“Waarom zouden we de Franstaligen nog gijzelen met Belgische wetten over onbemande camera’s of rijbewijzen met punten?” Een gesprek met Johan Sauwens (VU).

Na meer dan twee jaar en meer dan honderd vergaderingen legt de commissie Staatshervorming van het Vlaams parlement deze maand haar conclusies neer. België moet evolueren naar een confederale staat, waarin de twee gemeenschappen bepalen welke taken er voor de federatie overblijven. Dat zegt commissievoorzitter Johan Sauwens (VU). Hij praat over twee deelstaten: Vlaanderen aan de ene kant, afwisselend Franstalig België of Wallonië aan de andere kant.

Het communautair verlanglijstje is goedgevuld. De gemeente- en provinciewet moet worden geregionaliseerd, zoals afgesproken in het Sint-Michielsakkoord (1993). In de sociale zekerheid blijven de inkomensvervangende uitkeringen (pensioen, werkloosheid) federaal. Kostencompenserende uitkeringen (kinderbijslag, gezondheidszorg) gaan naar de gemeenschappen. Vlaanderen en Wallonië moeten een eigen fiscaal en economisch instrumentarium uitbouwen. Wetenschapsbeleid, ontwikkelingssamenwerking en buitenlandse handel worden regionale materies. Telecommunicatie, landbouw en ook de spoorwegen worden gesplitst. Zelfs het Continentaal Plat voor de Vlaamse kust moet van eigenaar veranderen.

Johan Sauwens was zeven jaar Vlaams minister van Verkeer en Openbare Werken (1988-1995). Tegenwoordig is hij Vlaams parlementslid en burgemeester van het Limburgse Bilzen. Een gesprek, eerst over het commissiewerk waarvan Sauwens hoopt dat het uitgroeit tot het Vlaams minimumprogramma voor de volgende staatshervorming.

Johan Sauwens: De basis van ons werk vormt de enorme stapel knelpunten die de Vlaamse administratie inventariseerde. Het is een bundeling van alle moeilijkheden waarmee het bestuur dagelijks worstelt in de welzijnssector, het onderwijs, of op het vlak van vervoer. Het doel van de commissie is de bestuurskracht te vergroten. De overheid moet sneller, slagvaardiger en flexibeler kunnen werken. Het middel daartoe zijn de homogene bevoegdheidspakketten: nu verzanden veel dossiers in bevoegdheidsdiscussies.

U pleit voor een grote stap voorwaarts in de staatshervorming en wil dan rust in de tent. Dat wordt bij elke staatshervorming beweerd.

Sauwens: De federale structuur die we de jongste twintig jaar uitbouwden, werkt niet. Politiek weten we amper wat er bij de Franstaligen gebeurt, en andersom. Bij toeval verneem ik, op een vergadering van de Europese regio’s dan nog, van de Waalse minister van Ruimtelijke Ordening Michel Lebrun (PSC) dat hij het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen nooit ontvangen heeft. Aangezien de federatie de dialoog niet openhoudt en geen inhoud geeft aan de “Belgische gemeenschap”, moeten we de deelgebieden snel meer en duidelijker bevoegdheden geven. België mag voor mij een gemenebest blijven en zelfs de koning mag blijven zitten – al ben ik een republikein.

Betreurt u dat er zo weinig samenwerking is tussen Vlaanderen en Franstalig België?

Sauwens: Het is jammer dat Franstalig België zo slecht over ons wordt geïnformeerd. Vlaanderen is echt wel wat opener en toleranter dan La Libre Belgique en vooral Le Soir het voorstellen. Die voorstelling van zaken schaadt ons, vooral omdat Vlaanderen zelden rechtstreeks op het internationale forum kan treden. Altijd gebeurt dat door de filter van de Franstalige pers of van de federale regering. De zes miljoen Vlamingen die dankzij België een eigen culturele identiteit opbouwden, worden nu door België afgeremd om het internationale forum te betreden.

U pleit voor een confederatie.

Sauwens: Het wordt tijd om de zaken vanuit een confederale logica te benaderen: Vlaanderen en Wallonië stappen zelfstandig naar Europa, maar omwille van de schaalvoordelen en omwille van 170 jaar gemeenschappelijke geschiedenis doen ze nog een beperkt aantal zaken op Belgisch niveau samen.

Concreet?

Sauwens: We hebben inzake de banenplannen geen probleem met Wallonië, maar met België. We zouden veel meer jobs kunnen creëren, indien de deelstaten ook over de werkloosheidsbudgetten zouden beschikken en niet alleen bevoegd waren over de bemiddeling. In de gezondheidssector profiteert vooral de katholieke Caritas-groep van het kluwen van versnipperde bevoegdheden tussen deelstaten en België. Het rijbewijs met punten werd al tien jaar geleden gelanceerd, toen Jean-Luc Dehaene (CVP) nog minister van Verkeer was, maar zijn opvolgers op verkeer, Elio Di Rupo, Guy Coëme en Michel Daerden (allen PS), deden er niets mee.

Dus zegt u: laat de deelstaten hun gang gaan.

Sauwens: Waarom zouden de Vlamingen de Franstaligen nog langer gijzelen met Belgische verkeerswetten die de Franstaligen niet wensen? De Walen willen namelijk geen rijbewijs met punten, geen onbemande camera’s en wel een formule-1-wedstrijd in Francorchamps. Waarom mag het Waals parlement geen eigen decreet op tabaksreclame maken, als dat binnen het Europees kader blijft? Andersom is er in Vlaanderen al lang een grote meerderheid om de loonkosten van de slechtste verdieners met vijf à tien procent te verlagen. Waarom mogen we die beslissing niet nemen?

U zegt: Waalse vrienden, laten we splitsen.

Sauwens: Wat hebben we aan een Belgisch verkeersbeleid dat beslist om onbemande camera’s te gebruiken, als vervolgens Wallonië er puur symbolisch twee installeert en de schaarse processenverbaal seponeert? Dat is toch onzin?

U wil homogene bevoegdheidspakketten.

Sauwens: Er zijn drie sleuteldossiers: justitie, fiscaliteit en Brussel. Aan de twee zijden van de taalgrens wordt heel anders tegen recht en gerechtigheid aangekeken. Er bestaat geen Belgische rechtsorde meer en dus is het de hoogste tijd om in te grijpen. Dat heeft niets met vlaggenzwaaierij te maken. De VU wil justitie splitsen, maar krijgt daarvoor geen meerderheid in het Vlaams parlement.

Brussel blijft het knelpunt. Franstalig België beschouwt Brussel als een volwaardig derde gewest. Aan Vlaamse zijde rijpt de idee van een tweeledige confederatie waarin de twee gemeenschappen goeddeels de hoofdstad besturen.

Sauwens: Dat is geen probleem, Brussel blijft in onze visie een stadsgewest. We erkennen dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontwikkelingen op gang bracht die onmogelijk waren in het unitaire België. Ook daar geldt de subsidiariteit: plaatsgebonden materies als ruimtelijke ordening, verkeer, of monumentenzorg zouden Brussels blijven. Dat staat niet haaks op ons pleidooi voor twee deelstaten, al zouden we wel Brusselse bevoegdheden inzake wetenschapsbeleid of buitenlandse handel bij Vlaanderen en Wallonië onderbrengen. Het zou ook betekenen dat Vlaanderen huisvestingsinitiatieven mag nemen in Brussel. Waarom zou Vlaanderen ook niet zelf het Brussels voorstadsnet uitbouwen – tenslotte gaat het toch om de verbinding met Vlaanderen?

Moeten de negentien gemeenten worden samengevoegd?

Sauwens: Ik ben voor een fusie om de verwarring tussen gemeenten en gewest te vermijden. Anderen pleiten ervoor om vier, vijf grotere gemeenten te maken. We kunnen hoe dan ook bevoegdheden als openbare werken of ruimtelijke ordening overhevelen van het gemeentelijk naar het hoofdstedelijk niveau.

De Brusselaar moet voor Vlaanderen of Franstalig België kiezen.

Sauwens: In ons systeem kiest de Brusselaar inzake gezondheidszorg en fiscaliteit voor een van de twee gemeenschappen. Men zegt dat dertig, veertig procent Brusselaars het daar als echte ketjes moeilijk mee heeft, maar we zouden hen toch vragen om die keuze te maken. De publicaties van professor Danny Pieters (KUL) maakten de idee aanvaardbaar om gezondheidszorg en fiscaliteit in Brussel te koppelen. Ik zou daar graag het stemrecht aan toevoegen. Wie met gezondheidszorg en fiscaliteit een keuze maakt, moet die keuze tot in het stemhokje doortrekken. Dat is de toepassing van het principe: no taxation without representation. In een democratie gaat het toch in essentie over: welke middelen willen we waaraan besteden?

Hoe zit het met de solidariteit met Wallonië?

Sauwens: Solidariteit is ook voor ons een grote bekommernis. Het is niet omdat we op zoek zijn naar beleidsefficiëntie, dat we verschrikkelijke booswichten zijn die de arme Walen in een ravijn van de Amblève willen storten. We kunnen duidelijke afspraken maken voor een degressieve overgangsperiode waarin we de erfenis van de pensioenlasten meenemen of gedurende twintig jaar de staatsschuld betalen. Dat maakt overigens weinig verschil, want nu al betaalt Vlaanderen die staatsschuld. Vlaanderen realiseert 84 procent van het primair saldo waarmee de overheidsschuld wordt teruggedrongen. Brussel is goed voor de overige 16 procent.

Hoe zou de fiscale autonomie er kunnen uitzien?

Sauwens: De indirecte belastingen met onder meer de BTW worden Europees gecoördineerd en blijven dus federaal. De 1100 miljard frank aan jaarlijkse personenbelastingen kan in zijn geheel worden overgeheveld of gedeeltelijk, in de plaats van de dotaties. De commissie wil de venootschapsbelasting federaal houden. Omwille van de verstrengeling van de Brusselse en Vlaamse economie hebben we daar de Belgische koepel nog nodig.

Zijn er signalen dat Wallonië een eind met u meedenkt?

Sauwens: Niemand betwist nog de jaarlijkse miljardentransfers van Vlaanderen naar Wallonië via de sociale zekerheid, de federale begroting en de financieringswet. Die transfers groeiden tussen 1990 en 1996 van 130 naar 186 miljard frank per jaar. Met die overdracht creëren we helaas geen banen in Wallonië. Andersom kost de financiering van de transfers Vlaanderen veel jobs. Er zijn inderdaad signalen dat sommige Walen verandering willen en, bijvoorbeeld, willen leren van Ierland dat enkele jaren geleden met een gigantische werkloosheid en een immense overheidsschuld op de rand van de miserie balanceerde. Ierland kent nu al jaren de hoogste groeivoeten in Europa. Ik moet niet zeggen wat de Walen moeten doen, maar in een Europese Monetaire Unie die de lidstaten weinig beleidsruimte laat, is er een specifiek Waals instrumentarium nodig voor de specifieke Waalse problemen. Ik hoop dat de Vlamingen bij zo’n operatie een belangrijke bondgenoot zijn. Met onze commissie legden we vast wat Vlaanderen van de staatshervorming verwacht. Nu wil ik met de commissie een breed scala Franstaligen uitnodigen. De Franstaligen moeten niet uit hun Brusselse kranten vernemen wat wij denken.

Hoe weet u dat er in Wallonië mensen zijn die met u mee willen stappen? Dat zou wel eens lelijk kunnen tegenvallen.

Sauwens: Dan rijst de vraag: zullen de zes miljoen Vlamingen, die met hun Vlaams parlement aan een eigen toekomst bouwen, ook toelaten dat Vlaamse partijen aan een federale regering deelnemen zonder substantiële stappen in de staatshervorming?

Dat is een granaat die u in de hand houdt.

Sauwens:Guy Spitaels (PS) wachtte in december 1991 niet op België om een eigen Waalse regering te vormen. Ik hoop dat na de verkiezingen de deelstaten snel hun regering vormen en een ambitieus programma uitwerken. Vervolgens moeten wij het gesprek van gemeenschap tot gemeenschap forceren om een federale regering te vormen. De democratische uitdaging voor de verkiezingen van 13 juni is: worden de Vlaamse onderhandelaars door de kiezers daartoe gemandateerd? Haalt de minimalistische opstelling van de SP of van Herman Van Rompuy (CVP, federaal vice-premier) het, of halen de partijen het die resoluut voor Vlaams zelfbestuur kiezen?

Welke partijen zijn dat?

Sauwens: De VU, natuurlijk. In het Vlaams parlement is de VLD dikwijls onze bondgenoot, maar ik krijg andere signalen van de kamerfractie. De CVP zegt niet ja en niet neen. Dat is een ballon vol water. Als je daartegen schopt, rolt die een eind weg, maar nooit ver. En de ballon komt altijd wat terug. Blijft het Vlaams Blok dat ondanks zijn Vlaams profiel onze zaak veel schade toebrengt. Het Blok is een dood voorwerp op het voetbalterrein en dus onnuttig.

Wat vindt u van de nieuwe wet die de overheidssteun aan racistische partijen kan inperken?

Sauwens: Zo’n wet is contraproductief. Het is een klassiek afleidingsmanoeuvre. Als president Clinton in de nesten zit, bombardeert hij Irak. Als de PS in de schandalen verdrinkt, zoekt het de externe vijand in het Vlaams Blok. Een aantal Vlamingen heeft de PS daarbij goed geholpen. Ik ben tegen die wet. Ofwel verbieden we partijen, zoals in andere landen gebeurt. Ofwel laten we ze aan de verkiezingen deelnemen, maar dan veranderen we de spelregels niet tijdens de wedstrijd. Politiek is dat bovendien levensgevaarlijk omdat het Blok graag de martelaar speelt. Ook in de VU roepen sommigen op tot een heilige oorlog tegen het Blok. Ik wil die partij alleen inhoudelijk bekampen, haar onhaalbare slogans doorprikken, aantonen dat het Blok de Vlaamse zaak niet dient.

En het cordon sanitaire?

Sauwens: Daar sta ik volledig achter: geen politieke afspraken met het Blok.

Wat is volgens u het imago van de VU?

Sauwens:Bert Anciaux is enorm populair, vooral buiten de VU. We hebben dus een groot kiespotentieel, want Bert spreekt mensen aan die minder met politiek bezig zijn. Maar de VU moet meer als een team naar buiten komen, niet als een eenmanspartij. Met een potentieel van twaalf, misschien wel vijftien procent van de stemmen, kunnen we vanuit onze voor sommigen oubollige communautaire rethoriek een storm van vernieuwing veroorzaken. Ik ben voor de politieke vernieuwing – in Bilzen waren we daar al in 1982 mee bezig. Het is een manier om de drempel te verlagen voor mensen die met ons aan een gemeenschappelijk programma willen werken.

Pleegt Bert Anciaux vaandelvlucht door niet in Antwerpen of Brussel, maar voor het Europees parlement op te komen?

Sauwens: Ja, Bert moest in het hol van de leeuw gaan strijden en dus ofwel de kamerlijst in Brussel-Halle-Vilvoorde ofwel die in Antwerpen trekken. Daar kan hij het Blok een zetel afpakken. Als de VU van vijf naar negen zetels in de Kamer zou gaan, betekent dat politiek veel meer dan de vraag of Bert Anciaux 150.000 dan wel 300.000 voorkeurstemmen haalt. Alleen de doelpunten tellen, en dat zijn voor ons de kamerzetels. Slechts met een sterke kamerfractie kan de VU enige indruk maken op Philippe Busquin (PS-voorzitter) of op Dehaene.

Wat vindt u van de komst van Margriet Hermans naar ID21?

Sauwens: Het kon erger.

Dana Winner?

Sauwens: Margriet Hermans is zeker een van de intelligentste in dat wereldje. Maar toegegeven: we mogen niet afglijden naar een mediacratie.

U bent voor onafhankelijke parlementsleden met een stevige lokale verankering?

Sauwens: Ik ben een hevig voorstander van lokale politieke afdelingen. Over gemeentepolitiek en burgemeesters wordt snel meewarig gedaan, maar een gemeentelijke kring is een goed democratisch laboratorium, houdt politici met de voeten op de grond. Als minister bezocht ik 150 gemeenten. Ik stelde vast dat de meeste colleges hun gemeente goed besturen, behoorlijk communiceren met de bevolking en geen financiële zottigheden uithalen. Maar dat beeld strookt niet met het Vlaamse centralisme en de schoolmeestersmentaliteit van de CVP en de SP die de Vlaamse administratie doen verkrampen onder de managementcultuur. De belangrijkste meerwaarde is voor de privé-bedrijven die honderden miljoenen frank opstrijken met hun doorlichtingen. Andere gevolgen zijn dat de top van onze Vlaamse administratie twee maanden onbereikbaar is wegens evaluatie van zichzelf, dat onze ambtenaren een nieuw tussentaaltje leren en in een kramphouding de lade met hun evaluatiedossier in de gaten houden.

U betreurt dat de macht van de partijen de jongste jaren nog toenam.

Sauwens: Ik durf Bilzen niet met een meerderheid van één zetel besturen. De Vlaamse regering doet dat in Vlaanderen al vier jaar en laat de parlementsleden van CVP en SP dingen slikken waar die het totaal niet mee eens zijn. Ze verplaatst ook de besluitvorming over, bijvoorbeeld, het Mestactieplan van het parlement naar de regeringsgebouwen aan het Martelaarsplein. Daar wordt tot een gat in de nacht vergaderd met de twee parlementsleden van de Boerenbond, Georges Beerden (CVP) en Jef Van Looy (CVP).

Het parlement verliest persoonlijkheden?

Sauwens: Er is bij de CVP geen plaats meer voor een Jan Verroken of een Ferdinand De Bondt die aan de rem hingen als de partij te ver ging. Sinds tien jaar onttrekken we alle macht aan het parlement. Dat begon met Guy Verhofstadt (VLD-voorzitter) die vond dat politici zich met zo weinig mogelijk moesten bezighouden. Het aantal mandaten moest worden beperkt. Later versterkten de grotere kiesomschrijving, het legislatuurparlement en de centrale partijkas de macht van de partijen. De laatste frank komt nu uit de centrale partijkas waardoor politiek wordt herleid tot een strijd van enkele titanen. De jacht op de voorkeurstemmen is dom, leidt de aandacht af van de programma’s en heeft dus niets met democratie te maken.

De VU was voor de wet op de partijfinanciering en voor grotere kiesomschrijvingen.

Sauwens: Dat was geen verrijking voor de democratie. Onze debatcultuur ging er niet op vooruit. Mijn goede vriend Norbert De Batselier (SP, voorzitter Vlaams parlement) zou liefst een parlement vol professoren zien. We moeten in die visie allemaal vreselijk deskundig zijn en elk dossier macro-economisch benaderen. Maar tegelijk werpt de parlementsvoorzitter zich op als de hoeder van de krappe CVP-SP-meerderheid. De helft van de interpellaties wordt afgewezen – dat maakte ik onder voorzitter Jean Defraigne (PRL) in de Kamer nooit mee. Het Vlaams parlement legt het spreekrecht van de volksvertegenwoordigers aan banden omdat iemand anders drie weken eerder, drie lokalen verder ook al drie woorden over datzelfde onderwerp heeft verteld.

U ziet ook geen graten in de combinatie van een gemeentelijk en een parlementair mandaat?

Sauwens: Wat is er mis met verwevenheid met de basis? Moet het parlement helemaal vol zitten met mensen van het Rekenhof, van de studiedienst van de Boerenbond of van de vakbond? Waarom zou ik als parlementslid en advocaat wèl de grootste milieubaronnen als cliënt mogen hebben, maar zou ik als parlementslid geen burgemeester van Bilzen mogen zijn? Precies omwille van die betutteling van dit parlement heb ik de nieuwe deontologische code niet getekend. Nieuwe politieke cultuur is geen mooipraterij maar een nuchtere reflex in de politieke praktijk. Ik houd mij aan mijn afspraak met de kiezer.

Piet Piryns Peter Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content