorden. In het bijzonder twee liederen. Er is de grote preek van de hogepriester nadat Samson gouverneur Abimelech gedood heeft. Het is een religieus lied, een vloek over de Hebreeërs, dat het conflict doet ontaarden. Het stuwt de soldaten naar het slagveld, de nederlaag tegemoet. Aan de andere kant is er de oude Hebreeër die Samson ervan probeert te weerhouden contact te zoeken met een vrouw van de vijand. Sterke religieuze liederen aan beide kanten. Combineer religie met politiek en je maakt van god een partij, een stroman, een bewijs van je gelijk. Het resultaat zie je in het Midden-Oosten.

De individuele en dus morele verantwoordelijkheid wordt opgeheven.

NITZAN: Het is allemaal gods wil – van welke dan ook. Weet u, ik denk in alle eerlijkheid dat we door deze productie onze realiteit beter begrijpen. Hebben die nieuwe inzichten me veranderd? In elk geval: deze productie zouden we in Tel Aviv precies hetzelfde brengen. Geen enkele keuze is gemaakt omdat we hier zijn of niet ergens anders. Dat wil niet zeggen dat we ons geen publiek voorstellen bij het werken: we moeten ons natuurlijk afvragen of de relatie tussen de Bijbelse mythe en onze thuissituatie zich tot communicatie leent. En of ze betekenisvol kan zijn in Antwerpen en Gent.

SAMSON ET DALILA VAN CAMILLE SAINT-SAëNS LOOPT IN DE VLAAMSE OPERA, VAN 28/4 TOT 10/5 IN ANTWERPEN EN VAN 17/5 TOT 26/5 IN GENT (www.vlaamseopera.be)

DOOR RUDY TAMBUYSER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content